Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over uitzendbureaus die aanzetten tot fraude met de werkloosheidsuitkering (WW-fraude)
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitzendbureaus die aanzetten tot fraude met de werkloosheidsuitkering (WW-fraude) (ingezonden 2 januari 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 6 februari
2019).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Uitzendbureaus pompen Polen rond om kosten te besparen»?1
Antwoord 1
Het UWV en de Inspectie SZW, alsmede bij de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU)
en de Nederlandse Bond voor Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU), geven aan
dat zij het beeld dat in dit bericht naar voren komt – namelijk dat veel uitzendbureaus
structureel na 26 weken uitzendkrachten ontslaan om kosten te besparen – niet herkennen.
Desondanks neem ik de signalen van de vakbeweging op dit punt wel serieus. Bovendien
is mij wel bekend dat sommige uitzendbureaus hun bedrijfsvoering zo inrichten dat
uitzendkrachten langdurig in fase A blijven en niet doorstromen naar fase B. Het belang
dat uitzendbureaus daarbij hebben, is ook aanmerkelijk groter.
Zulke constructies, ongeacht of het ontslag na 26 weken of na 78 weken plaatsvindt,
vind ik onwenselijk. Zulke constructies gaan ten koste van werknemers en zijn niet
waar het bijzondere arbeidsrechtelijk regime voor uitzendkrachten voor bedoeld is.
Ook de WW is niet bedoeld om werkgevers, louter om financiële redenen, werknemers
te laten ontslaan om vervolgens voor datzelfde werk een nieuwe werknemer aan te nemen.
In de evaluatie van het uitzendregime in Nederland die ik ga opstarten, zal ik draaideurconstructies
in de uitzendsector dan ook meenemen. In mijn antwoord op vraag 6 ga ik daar verder
op in.
Vraag 2
Is het waar dat uitzendbureaus Poolse arbeidsmigranten met «WW-vakantie» sturen om
kosten op de pensioenpremie te besparen? Op welke schaal komt dit probleem voor?
Antwoord 2
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Waarom toetst het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) niet of een werknemer
terecht wordt ontslagen?
Antwoord 3
Na de ontvangst van de aanvraag van een werkloze werknemer beoordeelt het UWV of een
aanvrager recht heeft op een WW-uitkering. Onderdeel van deze toets is of de aanvrager
verwijtbaar werkloos is geworden. De reden van het ontslag van een werknemer is daarbij
van belang, bijvoorbeeld als de werknemer op staande voet is ontslagen of als de werknemer
op eigen initiatief ontslag heeft genomen. Als vaststaat dat geen sprake is van verwijtbare
werkloosheid, speelt de wijze waarop de betreffende werkgever na het onvrijwillige
vertrek van de werknemer het werk invult geen rol bij de toets inzake het recht op
een WW-uitkering of het geldend maken daarvan.
In de brief van 10 oktober 20182 is aangegeven op welke manier het UWV controleert op verwijtbaarheid. Wanneer iemand
een WW-aanvraag doet, dient hij aan te geven op basis van wat voor soort contract
hij werkzaam was. Bij een uitzendcontract wordt bijvoorbeeld ook gevraagd of het contract
eerder is beëindigd en zo ja, welke reden daaraan ten grondslag ligt. Daarnaast wordt
gevraagd of de uitzendwerkgever een ander contract of ander werk heeft aangeboden.
Geven de antwoorden op de (vervolg)vragen aanleiding om nader onderzoek te doen, dan
doet UWW dat. Ook heb ik reeds aangegeven dat ik het UWV opdracht heb gegeven strenger
te gaan controleren of sprake is van verwijtbare werkloosheid. Daartoe worden risicoprofielen
ontwikkeld, die onder andere zien op verwijtbare werkloosheid, en is een pilot opgestart
in samenwerking met de uitzendbranche. Voor de stand van zaken hiervan verwijs ik
naar de brief over WW-uitkeringsfraude die ik gelijktijdig met deze antwoorden aan
uw Kamer stuur.
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze werkwijze ontoelaatbaar is? Wat gaat u doen aan de flexverslaving
van uitzendbureaus?
Antwoord 4
Ik vind het onwenselijk als werkgevers, louter om financiële redenen, werknemers ontslaan
om vervolgens voor datzelfde werk een nieuwe werknemer aan te nemen. Zelfs als dat
op zich niet frauduleus is.
Vraag 5
Waarom heeft u deze werkwijze van uitzendbureaus niet gemeld in uw brieven inzake
de WW-fraude door Poolse arbeidsmigranten?
Antwoord 5
Uw vragen gaan over een draaideurconstructie van uitzendbureaus waarbij, zoals aangegeven
in het antwoord op vraag 3, op zichzelf geen sprake is van een frauduleus beroep op
de WW. Om situaties aan te pakken waarin wel sprake is van fraude door uitzendkrachten,
doordat zij een beroep doen op de WW terwijl zij niet onvrijwillig werkloos zijn,
heb ik in mijn brief van 10 oktober 2018 maatregelen aangekondigd.
Vraag 6
Wordt dit aspect betrokken bij het onderzoek dat u momenteel uitvoert naar de WW-fraude?
Zo nee, bent u bereid om de exacte omvang van dit probleem te onderzoeken?
Antwoord 6
Bij de lopende onderzoeken naar WW-uitkeringsfraude wordt niet specifiek gekeken naar
het fenomeen dat uitzendkrachten na 26 weken zouden worden ontslagen om pensioenpremies
te besparen. Wel heeft het UWV data-analyses gedaan naar arbeidspatronen, waaronder
herhaaldelijk beroep op de WW, die kunnen wijzen op mogelijke fraude. Voor de stand
van zaken hiervan verwijs ik naar de brief daarover die ik gelijktijdig met deze antwoorden
aan uw Kamer stuur.
Ook wordt in 2020 artikel 1 (arbeidsmarkt) van de SZW-begroting geëvalueerd. Zoals
ik gisteren bij de behandeling van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) reeds heb aangegeven,
ben ik voornemens om hierbij ook het uitzendregime te evalueren. Hier is reden toe,
omdat de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), die het uitzenden
in Nederland voor een belangrijk deel reguleert, voor het laatst in 2001 is geëvalueerd.
Daarnaast is het uitzendregime in het Burgerlijk Wetboek voor het laatst rond 2007
geëvalueerd. Er wordt nog gewerkt aan een precieze uitwerking van dit onderzoek, dat
later dit jaar zal starten. Ik zal uw Kamer daar deze zomer nader over informeren.
Bij de uitwerking zullen de vragen van uw Kamer over draaideurconstructies worden
meegenomen.
Vraag 7
Gaat u de onterecht verstrekte WW-uitkeringen terugvorderen en de betrokken uitzendbureaus
aanpakken? Zo ja, op welke manier?
Antwoord 7
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 3, speelt de wijze waarop de betreffende
werkgever na het onvrijwillige vertrek van de werknemer het werk invult geen rol bij
de toets inzake het recht op een WW-uitkering of het geldend maken daarvan. Daar waar
sprake is van onterecht verstrekte WW-uitkeringen – door verwijtbare werkloosheid
als gevolg van verwijtbaar gedrag door de werknemer of om andere redenen – zal het
UWV de ten onrechte betaalde WW-uitkering terugvorderen. In mijn brief over de voortgang
van de maatregelen om WW-uitkeringsfraude aan te pakken, die ik gelijktijdig met deze
antwoorden aan uw Kamer stuur, ga ik daar verder op in.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.