Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Van Kent ter vervanging van nr. 14 over een contract met vaste arbeidsomvang van rechtswege
35 074 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans)
Nr. 40
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN KENT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR.
14
Ontvangen 31 januari 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel B, onderdeel 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «elfde lid» vervangen door «negende lid».
2. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Indien sprake is van een oproepovereenkomst, gaat de arbeidsovereenkomst steeds na
een duur van drie maanden van rechtswege over in een arbeidsovereenkomst met een vaste
arbeidsomvang, die gelijk is aan de gemiddelde omvang van de arbeid in die voorafgaande
periode van drie maanden, waarbij niet op grond van artikel 628, lid 5 of lid 7, ten
nadele van de werknemer wordt afgeweken van artikel 628, lid 1. Bij die arbeidsovereenkomst
met een vaste arbeidsomvang blijven de aard van de te verrichten arbeid, de plaats
waar de arbeid wordt verricht en de arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk. Voor de
berekening van de periode van drie maanden worden arbeidsovereenkomsten, die elkaar
met tussenpozen van ten hoogte zes maanden hebben opgevolgd, samengeteld.
3. Het zesde lid vervalt.
4. In het zevende lid wordt «De leden 5 en 6 zijn van overeenkomstige toepassing» vervangen
door «Lid 5 is van overeenkomstige toepassing».
5. Het achtste lid vervalt.
II
Artikel IX vervalt.
Toelichting
Het voorliggend wetsvoorstel voorziet in een verplichting voor werkgevers om werknemers
met een oproepovereenkomst, na 12 maanden een contract voor een vast aantal uren aan
te bieden. De indiener constateert dat deze termijn van 12 maanden een verslechtering
is ten opzichte van de drie maanden waarna een beroep op het rechtsvermoeden van arbeidsomvang
kan worden gedaan door de werknemer. Bovendien blijft het bij een verplichting tot
het doen van een aanbod. Mede gelet op de zwakke positie van de oproepmedewerker,
zal hij naar verwachting de werkgever hier niet op aan durven spreken indien dit aanbod
uitblijft. De indiener is daarom van mening dat een oproepovereenkomst steeds na drie
maanden van rechtswege over dient te gaan in een contract met een aantal vaste uren,
overeenkomstig het gemiddelde van de voorgaande drie maanden. Tevens blijven de arbeidsvoorwaarden,
de werkzaamheden en de plaats waar de arbeid wordt verricht minimaal overeenkomstig
met die van de voorgaande drie maanden.
Van Kent
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Bart van Kent, Tweede Kamerlid