Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul op de vragen over de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2018
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2018 (ingezonden 14 december 2018).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
15 januari 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de zeer recent gepubliceerde Monitor Vrouwelijke Hoogleraren
2018?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe beoordeelt u de gestage toename met 1,6 procentpunt ten opzichte van de vorige
monitor voor het aantal vrouwelijke hoogleraren aan Nederlandse universiteiten, en
dan specifiek het langzame groeitempo?2
Vindt u het huidige groeitempo voor een evenredige man-vrouw-verdeling in 2048 een
acceptabel tempo of deelt u de opvatting dat dit een zeer langzaam tempo is, gezien
de 30 jaar die het dan nog gaat kosten voor een evenredige verdeling?
Zo ja, graag een nadere toelichting. Zo nee, wat betekent dit voor uw inzet?
Antwoord 2 en 3
De toename van 1,6 procentpunt is de grootste stijging in één jaar ooit. Voor het
eerst is meer dan 20% van onze hoogleraren vrouw. Dat neemt niet weg dat er nog veel
nodig is om tot een gelijkwaardige verdeling van hoogleraarsposities te komen. Ik
zie echter wel dat de universiteiten serieus werk maken van het halen van hun eigen
streefcijfers, daar ben ik blij mee. Het percentage groeit inderdaad langzaam en ik
zou graag zien dat er minder dan dertig jaar nodig is om een evenredige verdeling
te bereiken. Ik verwacht dat de universiteiten zich actief zullen blijven inzetten
om de streefcijfers die ze hebben geformuleerd te realiseren zodat het tempo verder
omhoog zal gaan.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de daling van het aantal vrouwelijke promovendi, in tegenstelling
tot de gestage groei bij andere beroepsgroepen in de wetenschap, zorgwekkend is en
nadere analyse vraagt? Bent u daartoe bereid en om n.a.v. een nadere analyse ook te
bekijken of er extra beleidsinzet vereist is om een stijging van een evenredige verdeling
in de man-vrouw-verdeling bij promovendi te bewerkstellingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het aantal vrouwelijke promovendi is niet gedaald. In absolute aantallen komen er
nog steeds vrouwelijke promovendi bij. Het aandeel vrouwelijke promovendi binnen het totaal aantal promovendi is wel licht gedaald:
van 44,7% in 2011 naar 42,7% in 2017. De weg naar de top van de wetenschap moet op
alle niveaus goed gevuld blijven, anders bereiken we geen evenredige verdeling van
mannen en vrouwen. Als het aandeel vrouwelijke promovendi blijft dalen is dat zorgelijk,
daarom wordt dit goed gemonitord in de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren. Aan de hand
van de ontwikkelingen in de Monitor van 2019 zal ik beslissen of een nadere analyse
nodig is.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat een ongelijke beloning van vrouwelijke hoogleraren ten opzichte
van mannelijke collega’s – n.a.v. de conclusie in de monitor dat er aanzienlijk verschil
is in de inschaling tussen mannen en vrouwen – niet acceptabel is en ook nader onderzoek
en een eerlijke invulling tussen mannen en vrouwen vraagt? Zo ja, wat betekent dit
voor uw inzet?
Antwoord 5
In de Monitor werd een preview gegeven van de eerste uitkomsten van het vervolgonderzoek
naar beloningsverschillen van het LNVH. Het onderzoek is nog in volle gang en ik wil
daarom eerst de volledige resultaten afwachten. Als de uitkomsten daarom vragen zal
ik met de betrokken partijen in gesprek gaan.
Vraag 6
Hoe verhouden de conclusies uit de monitor (o.a. voortuitgang, maar erg langzaam)
en de inzet en resultaten vanuit de in 2017 ingezette Johanna Westerdijk-regeling
zich tot een eventuele voorzetting van deze regeling?
Antwoord 6
De Westerdijk Talent Impuls was een éénmalige impuls, die bovenop de door de universiteiten
gestelde streefcijfers is gekomen. Het moet niet zo zijn dat er alleen resultaten
geboekt worden wanneer het kabinet daar middelen voor vrijmaakt. Diversiteit in de
wetenschap is ontzettend belangrijk en de universiteiten vinden dit zelf ook. In de
Monitor van 2019 kunnen we zien wat het effect van de Westerdijk Talent Impuls is
geweest.
In de Wetenschapsbrief die de Kamer op 28 januari ontvangt ga ik nader in op mijn
inzet rond diversiteit in de wetenschap.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.