Schriftelijke vragen : De aanloopsteun voor luchtvaartmaatschappijen
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks) en Laçin (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de aanloopsteun voor luchtvaartmaatschappijen (ingezonden 21 december 2018).
Vraag 1
Bent u geïnformeerd over de aanloopsteun voor luchtvaartmaatschappijen en steun voor
de kosten van niet-economische diensten van algemeen belang (NEDAB) die de noordelijke
overheden (provincies Drenthe en Groningen) verlenen aan Groningen Airport Eelde (GAE)?
Vraag 2
Hebt u deze staatssteun getoetst aan de richtsnoeren voor staatssteun en hebt u overeenkomstig
artikel 108 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
de Europese Commissie (EC) van de steunmaatregel tijdig op de hoogte gesteld?
Vraag 3
Ontvangen de luchthavens Schiphol, Rotterdam, Lelystad en Eindhoven ook NEDAB-steun,
zoals brandweer en security? Indien dit het geval is, waaruit blijkt dat?
Vraag 4
Indien de andere luchthavens geen steun ontvangen voor brandweer en security, is dan
de NEDAB-steun aan GAE ongeoorloofde discriminatie in de zin van richtsnoeren (2014/C
99/03) punt 37: «Overheidsfinanciering van niet economische activiteiten mag niet
leiden tot ongeoorloofde discriminatie tussen luchthavens»?
Vraag 5
Als de steun aan GAE leidt tot discriminatie in de zin van richtsnoer 37, bent u dan
van mening dat de NEDAB-subsidie aan GAE moet worden aangemeld bij de EC?
Vraag 6
Bent u met de noordelijke overheden van mening dat bij de subsidieverlening voor aanloopsteun
aan de voorwaarden van het beginsel «de marktdeelnemer handelend in een markteconomie»,
zoals terugbetaling en rendement, is voldaan? Zo ja, waaruit blijkt dat aan de voorwaarden
vermeld in de punten 48–52 van de richtsnoeren (zoals rentabiliteit, terugbetaling,
etc.) is voldaan?
Vraag 7
Levert de aanloopsteun van de noordelijke overheden voor GAE een economisch voordeel
op in de zin van artikel 107 VWEU en is dan overeenkomstig artikel 108 lid 3 VWEU
aanmelding bij de EC verplicht?
Vraag 8
Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Indien niet aan de voorwaarden van de richtsnoeren 49–52 is voldaan, is dan voldaan
aan de voorwaarden voor aanloopsteun onder paragraaf 5.2 van de richtsnoeren?
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat toetsing aan het criterium «evenredigheid van het steunbedrag»
(richtsnoer 150) leidt tot de conclusie dat hier niet aan is voldaan en dat deze aanloopsteun
onverenigbaar is met het VWEU?
Vraag 11
Gaat u op grond van de Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten een aanwijzing
geven aan de noordelijke bestuursorganen om, binnen een in die aanwijzing te vermelden
termijn, alsnog aan de rechtsplicht te voldoen?
Vraag 12
Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich dit dan tot de aanmeldingsplicht die voortvloeit
uit artikel 107 en 108 VWEU?
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Suzanne Kröger, Kamerlid -
Medeindiener
C. Laçin, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.