Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over de opening van een gemeenteraadsvergadering met een gebed
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de opening van een gemeenteraadsvergadering met een gebed (ingezonden 19 december 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
5 februari 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1178.
Vraag 1
Kent u het reglement van orde van de gemeente Tholen1? Herinnert u zich de brief van uw ambtsvoorganger aan provincies en gemeenten over
het ambtsgebed2 en kent u het bericht «Pauze tussen gebed en vergadering van gemeenteraad Kampen»3?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van uw ambtsvoorganger dat «wanneer een verplichting tot uitspreken
van het ambtsgebed voor de voorzitter wordt opgenomen in een reglement van orde [...]
dit in strijd met het beginsel met de scheiding kerk en staat» is en dat «wanneer
de raad er toch voor mocht kiezen om in een reglement van orde te bepalen dat de voorzitter
een gebed uitspreekt, dan mag dit, zoals eerdere gezegd, nooit verplichtend zijn voor
de voorzitter of de andere deelnemers aan de vergadering»? Zo ja, waarom? Zo nee,
waarom niet meer?
Antwoord 2
Ik deel de opvattingen van mijn ambtsvoorganger over de verhouding tussen het ambtsgebed
en het beginsel van de scheiding van kerk en staat, zoals opgenomen in de aangehaalde
brief. Dat beginsel houdt in dat de staat zich niet mag uitspreken ten voordele van
één bepaalde godsdienstige stroming. Door het opleggen van een verplichting tot het
uitspreken van het ambtsgebed dan wel het bijwonen daarvan is dat wel het geval.
Vraag 3
Deelt u de mening dat artikel 18 van het genoemde reglement met de inhoud «Bij de
opening van de vergadering spreekt de voorzitter het ambtsgebed uit» een verplichting
bevat tot het uitspreken van het ambtsgebed door de voorzitter? Zo ja, waarom? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 3
De formulering in artikel 18 van het genoemde het reglement van orde (RvO) impliceert
dat sprake is van een verplichting. Zoals ook door mijn ambtsvoorganger is aangegeven
in zijn brief kan de raad ervoor kiezen om in het reglement van orde op te nemen dat
de voorzitter bij de opening van de vergadering een gebed uitspreekt, zolang de voorzitter
maar niet verplicht wordt het gebed uit te spreken en de deelnemers aan de vergadering
niet verplicht worden eraan deel te nemen en/of er actief respect voor te tonen.
Inmiddels is de formulering van artikel 18 RvO gewijzigd. Naar aanleiding van vragen
van de lokale PvdA/GL-fractie over dit onderwerp alsmede de onderhavige Kamervragen
hebben de Tholense coalitiepartijen recent een initiatiefvoorstel ingediend waarin
wordt voorgesteld om artikel 18 van het RvO aan te passen in de zin dat het ambtsgebed
niet meer tijdens, maar direct voorafgaand aan de opening van de raadsvergadering
wordt uitgesproken door de voorzitter of een lid van de gemeenteraad. De gemeenteraad
van Tholen heeft op 24 januari jl. unaniem ingestemd met dit voorstel.
Vraag 4
Bent u net zoals uw ambtsvoorganger van mening dat «wanneer mocht blijken dat er bepalingen
in het reglement zijn die strijdig zijn met de scheiding kerk en staat, dan zal ik
overwegen die betreffende bepaling voor te dragen voor spontane vernietiging»? Zo
ja, gaat u de bepaling van artikel 18 van het reglement van orde vernietigen? En als
u dit niet gaat doen waarom niet? Zo nee, waarom hebt u een andere mening dan uw ambtsvoorganger
over vernietiging van een dergelijke bepaling?
Antwoord 4
Ook op dit punt deel ik de mening van mijn ambtsvoorganger. Gelet op de wijziging
van artikel 18 van het RvO zoals weergegeven bij mijn antwoord op vraag 3, zie ik
geen aanleiding om vernietiging van deze bepaling te overwegen.
Vraag 5
Zijn er nog meer gemeenten waar een verplichting om bij opening van de vergadering
een gebed uit te spreken? Zo ja, welke gemeenten zijn dit en wat gaat u doen om deze
gemeenten op de scheiding van kerk en staat te wijzen?
Antwoord 5
Ik heb geen signalen ontvangen van andere gemeenten waar een verplichting zou bestaan
om bij de opening van de vergadering een gebed uit te spreken.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de wijze waarop in Kampen met het gebed en de vergadering van
de gemeenteraad wordt omgegaan wel recht doet aan de scheiding van kerk en staat?
Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals ook door mijn ambtsvoorganger is aangegeven in zijn brief is het ambtsgebed
in overeenstemming met het beginsel van kerk en staat wanneer het wordt uitgesproken
voorafgaand aan de opening van de vergadering en direct na de sluiting van de vergadering;
dat is het geval in Kampen. Het ambtsgebed hoeft dan ook niet in het reglement van
orde te worden opgenomen. Ook hierbij blijft gelden dat iedere deelnemer aan de vergadering,
inclusief de voorzitter, vrij moet zijn in de beslissing om deel te nemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.