Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over het bericht dat studenten die geld lenen voor hun studie meer last hebben van psychische problemen
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat studenten die geld lenen voor hun studie meer last hebben van psychische problemen (ingezonden 31 januari 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
21 februari 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Student in de stress door lening»?1 Wat is uw reactie daarop?
Antwoord 1
Ja. Ik ben bekend met de signalen over mentale druk onder studenten. Daarom doet het
RIVM nu onderzoek naar de redenen van het ontstaan van mentale druk bij jongeren,
waaronder studenten.
Vraag 2
Bent u bereid te erkennen dat lenen, naast vele andere factoren meespeelt bij de ervaren
prestatiedruk en psychische klachten bij studenten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Mentale druk ontstaat door een samenloop van verschillende factoren. In de themaverkenning
van het RIVM2 naar mentale druk onder jongeren wordt aangegeven dat een studielening een mogelijke
oorzaak zou kunnen zijn, maar dat bijvoorbeeld ook factoren als het opbouwen van een
goed CV, de verwachtingen van ouders en het «moeten» hebben van een interessant sociaal
leven bij kunnen dragen aan mentale druk. Ik onderschrijf de uitspraak van één van
de onderzoekers van Motivaction dat op basis van het onderzoek geen causaal verband
kon worden aangetoond tussen het hebben van een studielening en het ervaren van mentale
druk. Er zijn vele factoren die mee kunnen spelen en niet zijn meegenomen in dit onderzoek.3 Zoals ik eerder aangaf, kijkt het RIVM momenteel breder naar de oorzaken van het
ontstaan van mentale druk bij jongeren. Dat onderzoek verschijnt in april.
Vraag 3
Hoe vallen de uitkomsten van het Motivaction onderzoek in opdracht van het Interstedelijk
Studenten Overleg (ISO) te rijmen met het onderzoek van het ministerie waaruit blijkt
dat studenten sinds 2012 minder vaak klagen over financiële problemen?
Antwoord 3
Uit de Studentenmonitor die jaarlijks wordt uitgevoerd blijkt dat steeds minder voltijdstudenten
aangeven financiële moeilijkheden te ervaren. In 2007 lag dat percentage op 22%, in
2017 was dat gedaald naar 14%. Het percentage voltijdstudenten met weinig tot geen
financiële moeilijkheden is toegenomen van 43% in 2007 tot 64% in 2016. In het onderzoek
van Motivaction geeft 22% van de ondervraagde studenten aan (heel) moeilijk en 35%
(heel) gemakkelijk financieel rond te komen.
Het verschil tussen beide onderzoeken kan mogelijk worden verklaard door het feit
dat voor de Studentenmonitor meer studenten worden bevraagd. Ongeveer 13.000 studenten
hebben voor de Studentenmonitor de vragen over de financiële situatie beantwoord,
tegenover 562 studenten voor het onderzoek van Motivaction. Rond de zomer verschijnt
de nieuwe Studentenmonitor en zal ik de meest recente cijfers over de financiële situatie
van studenten met u delen.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het onaanvaardbaar is dat studenten prestatiedruk en psychische
klachten ervaren als gevolg van het leenstelsel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik vind het onwenselijk als studenten psychische druk zouden ervaren doordat ze een
studielening hebben en mede daarom zijn er sociale terugbetaalvoorwaarden. Deze sociale
terugbetaalvoorwaarden zijn een belangrijk onderdeel van het leenstelsel. Pas als
een oud-student over voldoende inkomen beschikt hoeft hij/zij de studieschuld terug
te betalen. Een oud-student kan de terugbetaling altijd tijdelijk stopzetten. Een
eventuele restschuld wordt kwijtgescholden. De sociale terugbetaalvoorwaarden zorgen
ervoor dat het terugbetalen van een studieschuld nooit problematisch hoeft te worden.
Ik vind het belangrijk dat studenten zich bewust zijn van de terugbetaalvoorwaarden,
zodat ze zich geen zorgen hoeven te maken over het terugbetalen van studieschuld.
Vraag 5
Bent u alsnog bereid om bij het verdiepend onderzoek naar de druk die jongeren ervaren
dat uitgevoerd wordt door het RIVM het leenstelsel te betrekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik wacht de uitkomsten van het RIVM-onderzoek nu af. Het is niet nodig om het RIVM
specifiek te vragen om het leenstelsel te betrekken bij het onderzoek, want het onderzoek
richt zich op alle oorzaken van mentale druk bij jongeren, waaronder ook studenten.
Het is een open vraag en er wordt niet op voorhand gestuurd om een verband tussen
twee of meer thema’s te onderzoeken. De mate waarin de financiële situatie van studenten
of de verandering in het studiefinancieringsstelsel een rol speelt, komt dus vanzelf
uit het onderzoek naar voren. Daarom is de suggestie dat ik de invloed van het leenstelsel
zou hebben uitgezonderd bij het onderzoek onjuist.
Vraag 6
Welke stappen gaat u ondernemen om de prestatiedruk en psychische klachten bij studenten
als gevolg van het leenstelsel weg te nemen?
Antwoord 6
Zoals ik hierboven heb aangegeven, hebben stress en (prestatie)druk in de regel niet
één oorzaak en bestaat er dus niet één oplossing. Ik vind het van belang dat studenten
goed op de hoogte zijn van de sociale terugbetaalvoorwaarden van de studielening.
DUO kijkt voortdurend hoe de informatievoorziening hierover kan worden verbeterd en
spreekt hierover met jongeren. Daarnaast start DUO binnenkort een experiment om te
kijken hoe studenten bewuster kunnen worden gemaakt van hun leengedrag.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.