Memorie van toelichting (initiatiefvoorstel) : Memorie van toelichting
35 144 Voorstel van wet van de leden Wilders en Bosma houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot uitbreiding van de uitsluitingsgronden van het kiesrecht en een verbod op meervoudige nationaliteit bij bepaalde ambtsdragers
Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING
I ALGEMEEN DEEL
Doel
Initiatiefnemers zijn van mening dat alle stemgerechtigden en personen die een bepaald
(politiek) ambt bekleden uitsluitend de Nederlandse belangen behoren te dienen, zodat
de (schijn) van dubbele loyaliteit in het openbaar bestuur wordt voorkomen.
Daartoe regelt dit grondwetsvoorstel in de eerste plaats dat personen die naast de
Nederlandse nationaliteit ook een of meerdere vreemde nationaliteiten bezitten worden
uitgesloten van het actieve kiesrecht. Daarnaast wordt voorgesteld in de Grondwet
op te nemen dat enkel personen met uitsluitend de Nederlandse nationaliteit mogen
worden aangesteld en/of worden benoemd als bepaalde (politieke) ambtsdragers. Onder
bepaalde (politieke) ambtsdragers verstaan de initiatiefnemers de Minister-President,
ministers, staatssecretarissen, leden van de Staten-Generaal, leden van de gemeenteraad,
leden van de provinciale staten, leden van de Raad van State, leden van de Algemene
Rekenkamer, leden van de gedeputeerde staten, leden van de Waterschappen, wethouders,
de Nationale ombudsman, de commissaris van de Koning en de burgemeester.
Initiatiefnemers zijn tevens voornemens in een apart wetsvoorstel, op het moment dat
dit grondwetsvoorstel in werking is getreden de Gemeentewet, de Provinciewet, de
Waterschapswet en enkele verdragen zodanig aan te passen dat ook leden van de gedeputeerde
staten, leden van de Waterschappen en wethouders niet benoemd kunnen worden in hun
functie indien zij naast de Nederlandse nationaliteit een of meer vreemde nationaliteiten
bezitten.
Doel en achtergrond
De Nederlandse wet streeft in beginsel naar enkelvoudige nationaliteit voor ingezetenen.
Bij verkrijging van het Nederlanderschap dient, indien mogelijk, afstand te worden
gedaan van een of meer andere nationaliteiten.
In de praktijk blijkt echter dat meer dan 1,3 miljoen Nederlanders naast de Nederlandse
ook een andere nationaliteit hebben.1 Dit komt omdat bovengenoemd wettelijk vastgelegde «afstandsvereiste» zeer veel uitzonderingen
kent, die de hoofdregel teniet doen. Ook het gegeven dat een meervoudige nationaliteit
wordt doorgegeven van ouder(s) naar kind speelt mee bij de groei van het aantal mensen
met een meervoudige nationaliteit. Bijna de helft van de Nederlanders met meerdere
nationaliteiten heeft ook de Turkse of Marokkaanse nationaliteit.2 Hieruit vloeit voort dat deze personen ook invloed en stemrecht kunnen hebben in
hun land van herkomst of van eerder verblijf.
Bovendien zijn alle houders van een meervoudige nationaliteit niet alleen gebonden
aan de wetten, rechten en plichten van Nederland, maar ook van het andere land (of
de andere landen) waar ze de nationaliteit van hebben. Dit levert de zeer onwenselijke
situatie op dat minimaal 1,3 miljoen mensen in Nederland twee (of meer) verschillende
sets van rechten en plichten hebben die, vanzelfsprekend, kunnen conflicteren. Eveneens
levert dit de situatie op dat evenveel mensen bij het uitoefenen van hun actieve kiesrecht
dan wel (politieke) ambtsdragers bij de uitoefening van hun functie mogelijk ook gebonden
zijn aan de wetten van een ander land dan Nederland. Het hebben van een meervoudige
nationaliteit is in de huidige regels immers niet in strijd met het uitoefening van
het actieve kiesrecht alsmede de functie van (politiek) ambtsdrager. Initiatiefnemers
zijn van mening dat dit onacceptabel is. Alleen de Nederlandse regels horen bij het
kiesrecht en het vertegenwoordigen en besturen van Nederland in ogenschouw te worden
genomen. Het belang van andere landen mag nooit vorm krijgen in Nederlands beleid.
De Nederlandse vrijheden mogen hierdoor evenmin worden aangetast. De ernst van het
probleem kan met een aantal voorbeelden worden aangetoond:
Zo staat in art. 16 van de Marokkaanse Grondwet dat alle Marokkaanse staatsburgers
moeten bijdragen aan de verdediging van dat land. In het geval Marokko in oorlog raakt,
moeten Marokkaanse Nederlanders dus altijd partij kiezen voor Marokko en zelfs meevechten
voor dat land. In Marokko bestaat bijvoorbeeld ook een straf op homoseksualiteit,
wat voor Nederlands- Marokkaanse volksvertegenwoordigers natuurlijk een rem kan zetten
op het opkomen voor onze westerse vrijheden. Ook bemoeit Marokko zich met Marokkanen
die in Nederland wonen, bijvoorbeeld met de zogenaamde Hoge raad voor Marokkanen in
het buitenland, of door imams te instrueren die in Nederland opereren.
Ten aanzien van de Turkse bemoeienis staat in art. 301 derde lid van het Turkse wetboek
van Strafrecht dat, indien een Turkse burger die in een ander land dan Turkije woont
en zich denigrerend opstelt ten aanzien van de republiek Turkije, hij of zij wordt
gestraft met een straf die een derde hoger is dan die voor ieder ander in Turkije
die de Turkse natie beledigt.
Het is natuurlijk absurd dat bijvoorbeeld Turks-Nederlandse volksvertegenwoordigers
hierdoor geen kritiek mogen hebben op Turkije. Het erkennen van de Armeense genocide
is daarbij al zeer problematisch.
De afgelopen 60 jaar hebben we kunnen zien hoe zich binnen Nederland een staat binnen
de staat vormde: klein Turkije. Nu zijn we in een situatie beland, dat zelfs de derde
generatie Turkse Nederlanders in Rotterdam met een Turkse vlag staat te zwaaien, zich
loyaal verklaart aan het Turkse regime en op de vuist gaat met onze politie. De opkomst
van bijvoorbeeld een partij als DENK toont aan dat het Nederlands belang bij politici
met een dubbele nationaliteit zeker niet bovenaan staat.
Nederland dreigt een groeiende islamitische zuil te krijgen. Dit betekent toenemende
politieke macht voor de islam en dus meer islamisering. Inherent hieraan is de afbreuk
van Nederlandse/westerse kernwaarden en vrijheden. Denk aan de vrijheid van meningsuiting,
gelijkheid van man en vrouw, gelijke rechten voor LHBT etc. Nieuwe islamitische immigranten
vergroten de potentiële electorale achterban van islamitische partijen. Ons land,
onze democratie en onze vrijheden moeten hiertegen worden beschermd. Daarom is de
met dit voorstel beoogde wijziging van de Grondwet noodzakelijk.
Overigens is het door de initiatiefnemers gewenste principe in internationaal opzicht
niet uniek. Zo staat in de Australische Grondwet vermeld dat je geen volksvertegenwoordiger
mag zijn als je naast een Australische nationaliteit ook nog een andere nationaliteit
bezit.3
Uitvoering van het voorstel
Alle stemgerechtigden en personen die gekozen of benoemd worden in een (politiek)
ambt, waarvan in de (Grond)wet is geregeld dat de uitoefening van dit ambt niet verenigbaar
is met het hebben van een meervoudige nationaliteit, en die naast de Nederlandse nationaliteit
nog een of andere vreemde nationaliteiten hebben dienen zich te melden bij de gemeentelijke
administratie. Personen die zich niet melden zijn strafbaar voor een misdrijf en zullen
uit hun functie worden gezet. Initiatiefnemers zullen nog een apart wetsvoorstel indienen
om deze meldplicht en strafbaarstelling bij wet te regelen op het moment dat dit grondwetsvoorstel
in tweede lezing zal worden aangeboden.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel II
Artikel II
Onderdelen A, B, D tot en met F en H
Deze onderdelen regelen dat personen alleen kunnen worden benoemd tot Minister-President,
Minister, Staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer,
Nationale ombudsman, substituut- ombudsman, commissaris van de Koning of burgemeester,
indien zij enkel de Nederlandse nationaliteit bezitten.
Onderdeel C
Op grond van het voorgestelde artikel 54, tweede lid, onderdeel b, is worden personen
die naast de Nederlandse nationaliteit tevens een of meer andere nationaliteiten bezitten
van het actief kiesrecht uitgesloten. Om van het actief kiesrecht gebruik te kunnen
maken moet eerst afstand worden gedaan van de andere nationaliteit respectievelijk
andere nationaliteiten.
Indien iemand van het actief kiesrecht is uitgesloten, is diegene ook van het passief
kiesrecht uitgesloten van de Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraad.
Artikel 56 bepaalt dat iemand die uitgesloten van het actief kiesrecht, geen lid kan
zijn van de Staten-Generaal. Artikel 129, eerste lid, bepaalt dat iemand die uitgesloten
van het actief kiesrecht, geen lid kan zijn van de provinciale staten of de gemeenteraad.
Onderdeel G
Artikel 130 bepaalt dat de wet het recht om de leden van de gemeenteraad te kiezen
en het recht lid van de gemeenteraad te zijn, in bepaalde gevallen kan toekennen aan
ingezetenen, die geen Nederlander zijn. Voorgesteld wordt om dit artikel te laten
vervallen, omdat dit artikel onverenigbaar is met artikel II, onderdeel A. Het actief
kiesrecht en het passief kiesrecht voor de gemeenteraad komen ingevolge artikel II,
onderdeel A alleen toe aan personen die naast de Nederlandse nationaliteit niet tevens
een of meer andere nationaliteiten bezitten.
Wilders
Bosma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Geert Wilders, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Martin Bosma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.