Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krol over de Nederlandse zuinigheid tegenover de Franse spilzucht
Vragen van het lid Krol (50PLUS) aan de Minister-President en de Minister van Financiën over de Nederlandse zuinigheid tegenover de Franse spilzucht (ingezonden 5 februari 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister-President (ontvangen
18 februari 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «France's Macron reeling as tough stance against «yellow
vests» backfires»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het u bekend dat de Franse president Emmanuel Macron aan de protesterende mensen
in gele hesjes heeft toegezegd om voor in totaal 10 miljard euro aan compenserende
maatregelen te nemen?
Antwoord 2
De Franse president Emmanuel Macron heeft verschillende maatregelen genomen. Allereerst
is de eerder aangekondigde accijnsverhoging op brandstof geannuleerd. Daarnaast worden
de eindejaarsuitkeringen en overuren niet meer belast. Verder wordt het minimumloon
met 90 euro per maand verhoogd en wordt de verhoging van de sociale lasten voor ouderen
met een inkomen onder de € 2.000 euro bruto afgeschaft. De verhoging van het minimumloon
zal niet ten laste komen van de werkgevers en wordt geïndexeerd met 1,5% per jaar.
Om de gevolgen van deze maatregelen voor de begroting te drukken heeft de Franse regering
ook enkele compenserende maatregelen genomen. Zo komt er een digitale belasting en
zal er bezuinigd worden op de apparaatskosten. In totaal zullen de extra kosten van
deze maatregelen, inclusief compenserende maatregelen, ongeveer 10 miljard euro bedragen,
gelijk aan 0,4% bbp.
Vraag 3
Kunt u aangeven op welk bedrag het Franse begrotingstekort ongeveer zal uitkomen in
2019, na verwerking van deze impuls?
Kunt u aangeven wat het Nederlandse begrotingsoverschot zal worden in 2019?
Antwoord 3
Met de extra kosten van 0,4% bbp zou het begrotingstekort van Frankrijk in 2019 uitkomen
op ongeveer 3,2%, uitgaande van de herfstraming van de Europese Commissie die nog
uitkwam op een tekort van 2,8%. Voor 2019 raamt het Ministerie van Financiën (Miljoenennota
2019) een saldo van 1,0% bbp.
Vraag 4
Kunt u aangeven, waar een bedrag van 10 miljard euro voor Frankrijk, op zou uitkomen
in de Nederlandse context?
Bent u bereid om de Nederlandse burgers, die in tegenstelling tot de Franse burgers
geen gewelddadige protesten hebben veroorzaakt, te belonen met een vergelijkbaar gebaar?
Indien nee, vindt u dat eerlijk?
Antwoord 4
De Nederlandse en Franse context zijn niet direct te vergelijken, waardoor het niet
mogelijk is hieraan een bedrag te koppelen voor Nederland. Dit kabinet vindt het wel
van belang om in te zetten op lastenverlaging. De maatregelen van het kabinet zorgen
er daarom voor dat de lasten voor burgers en bedrijven ten opzichte van het basispad
(o.a. maatregelen van voorgaande kabinetten en ontwikkeling zorgpremies) met 6,5 miljard
euro verlaagd worden. Daarnaast geeft het kabinet extra uit aan publieke voorzieningen
zoals onderwijs en veiligheid. In totaal lopen de extra uitgaven van het Regeerakkoord
op tot 7,9 miljard euro in 2021.
Vraag 5
Heeft u al kennis genomen van de breed gevoelde teleurstelling over de loonstrookjes
van januari 2019?
Vindt u het verstandig voor de toekomst van de eurozone, als de meest armlastige staten
van de Europese Unie de inzakkende economie extra gaan stimuleren, terwijl Nederland
op zijn geld blijft zitten?
Antwoord 5
Het grootste deel van de Nederlanders gaat er naar verwachting op vooruit dit jaar.
Dit komt onder meer door lagere belastingen, maar ook door de toeslagen die zijn verhoogd.
Alle EU-lidstaten hebben zich gecommitteerd aan de Europese begrotingsregels zoals
vastgelegd in het Stabiliteits- en Groei Pact (SGP). Eén van de doelstellingen van
het SGP is het mogelijk maken van anticyclisch begrotingsbeleid. Dit betekent dat
het in de huidige goede economische tijden verstandig is om nationale begrotingsbuffers
op te bouwen en de publieke schuld te verlagen. Dit geldt niet alleen voor Nederland
maar voor alle EU-lidstaten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister-president
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.