Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Markuszower over de berichten inzake Bekir A. de vermoedelijke moordenaar van een 16-jarig meisje
Vragen van het lid Markuszower (PVV) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de berichten inzake Bekir A. de vermoedelijke moordenaar van een 16-jarig meisje (ingezonden 21 december 2018).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 24 januari 2019). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1194.
Vraag 1
Kent u deze berichten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5, 6
Hoe is het mogelijk dat Bekir E. ondanks het contactverbod en het toezicht van de
reclassering, toch in de buurt kon komen van het 16-jarige slachtoffer?
Hoe is het mogelijk dat Bekir E. de beschikking had over vuurwapens?
Wanneer heeft het slachtoffer voor het eerst een melding gedaan (van stalking en/of
bedreiging) en wat was op dat moment de justitiële status van deze verdachte in verband
met een eerdere veroordeling?
Klopt het dat het slachtoffer ondanks het contactverbod toch een melding van stalking
heeft moeten doen? Wat hebben de betreffende instanties met deze melding gedaan? Is
hier adequaat op gehandeld? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het contactverbod en het toezicht van de reclassering blijkbaar
niets voorstelt en dat de reclassering hier kennelijk compleet gefaald heeft? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6
De gewelddadige dood van de 16-jarige scholiere is een zeer schokkende gebeurtenis.
Ik leef zeer mee met de nabestaanden.
In het belang van het strafrechtelijk onderzoek dat momenteel wordt uitgevoerd naar
deze zaak, kan ik niet op al uw vragen ingaan. Blijkens het persbericht van het Openbaar
Ministerie van 21 december 2018, heeft het slachtoffer een eerste aangifte gedaan
in mei 2018. Naar aanleiding van deze aangifte is de verdachte veroordeeld tot een
deels voorwaardelijke gevangenisstraf met onder meer reclasseringstoezicht en een
contactverbod. Omdat de verdachte in hoger beroep is gegaan, kon de gevangenisstraf
nog niet worden geëxecuteerd. Het reclasseringstoezicht en het contactverbod zijn
wel direct ingegaan.
Naar aanleiding van de aangifte van het slachtoffer op 11 december 2018 is de politie
een nader onderzoek gestart.
De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft aangekondigd onderzoek te doen naar het
handelen van betrokken instanties. Ik wacht de uitkomsten hiervan af.
Vraag 7, 8, 9
Deelt u de mening dat deze chronische stalker en kille moordenaar voor zijn eerder
gepleegde misdrijf een veel langere celstraf opgelegd had moeten krijgen, aangezien
dan het 16-jarige slachtoffer nog had geleefd? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat de rechters hier compleet hebben gefaald en deze gevaarlijke
gek totaal verkeerd ingeschat hebben door alleen een slappe voorwaardelijke straf
en een contactverbod op te leggen? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid het openbaar ministerie te instrueren voortaan geen voorwaardelijke
straffen meer uit te delen aan criminelen die eerder veroordeeld zijn voor ernstige
geweldsmisdrijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7, 8, 9
Ik kan niet in het oordeel van de rechter in individuele strafzaken treden. De rechter
oordeelt in individuele gevallen, rekening houdend met alle feiten en omstandigheden.
Een voorwaardelijke straf kan alleen worden opgelegd door de rechter, niet door het
openbaar ministerie. De rechtspraak is onafhankelijk. Het is aan de rechter om te
oordelen in individuele gevallen, rekening houdend met alle feiten en omstandigheden.
Een (deels) voorwaardelijke sanctie in combinatie met strikte voorwaarden en toezicht
kan in bepaalde gevallen een meer passende en effectieve sanctie zijn dan een geheel
onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alleen via een voorwaardelijk strafdeel kunnen
immers bijzondere voorwaarden worden afgedwongen zoals een locatieverbod of contactverbod,
eventueel met elektronisch toezicht, of een behandeling om achterliggende problematiek
aan te pakken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.