Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over de berichten ‘Paardenstallen getroffen door uitbraak zeer besmettelijk griepvirus influenza’ en ‘Openheid van zaken over influenza uitbraak in Limburg’
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten «Paardenstallen getroffen door uitbraak zeer besmettelijk griepvirus influenza» en «Openheid van zaken over influenza uitbraak in Limburg» (ingezonden 28 december 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 5 februari
            2019).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de berichten «Paardenstallen getroffen door uitbraak zeer besmettelijk
               griepvirus influenza» op Nu.nl en «Openheid van zaken over influenza uitbraak in Limburg»
               op horses.nl?
            
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u een actuele stand van zaken geven over de uitbraak van het zeer besmettelijke
               griepvirus influenza?
            
Antwoord 2
            
Op basis van de signalen die ik heb gekregen is het beeld dat de verspreiding van
               de ziekten regionaal is gebleven. Er zijn vooral berichten van besmette paarden in
               de regio Limburg. Een heel nauwkeurig beeld over het voorkomen van influenza bij paarden
               is er niet aangezien het geen aangifteplichtige ziekte is en er geen monitoringsprogramma
               is. Eigenaren of houders van paarden zijn dan ook niet verplicht gegevens over deze
               ziekte te melden. Daarbij komt dat bepaalde eigenaren en houders de gegevens als vertrouwelijk
               bestempelen en deze niet wensen te delen. Influenza bij paarden is qua status vergelijkbaar
               met de ziekte Rhinopneumonie. In antwoorden op Kamervragen over Rhinopneumonie in
               2012 heeft de toenmalig Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
               reeds aangegeven waarom dergelijke ziekten bij paarden niet aangifteplichtig zijn
               (Kamerstukken vergaderjaar 2011–2012, aanhangselnummer 2087 en aanhangselnummer 2088).
            
Vraag 3
            
Bent u in overleg met de Sectorraad Paarden over de ontstane situatie? Zo ja, wat
               is de uitkomst van deze gesprekken?
            
Antwoord 3
            
De kwestie is besproken op 10 januari 2019 in het reguliere Gezondheidsoverleg paard.
               Naast onder meer de Faculteit diergeneeskunde (FD) en de Gezondheidsdienst voor dieren
               (GD) zit ook de Sectorraad Paarden (SRP) aan tafel. Afgesproken is dat er inspanning
               moeten blijven worden geleverd om zowel eigenaren als dierenartsen te wijzen op het
               belang van het goed uitvoeren van het vaccinatieschema.
            
Vraag 4
            
Vindt u dat er voldoende gecommuniceerd wordt over symptomen en bestrijding van dit
               griepvirus? Zo nee, wat zijn de vervolgstappen?
            
Antwoord 4
            
Sinds de eerste signalen van besmettingen van paarden met influenza in december is
               er door zowel de SRP, FD en GD veel informatie verstrekt via internetsites. De SRP
               heeft de organisaties die samenwerken in de SRP gevraagd de informatie in hun achterbannen
               te verspreiden. De genoemde partijen hebben het beeld dat deze informatie veel wordt
               gelezen. Ik vind het goed dat deze partijen actief communiceren en vind dat ze dit
               voldoende doen.
            
Vraag 5
            
Klopt het dat de paarden ingeënt kunnen worden tegen het griepvirus? Klopt het dat
               het verplicht is in Nederland om alle paarden hier tegen in te enten? Zo ja, welke
               paarden wel en welke niet en waarom is deze keuze gemaakt?
            
Antwoord 5
            
Er is een aantal verschillende influenza-vaccins in Nederland beschikbaar waardoor
               houders en eigenaren hun paarden door een dierenarts kunnen laten vaccineren. Er is
               geen algehele wettelijke verplichting tot vaccineren van paarden. Wel zijn er sport-
               en fokkerijorganisaties die vaccinatie van paarden verplicht stellen als voorwaarde
               voor deelname aan hun activiteiten. De sectororganisaties adviseren daarnaast aan
               houders en eigenaren om op vrijwillige basis hun paarden te vaccineren. Om zelfde
               redenen waarom influenza bij paarden niet aangifteplichtig is ligt het niet in de
               reden om vaccinatie vanuit de overheid te verplichten.
            
Vraag 6
            
Wat is het percentage paarden dat ingeënt wordt tegen het griepvirus in Nederland
               en hoe ligt dat percentage in bijvoorbeeld Duitsland en België?
            
Antwoord 6
            
Of paarden gevaccineerd worden of niet wordt niet centraal bijgehouden. Daardoor is
               het niet mogelijk dit in een percentage weer te geven. Overigens geldt dit ook voorde
               genoemde landen omdat ook daar de ziekte niet aangifteplichtig is.
            
Vraag 7
            
Zijn er specifieke groepen die niet of later beginnen met enten, zoals bijvoorbeeld
               jonge paarden (0 tot 3 jaar) en hobbypaarden? Wat vindt u hiervan? Welke stappen kunnen
               in samenwerking met de sector gezet worden om de vaccinatiegraad te verhogen?
            
Antwoord 7
            
Er is niet een duidelijke lijn te trekken tussen groepen paarden. Sommige mensen laten
               hun jonge paarden en hobby- en manegepaarden niet vaccineren (er is geen verplichting),
               terwijl andere eigenaren alle paarden en pony’s vanaf 6 maanden leeftijd wel laten
               vaccineren. Zoals boven omschreven wordt de vaccinatiestatus van paarden en pony’s
               alleen gecontroleerd in het kader van deelname aan activiteiten van sport- en fokkerijorganisaties.
            
Vraag 8
            
Is er verschil tussen de Nederlandse richtlijn voor het enten van paarden en de internationale
               regels van de Fédération Equestre Internationale (FEI)? Zo ja, wat zijn de verschillen?
            
Antwoord 8
            
Ja, er worden verschillende vaccinatieschema’s gehanteerd.
Voor de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportbond (KNHS) dient een basisvaccinaties
               vanaf een leeftijd van 5 maanden te worden gegeven met een jaarlijkse hervaccinatie.
            
Voor de FEI (Fédération Equestre International – internationale paardensportorganisatie)
               is het vaccinatieschema uitgebreider. De basisvaccinatie bestaat uit twee vaccinaties
               en een derde moet binnen 6 maanden + 21 dagen worden gegeven. Ook hier jaarlijks een
               hervaccinatie. Als het paard op FEI wedstrijden uitkomt, moet het tweemaal per jaar
               gevaccineerd worden en dan mogen er weer niet meer dan 6 maanden en 21 dagen tussen
               twee vaccinaties liggen.
            
Alle vaccinaties (zowel voor de KNHS als de FEI) moeten in het paardenpaspoort worden
               geschreven door de dierenarts op de juiste datum met stempel en handtekening.
            
Vraag 9
            
Kunt u inzicht geven of paarden die volgens de Nederlandse richtlijn ingeënt zijn
               vaker symptomen vertonen dan paarden die volgens de internationale regels geënt zijn?
               Zo nee, waarom kunt u dit inzicht niet geven? Indien Nederlandse paarden vaker symptomen
               vertonen wat vindt u daarvan?
            
Antwoord 9
            
Zoals boven omschreven is influenza bij het paard geen aangifteplichtige ziekte en
               is noch bij de overheid noch bij de sector bekend hoeveel paarden en pony’s er worden
               gevaccineerd en hoeveel dieren de ziekte hebben opgelopen. Ook is niet verplicht om
               paarden te testen als ze verkoudheidssymptomen vertonen en als er wel wordt getest,
               worden de uitslagen nogal eens als vertrouwelijk bestempeld.
            
De signalen dat paarden die volgens de «Nederlandse richtlijn» zijn gevaccineerd vaker
               symptomen zouden vertonen ken ik. Er is echter geen wetenschappelijk onderzoek gedaan
               naar deze bewering. Deskundigen geven aan dat in het algemeen paarden die korter geleden
               zijn gevaccineerd (korter dan 6 maanden geleden) minder symptomen vertonen dan paarden
               die langer geleden zijn gevaccineerd.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
