Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Graaf, Beertema en Wilders over het bericht «Turkije gaat weekendscholen financieren in Nederland»
Vragen van de leden De Graaf, Beertema en Wilders (allen PVV) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Turkije gaat weekendscholen financieren in Nederland» (ingezonden 13 augustus 2018).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Buitenlandse Zaken (ontvangen
16 november 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 3117.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Turkije gaat weekendscholen financieren in Nederland»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Waarom staat u deze inmenging in de opvoeding en opleiding van kinderen door de Turkse
sultan Erdogan op Nederlandse bodem toe in plaats van Erdogans greep op Nederland
te beëindigen, wetende dat Erdogan eerder heeft gezegd dat integratie voor Turken
een misdaad is, dat moskeeën zijn kazernes zijn, minaretten bajonetten en moslims
soldaten? Deelt u de mening dat zijn weekendscholen daarmee passen in zijn masterplan
om alle Turken in het westen vooral Turks en moslim te laten zijn?
Deelt u de mening dat we in Nederland geen Turkse weekendscholen nodig hebben, maar
dat Nederland alleen gebaat is bij uitstekend onderwijs op Nederlandse scholen, gericht
op deelname aan een Nederlandse maatschappij en met de joods-christelijke waarden,
normen en cultuur als uitgangspunt en leidende cultuur? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid deze Turkse scholen niet toe te staan en de organisaties die willen
deelnemen te verbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3 en 4
Nederland is een open en vrije samenleving. De vrijheden van vereniging en van vergadering
zoals vastgelegd in onze Grondwet zijn een groot goed. Het staat landen vrij om behoud
van de eigen taal en cultuur te stimuleren in het buitenland. In veel gevallen betalen
landen daaraan mee en zijn ze daar ook helder over. Nederland doet dit ook.
Op dit moment heeft het kabinet geen volledig zicht op de aard en omvang van het informeel
onderwijs op onder andere weekendscholen die zich richten op taal, cultuur en religie,
omdat weekendscholen geen scholen zijn in de zin van de onderwijswetgeving. Dit houdt
bijvoorbeeld in dat de Inspectie van het Onderwijs hier geen wettelijke bevoegdheden
heeft. Het is daarom ook niet mogelijk om dit soort informeel onderwijs te verbieden.
Het staat iedere burger vrij om hun kinderen buiten de onderwijstijd informeel onderwijs
te laten volgen.
Wat het kabinet niet wenselijk vindt, is onderwijs dat de integratie in Nederland
belemmert of antidemocratische opvattingen stimuleert. Het kabinet vindt het van belang
dat in ons land alle mensen meedoen in de samenleving; informeel onderwijs zou dat
niet in de weg moeten staan.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de Nederlandse zorgen over Turkse weekendscholen
ook gedeeld met zijn Turkse collega, onder andere tijdens de gesprekken met zijn Turkse
collega op 3 en 4 oktober jl. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft in dit
gesprek toegezegd dat Turkije maximale transparantie met betrekking tot dit project
voor weekendscholen nastreeft en alle relevante informatie over deze weekendscholen
met Nederland zal delen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.