Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer en Gijs van Dijk over het bericht ‘Bodem zakt meer dan verwacht door droogte’
Vragen van de leden Nijboer en Gijs vanDijk (beiden PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Bodem zakt meer dan verwacht door droogte» (ingezonden 21 november 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 16 januari
2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Bodem zakt meer dan verwacht door droogte»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat zijn de oorzaken van het feit dat de Nederlandse bodem veel sneller zakt dan verwacht
zoals nu uit de nieuwe bodemdalingskaart van het Nederlands Centrum voor Geodesie
en Geo-Informatica (NGC) blijkt?
Antwoord 2
Bodemdaling van slappe bodems in de ondiepe ondergrond wordt in hoofdzaak veroorzaakt
door belasting van de bodem met ophoogmaterialen, bebouwing en verkeer waardoor de
bodem wordt samengedrukt en anderzijds door verlaging van grondwaterstanden waardoor
de bodem uitdroogt, veenbodems door zuurstof worden afgebroken en de bodem inklinkt.
Daarnaast kan bodemdaling van de diepe ondergrond plaatsvinden door mijnbouwactiviteiten.
De oorzaak van de snellere bodemdaling zoals die zich in 2018 heeft voorgedaan is
veroorzaakt door de lange periode van droogte waardoor het grondwater verder is uitgezakt.
Deze extra bodemdaling doet zich dus voor in verdrogingsgevoelige gebieden zoals veengebieden
en het rivierengebied.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de stelling dat de schade als gevolg van bodemdalingen tot 2050 ongeveer
22 mrd. euro zal kosten?
Antwoord 3
Deze inschatting is eind 2016 gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving met
de beleidsstudie «Dalende bodems, stijgende kosten». De studie laat zien dat bodemdaling
in Nederland een steeds urgenter wordende opgave is en dat dit door klimaatverandering
wordt versterkt. Het PBL heeft de maatschappelijke kosten tot 2050 berekend op ca.
€ 22 miljard. In stedelijk gebied kan de schade aan infrastructuur oplopen tot € 5,2
miljard en de schade aan funderingen tot € 16 miljard. In landelijk gebied kan de
schade aan (water)infrastructuur en gebouwen oplopen tot ca. € 1 miljard en voor waterbeheer
tot ca. 0,2 miljard.
Vraag 4
Waar is de bodemdaling het sterkst? Wat zijn de verschillen in bodemdaling per oorzaak?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
In hoeverre ontstaat bodemdaling door een te lage grondwaterstand? Door welke factoren
wordt de grondwaterstand beïnvloed? Welke invloed heeft menselijk handelen, bijvoorbeeld
door beleid van waterschappen, op de grondwaterstand?
Antwoord 5
Naast bodembelasting is een lage grondwaterstand een belangrijke oorzaak van bodemdaling
van slappe bodems. De grondwaterstanden variëren als gevolg van weersomstandigheden.
Een langdurige periode van droogte kan grote gevolgen hebben voor de grondwaterstand.
Ook wordt de grondwaterstand beïnvloed door het peilbeheer van oppervlaktewateren,
het reguleren van waterniveaus in sloten, door onderbemalingen, grondwateronttrekkingen
en drainage van landbouwpercelen.
Vraag 6
Welke afwegingen hanteren waterschappen bij het bepalen van een goede grondwaterstand?
In hoeverre wordt schade aan bezittingen van particulieren betrokken in de afwegingen?
Staat schade die ontstaat door bijvoorbeeld paalrot voldoende op het netvlies van
de waterschappen?
Antwoord 6
Ten aanzien van het grondwater hebben meerdere overheidsorganen taken en verantwoordelijkheden.
De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer van het regionaal watersysteem,
waar het grondwater onderdeel van uitmaakt. Gemeenten hebben een grondwaterzorgplicht.
Deze zorgplicht betekent dat een gemeente in openbaar gebied maatregelen moet treffen
om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand, voor de aan de grond gegeven
bestemmingen, zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dit geldt voor zover het
treffen van deze maatregelen doelmatig is en niet tot de verantwoordelijkheid van
een waterschap of provincie behoort.
Ter uitvoering van deze taken nemen overheidsorganen besluiten of voeren zij feitelijke
handelingen uit. Voorafgaand aan deze besluiten en handelingen dienen alle betrokken
belangen in kaart te worden gebracht en zorgvuldig te worden afgewogen. Als een besluit
of handeling schade kan veroorzaken aan bezittingen van particulieren, bijvoorbeeld
doordat het paalrot veroorzaakt, dient dat bij deze afweging te worden betrokken.
Vraag 7
Wat moeten mensen doen die schade ondervinden door bodemdaling? Kunnen zij waterschappen
of andere overheden aansprakelijk stellen als zij schade ondervinden door besluiten
van overheden die leiden tot verzakkende grond?
Antwoord 7
Schade door bodemdaling kan door natuurlijke oorzaken ontstaan, bijvoorbeeld door
inklinking van de bodem of het uitzakken van grondwater door droogte, door het rechtmatig
uitoefenen van een taak of bevoegdheid door een overheidsorgaan of door onrechtmatig
handelen door de overheid.
Als de schade het gevolg is van rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid
in het kader van het waterbeheer dan kan een benadeelde bij het betreffende overheidsorgaan
een verzoek om nadeelcompensatie indienen. Als de schade wordt veroorzaakt door onrechtmatig
handelen door de overheid, dan kan de benadeelde het betreffende overheidsorgaan aansprakelijk
stellen via de civielrechtelijke weg, bijvoorbeeld op basis van artikel 6:162 Burgerlijk
wetboek (onrechtmatige daad).
Grond- en gebouweigenaren hebben echter ook een eigen verantwoordelijkheid. Huiseigenaren
zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor de staat van de woning en het perceel.
Eigenaren dragen zelf zorg voor een goede staat van gebouwen en treffen in dat kader
zelf waterhuishoudkundige en/of bouwkundige maatregelen.
In dit kader wijs ik op het Fonds Duurzaam Funderingsherstel dat in 2017 op initiatief
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ingesteld. Via dit
fonds kunnen woningeigenaren goedkoop geld lenen voor noodzakelijk funderingsherstel.
Bij problemen met funderingen zoals paalrot kan het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek
(KCAF) huiseigenaren hierbij op weg helpen.
Gemeenten kunnen met gericht grondwaterpeilbeheer een ondersteunende rol spelen om
het uitzakken van grondwaterpeilen en uitdroging en inklinking van de bodem in droge
perioden te voorkomen. In het kader van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie is
hiertoe door het KCAF een «Handleiding funderingsproblematiek voor gemeenten» opgesteld.
Vraag 8
In hoeverre wordt schade door bodemdaling gedekt door gangbare woonverzekeringen?
Bent u bereid met de verzekeraars in gesprek te gaan om ervoor te zorgen dat mensen
niet blijven zitten met hun schade?
Antwoord 8
In hoeverre schade door bodemdaling wordt gedekt door gangbare woonverzekeringen is
afhankelijk van de polisvoorwaarden. De polisvoorwaarden verschillen per verzekeraar,
verzekerde, situatie en gebied. Voorwaarde voor het verstrekken van een verzekering
is dat er ten tijde van het afsluiten dan wel verlengen van de verzekering sprake
is van een onzeker voorval. Het Verbond van Verzekeraars heeft laten weten dat een vorm van verzekerbaarheid
voor schade door bodemdaling in reeds bekende probleemgebieden – gelet op de huidige
inzichten en reeds bekende informatie over bodemdaling in Nederland – daardoor over
het algemeen niet voor de hand ligt. In gebieden die niet reeds bekend staan als probleemgebied
is het zoals hiervoor is aangegeven afhankelijk van de polisvoorwaarden of schade
door bodemdaling wordt gedekt. In algemene zin vindt over het risico van onverzekerbaarheid
overleg plaats met de sector. Dit heeft ook uitdrukkelijk de aandacht van de sector.
Zo publiceert het Verbond jaarlijks de solidariteitsmonitor om inzichtelijk te maken
hoe de spreiding in de premie zich ontwikkelt en in hoeverre consumenten verzekerbaar
blijven. Het is echter wel aan de verzekeraars om te beoordelen wanneer nog sprake
is van een onzeker voorval.
Vraag 9
Wat kunnen mensen doen om te voorkomen dat zij schade ondervinden door bodemdaling
en een lage grondwaterspiegel?
Antwoord 9
Met het open en groen houden van tuinen en percelen en het gebruik van waterdoorlatende
bestrating kunnen perceeleigenaren een belangrijke bijdrage leveren aan het vasthouden
van water in de bodem en het aanvullen van grondwatervoorraden. Daarnaast kunnen zij
in overleg gaan met de gemeente om te kijken of en op welke wijze met gericht grondwaterpeilbeheer
schade door bodemdaling en lage grondwaterstanden kan worden voorkomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.