Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bergkamp over het advies van het Zorginstituut Nederland omtrent financiering hoogtechnologisch draagmoederschap
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en voor Medische Zorg over het advies van het Zorginstituut Nederland omtrent financiering hoogtechnologisch draagmoederschap (ingezonden 23 november 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) mede namens de Minister voor Rechtsbescherming
(ontvangen 27 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nr. 897. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 953.
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat uit het advies van het Zorginstituut Nederland blijkt dat het
vergoeden van hoogtechnologisch draagmoederschap vanuit het verzekerde pakket een
politieke keuze is en dat er op voorhand geen redenen zijn waarom dit niet zou kunnen?1 2
Antwoord 1
Het Zorginstituut geeft in het advies aan dat er twee mogelijkheden tot uitbreiding
van de verzekeringsdekking voor wensouders zijn met betrekking tot ivf behandeling
bij draagmoederschap, namelijk de situatie waarin er wél en de situatie waarin er
géén medische indicatie aanwezig is bij (een van) de wensouders.
Volgens het Zorginstituut is er een precedent aanwezig voor de uitbreidingsmogelijkheid
ten aanzien van de situatie dat er sprake is van een medische indicatie bij de wensouders
en waarbij er medische kosten worden gemaakt bij de draagmoeder (de Zorgverzekeringswet
kent op dit punt al een soortgelijke regeling bij orgaantransplantatie). Bij wijziging
van regelgeving zouden deze kosten ten laste van de basisverzekering kunnen worden
gebracht.
Ten aanzien van de situatie dat er geen medische indicatie is laat het Zorginstituut
mij weten dat de wens tot verzekeringsdekking van wensouders strijdig is met de wettelijke
uitgangspunten in de Zorgverzekeringswet (Zvw), zoals verwoord in art. 14 lid 1. Het
Zorginstituut geeft aan dat voor een dergelijke fundamentele aanpassing van de Zvw
geen precedent is. Aanpassing van de Zorgverzekeringswet op dit aspect zou de aard
van het verzekerde pakket op fundamentele wijze wijzigen.
Zoals aangegeven in de beantwoording van uw eerdere Kamervragen op 3 december3 volgt een kabinetsreactie op het advies van het Zorginstituut samen met de kabinetsreactie
op het gehele advies van de Staatscommissie Herijking ouderschap.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat op 24 augustus 2018 de adviesaanvraag aan het Zorginstituut
Nederland is ingediend met de vraag «of, en zo ja op welke wijze complexere IVF-behandelingen
bij draagmoederschap vanuit het verzekerde pakket kunnen worden gefinancierd»? Bent
u bereid om een kopie van de originele ingediende adviesaanvraag aan de Tweede Kamer
te sturen?
Antwoord 2
Ja. De adviesaanvraag is met de beantwoording van deze Kamervragen meegestuurd.
Vraag 3
Klopt het dat op 22 maart 2018 de adviesaanvraag aan het Zorginstituut Nederland is
aangekondigd?4 Kan u aangeven waarom het 156 dagen heeft geduurd voordat de adviesaanvraag feitelijk
werd ingediend, namelijk op 24 augustus 2018?
Antwoord 3
Voor het adviestraject met het Zorginstituut is rekening gehouden met de planning
van het bredere traject dat in 2019 leidt tot een kabinetsreactie op het advies van
de Staatscommissie Herijking Ouderschap. Omdat de Minister voor Rechtsbescherming
uw Kamer de resultaten van alle onderzoeken op dat moment samen met een kabinetsreactie
zal toezenden, was het niet noodzakelijk om dit adviestraject al eind maart 2018 in
gang te zetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.