Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over privacy schending van woningzoekenden
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over privacy schending van woningzoekenden (ingezonden 4 december 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
9 januari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht dat woningcorporaties en woonruimteverdeelsystemen, zoals Woonnet
Haaglanden, handelen tegen de nieuwe privacywet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming
(AVG), door woningzoekenden al bij inschrijving om een inkomensverklaring te vragen?1 Wat is uw reactie daarop?
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van deze berichtgeving. Het oordeel of deze – samenwerkingsverbanden
van – corporaties in strijd handelen met de AVG komt toe aan de Autoriteit Persoonsgegevens
(AP).
Corporaties mogen bij het uitvoeren van hun taken het inkomen van aankomende huurders
toetsen, bijvoorbeeld omdat voor sommige woningen een inkomensgrens geldt. Dit laatste
betreft onder meer de passendheidseisen uit de Woningwet die corporaties verplichten
zich bij de toewijzing van een woning te vergewissen van het inkomen van het betreffende
huishouden. Deze gegevens mogen bij toewijzing niet ouder zijn dan twee jaar.
Volgens de berichtgeving van Kassa zouden sommige corporaties en woonruimteverdelers
zoals Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH, «Woonnet») burgers al bij inschrijving
als woningzoekende om inkomens- en andere gegevens vragen. SVH heeft in reactie laten
weten dat zij burgers hiertoe echter pas verplichten als zij reageren op een woning
en een toewijzing op handen is. Burgers die zich willen inschrijven om daarmee wachttijd
op te bouwen, hoeven deze gegevens dus nog niet aan te leveren, geeft SVH aan. Hoe
andere corporaties en woonruimteverdelers hiermee omgaan is mij op basis van de mij
beschikbare gegevens niet bekend.
Corporaties die vooruitlopend op een toewijzing vragen om persoonsgegevens moeten
hiervoor op grond van de AVG altijd een wettelijke grondslag hebben. De AP wijst erop
dat corporaties zelf verantwoordelijk zijn voor de naleving van de privacywetgeving,
waarbij brancheorganisaties kunnen helpen bij de vormgeving van een goed privacybeleid.
In dit verband is van belang dat Aedes de AVG Routeplanner voor woningcorporaties
heeft gepubliceerd. Dit instrument geeft inzicht in de belangrijkste wettelijke verplichtingen
en legt concreet uit welke maatregelen een corporatie moet nemen om aan die verplichtingen
te voldoen. Verder moeten corporaties zorgvuldig omgaan met gevoelige persoonsgegevens.
Brancheorganisaties kunnen kwesties ook aan de AP voorleggen, hetgeen SVH inmiddels
ook heeft gedaan. Ik heb begrepen dat de SVH hun werkwijze zullen aanpassen, indien
de AP zou oordelen dat deze strijd oplevert met de AVG. Ik heb Aedes gevraagd om het
oordeel van de AP over de betreffende corporatiepraktijk alsdan breed onder de aandacht
van de leden te brengen, zodat zij zo nodig eveneens een andere werkwijze kunnen invoeren.
Woningzoekenden kunnen zich met eventuele vragen of klachten richten tot het Informatie
en Meldpunt Privacy van de AP. De AP neemt alle klachten in behandeling en kan zo
nodig onderzoek kan instellen bij de betreffende corporatie.
Vraag 2
Hoeveel woningcorporaties vragen van woningzoekenden hun inkomensgegevens te uploaden,
terwijl deze pas nodig zijn bij de toewijzing van een woning, waar gemiddeld negen
jaar op moet worden gewacht? Hoe gaat u ervoor zorgen dat corporaties hiermee stoppen?
Antwoord 2
Ik beschik niet over informatie waarmee ik deze vraag zou kunnen beantwoorden. Bovendien
kunnen de uitvoering en digitaliseringsgraad van woonruimteverdeelsystemen per corporatie
variëren, zodat de wijze en het moment van opvragen van gegevens niet overal hetzelfde
zullen zijn. Ook de gemiddelde wachttijden verschillen per corporatie.
Zoals in mijn vorige antwoord echter ook vermeld, zijn corporaties bij woningtoewijzing
gehouden aan de eisen van de privacywetgeving. De AP bepaalt als onafhankelijk toezichthouder
zelf of en in welke gevallen zij nader onderzoek doet. Indien de AP zou oordelen dat
de door sommige corporaties gehanteerde werkwijze in strijd met de privacywetgeving
is, zal ik Aedes zoals gezegd vragen dit standpunt breed te communiceren, opdat corporaties
hun toewijzingspraktijk kunnen wijzigen.
Vraag 3
Hoe en op welke termijn gaat u ervoor zorgen dat woonruimteverdeelsystemen, zoals
Woonnet, niet om inkomensverklaringen vragen van woningzoekenden die niet noodzakelijk
zijn? Bent u bereid om zowel organisaties met woonruimteverdeelsystemen als woningcorporaties
op de AVG te wijzen en de privacy van woningzoekenden en huurders te eerbiedigen?
Antwoord 3
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar mijn voorgaande antwoorden.
Vraag 4
Zijn er mensen geweigerd voor inschrijving omdat ze teveel verdienen of zijn mensen
geweigerd omdat ze hun inkomensgegevens niet willen delen? Zo ja, hoeveel zijn dit
er, en hoe worden deze mensen gecompenseerd voor de verloren tijd, bijvoorbeeld door
extra wachtpunten of -tijd toe te kennen?
Antwoord 4
Ik beschik niet over (cijfermatige) informatie aan de hand waarvan ik deze vragen
kan beantwoorden. Van corporatiezijde is benadrukt dat zij woningzoekenden met een
(te) hoog inkomen wel inschrijven, maar dat zij hun vanwege de toewijzingseisen uit
de Woningwet vaak geen woning kunnen toewijzen. Het verstrekken van inkomensgegevens
door (aspirant-)huurders bij toewijzing van een sociale huurwoning is wettelijk verplicht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.