Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller en Van Weyenberg over toepassing van het verlaagde btw-tarief op e-publicaties
Vragen van de leden Sneller en Van Weyenberg (beiden D66) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Financiën over toepassing van het verlaagde btw-tarief op e-publicaties (ingezonden 8 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën), mede namens de Minister voor Basis-
            en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 1 februari 2019).
         
Vraag 1
            
Kunt u zich herinneren dat tijdens de Eurogroep en Ecofinraad van 2 oktober jl. een
               politiek akkoord is bereikt over het dossier betreffende btw op e-publicaties?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u zich de uitspraken van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
               herinneren tijdens het wetgevingsoverleg Media op 27 november 2017, waarin hij stelde
               dat het kabinet voorstander is van een verlaagd btw-tarief op e-publicaties en dit,
               indien een politiek akkoord onder de lidstaten is bereikt, «zo snel mogelijk» wil
               doorvoeren?2
Antwoord 2
            
Ja.
Vraag 3
            
Kunt u zich de opmerking van de Minister van Financiën herinneren in het schriftelijk
               overleg over de Ecofin van 28 september jl., waarin hij stelde dat het kabinet vooruitlopend
               op een politiek akkoord betreffende btw op e-publicaties al voorbereidingen treft
               ter verlaging van deze btw en dat hij voornemens is dit snel te regelen?3
Antwoord 3
            
Ja.
Vraag 4, 5, 6, 7
            
Welke voorbereidingen ter verlaging van de btw op e-publicaties worden momenteel door
               het kabinet getroffen? Wat is hierbij de stand van zaken?
            
Wat is het verwachte tijdpad rondom de invoering van de verlaging van btw op e-publicaties?
Op welke wijze bent u voornemens overleg met de sector te voeren, bijvoorbeeld over
               de definitie en reikwijdte, met betrekking tot deze verlaging van btw op e-publicaties?
            
Bent u bereid de Kamer over de voortgang van de voorbereidingen betreffende de invoering
               van een verlaagd btw-tarief op e-publicaties te informeren?
            
Antwoord 4, 5, 6, 7
            
Het kabinet staat positief tegenover de mogelijkheid die de BTW-richtlijn 20064 sinds december 2018 biedt met betrekking tot het gelijk behandelen van fysieke en
               digitale boeken, kranten en tijdschriften. Om die reden zijn de voorbereidingen om
               handen en voeten aan dit voorstel te geven reeds van start gegaan. Op dit moment wordt
               onderzocht op welke wijze de implementatie van de wijzigingsrichtlijn btw-tarieven
               voor langs elektronische weg geleverde boeken, kranten en tijdschriften5 kan worden vormgeven. Een belangrijk onderdeel bij de implementatie is het formuleren
               van een definitie voor langs elektronische weg geleverde boeken, kranten en tijdschriften;
               een markt die volop in beweging is. Deze definitie moet nu en in de toekomst relevant
               zijn. Daarnaast moet de definitie duidelijk en goed uitvoerbaar zijn voor zowel de
               sector als de Belastingdienst. De praktische uitwerking van de definitie (afbakening)
               is complex, gezien de grote verscheidenheid in elektronische publicaties en vergelijkbare
               producten. Verder is Nederland voor het vaststellen van de reikwijdte van de definitie
               gebonden aan de ruimte die de BTW-richtlijn 20066 biedt. Ook deze juridische kaders worden op dit moment nader onderzocht.
            
Het kabinet zet uiteraard in op een ordentelijk wetgevingsproces. Zodoende worden
               in de voorbereidende wetgevingsfase verschillende belanghebbenden betrokken. De eerste
               gesprekken met de sector hebben al plaatsgevonden. Verder ben ik voornemens om een
               conceptwetsvoorstel in de eerste helft van 2019 breed te consulteren via een internetconsultatie,
               zodat alle belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld te reageren. Het streven
               is het wetsvoorstel, na advies van de Raad van State, aan uw Kamer te kunnen aanbieden,
               met een beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2020.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën - 
              
                  Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.