Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuik en Pieter Heerma over het bericht ‘Zorgen om uitbuiting in goedkope nagelsalons’
Vragen van de leden Kuik en PieterHeerma (beiden CDA) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Zorgen om uitbuiting in goedkope nagelsalons» (ingezonden 16 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 20 februari 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten van de NOS d.d. 3 en 13 januari 2019: «Zorgen
om uitbuiting in goedkope nagelsalons» en «Nationaal Rapporteur wil onderzoek naar
misstanden in nagelsalons»1 2.
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de signalen van mogelijke uitbuiting, mensenhandel of witwassen in nagelsalons
zoals beschreven door de onderzoekers van NOS op 3 januari jl.? Acht u deze sector
als risicovol?
Antwoord 2
De Inspectie SZW ontvangt weinig meldingen over mogelijke arbeidsuitbuiting of ernstige
benadeling in nagelsalons. Ook de politie ontvangt nauwelijks signalen van uitbuiting
in nagelsalons. Het fenomeen is echter wel herkenbaar, en de signalen die ze ontvangen,
worden opgevolgd. Het is dan ook van belang dat misstanden ook door klanten en burgers
worden gemeld bij de opsporingsinstanties.
Professionals bij de politie en de Inspectie SZW zijn getraind in het herkennen van
signalen van mogelijke arbeidsuitbuiting. De beschrijving in de media van uitbuiting
in deze specifieke branche komt overeen met situaties in andere soorten ondernemingen
waarin kwetsbare werknemers worden aangetroffen. Signalen over andere fenomenen worden
doorgegeven aan betrokken ketenpartners. Indien bij de politie melding wordt gemaakt
van strafbare feiten, al dan niet in nagelsalons, kan onder leiding van het Openbaar
Ministerie nader onderzoek worden verricht.
Vraag 3
Heeft u een verklaring voor de flinke toename van het aantal nagelstudio’s in Nederland
in de afgelopen jaren?
Antwoord 3
Voor het beginnen van een nagelsalon is geen diploma of vergunning vereist. Het is
mogelijk om vanuit huis een nagelsalon te beginnen. Dit maakt het starten van een
nagelsalon relatief gemakkelijk en toegankelijk voor ondernemers en zelfstandigen.
In haar Meerjarenplan 2019–2022 vermeldde de Inspectie SZW de toename van zogeheten
gemaksdiensten, waaronder persoonlijke zorg, nu een deel van de bevolking meer geld
heeft.
Vraag 4
Acht u de kans aannemelijk dat ook in Nederland criminele netwerken zich verschuilen
achter nagelstudio’s, zoals criminele netwerken in Engeland en België illegale Vietnamese
werkers in nagelsalons uitbuiten?
Antwoord 4
Doordat er nauwelijks signalen van uitbuiting in nagelsalons worden ontvangen, is
het niet goed te beoordelen of het aannemelijk is dat zich criminele netwerken achter
de nagelsalons verschuilen. Ook vanuit het EMM komen geen dergelijke signalen.
Vraag 5 en 6
Bent u bereid het aantal controles van de Inspectie Sociale Zaken op het gebied van
arbeidsrecht in nagelsalons te vergroten?
Welke actie gaat u ondernemen, na de oproep van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel
en Seksueel Geweld tegen Kinderen teneinde een onderzoek te starten naar misstanden
in nagelsalons?
Antwoord 5 en 6
De Inspectie SZW heeft mij desgevraagd laten weten dat de aanpak van misstanden in
de nagelsalons blijvende aandacht van de Inspectie heeft. Meldingen en signalen over
mogelijke ernstige benadeling in de sector detailhandel, waaronder nagelsalons, zijn
afgelopen jaar opgepakt en ook dit jaar zal dat het geval zijn. Daarnaast zal in het
kader van het Inspectieprogramma Horeca en Detailhandel een inventariserend onderzoek
plaatsvinden naar vormen van arbeidsgerelateerde misstanden en zal de signalering
van nieuwe fenomenen worden geïntensiveerd.
Vraag 7
Op welke manier kunnen gemeenten deze misstanden aanpakken?
Antwoord 7
Een van de vier actielijnen in het programma «Samen tegen Mensenhandel»3 is het versterken van de gemeentelijke aanpak van mensenhandel. Gemeenten hebben
een belangrijke rol bij de integrale benadering van mensenhandel en de adequate samenwerking
tussen alle ketenpartners op lokaal niveau. Zij zijn verantwoordelijkheid voor de
bestuurlijke aanpak en voor het organiseren van hulp en opvang voor slachtoffers.
Ook als aanjagers van de lokale aanpak van mensenhandel zijn gemeenten onontbeerlijk.
Hierover zijn in het Interbestuurlijk Programma (IBP) van februari 2018 al concrete afspraken gemaakt. Zo staat in het IBP dat alle
gemeenten over vier jaar duidelijk beleid hebben om mensenhandel tegen te gaan en
dat gemeenten werken aan passende regionale opvang, ondersteuning en nazorg en een
landelijk dekkend netwerk van zorgcoördinatie.
Verder kunnen gemeenten een belangrijke rol spelen in de signalering van mensenhandel.
Ambtenaren met burgercontacten zijn de oren en ogen van een gemeente. Als zij signalen
van uitbuiting herkennen en melden, kunnen zij een belangrijke bijdrage leveren aan
de strijd tegen mensenhandel. In het kader van het programma «Samen tegen Mensenhandel»
wordt de signalering door gemeenten versterkt, onder andere door het aanstellen van
projectleiders die gemeenten gaan ondersteunen bij de implementatie van de IBP-afspraken.
Vraag 8
Hoe is de samenwerking geregeld met landen zoals België en het Verenigd Koninkrijk
ten aanzien van de informatie-uitwisseling over mogelijke misstanden in deze sector?
Antwoord 8
De Inspectie SZW werkt regelmatig samen met collega-organisaties in buurlanden om
grensoverschrijdende constructies aan te pakken. Op het gebied van arbeidsuitbuiting
is er een Europees netwerk actief van arbeidsinspecties en politiediensten onder de
vlag van EMPACT (European Multidisciplinary Platform Against Criminal Threats). Vanuit
dat netwerk wordt er jaarlijks een Europese actieweek georganiseerd tegen arbeidsuitbuiting;
de Joint Action Day Labour Exploitation. Arbeidsinspecties en politiediensten treden
dan ook internationaal gezamenlijk op tegen arbeidsuitbuiting, zowel bilateraal als
multilateraal. Verder is er bij de zogeheten Dutch Desk van Europol een liaison officer
van de Inspectie SZW gestationeerd. Ten slotte wordt er op strategisch niveau samengewerkt
via het European Platform Tackling Undeclared Work.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van leden Aartsen (VVD)
en Van Nispen (SP), ingezonden 16 januari 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 1615).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.