Schriftelijke vragen : Het niet toestaan van een nieuwe aanvraagronde voor het experiment promotieonderwijs
Vragen van de leden Tielen (VVD) en Van der Molen (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het niet toestaan van een nieuwe aanvraagronde voor het experiment promotieonderwijs (ingezonden 19 december 2018).
Vraag 1
Hoe staat het met de tussentijdse evaluatie van het experiment promotieonderwijs die
volgens het Besluit experiment promotieonderwijs twee jaar na de start van het experiment
wordt uitgevoerd? Waarom is deze bijna drie jaar na de start van het experiment nog
niet voltooid?
Vraag 2
Wanneer kan de Kamer de resultaten van deze tussenevaluatie verwachten?
Vraag 3
Bent u bekend met de tussentijdse onafhankelijke evaluatie die de Rijksuniversiteit
Groningen heeft laten uitvoeren onder haar studentpromovendi?
Vraag 4
Hoe duidt u de resultaten van deze evaluatie, waaruit blijkt dat deze promovendi-studenten
tevreden zijn over hun rechtspositie, over de begeleiding die ze krijgen, de voorzieningen
waarvan ze gebruik kunnen maken en over hun inbedding in de onderzoeksgroep?
Vraag 5
Heeft het experiment bij de deelnemende universiteiten, Rijksuniversiteit Groningen
en Erasmus Universiteit Rotterdam, tot nu toe tot een toename van het totaal aantal
promovendi geleid?
Vraag 6
Welke conclusie kan u op dit moment trekken over de mate waarin het experiment promotieonderwijs
bijdraagt aan een betere voorbereiding op een toekomstige loopbaan?
Vraag 7
Waarom heeft u nog voordat de eerste tussenevaluatie met betrekking tot het experiment
promotieonderwijs is begonnen, besloten om geen nieuwe aanvraagronde voor universiteiten
open te stellen?
Vraag 8
Wat zijn de gevolgen voor het aantal beschikbare promotieplaatsen voor geïnteresseerde
masterstudenten, als er geen gebruik wordt gemaakt van het openstellen van een nieuwe
aanvraagronde? En hoe duidt de Minister deze gevolgen?
Vraag 9
Bent u bereid alsnog een nieuwe aanvraagronde open te stellen, bijvoorbeeld als er
uit de tussenevaluatie blijkt dat er geen ernstige nadelige effecten op het onderzoeksklimaat
aan de universiteit zijn? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
Judith Tielen, Kamerlid -
Medeindiener
H. van der Molen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.