Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Van Raan c.s. ter vervanging van nr. 16 over het emissiebudget
34 534 Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet)
Nr. 39
AMENDEMENT VAN HET LID VAN RAAN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 161
Ontvangen 19 december 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 1 wordt na de begripsbepaling van broeikasgassen een begripsbepaling ingevoegd,
luidende:
emissiebudget:
totaal aan emissies van broeikasgassen dat binnen Nederland mag worden uitgestoten
in een te bepalen periode;.
II
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3a
1. Onverminderd artikel 3 bevat het klimaatplan:
a. het nationaal emissiebudget voor de eerstvolgende vijf jaren;
b. een indicatie van het nationaal emissiebudget voor de daarop volgende tien jaren;
c. doelstellingen voor het aandeel hernieuwbare energie voor de eerstvolgende vijf jaren
en een indicatie van de doelstelling voor de daarop volgende tien jaren, en
d. doelstellingen voor de hoeveelheid energiebesparing voor de eerstvolgende vijf jaren
en een indicatie van de doelstelling voor de daarop volgende tien jaren.
2. Het nationaal emissiebudget wordt voorzien van een toelichting die ten minste bevat:
a. een beschouwing op welke wijze het nationale emissiebudget bijdraagt aan het realiseren
van de doelstellingen, bedoeld in artikel 2;
b. een indicatieve verdeling van het nationaal emissiebudget per jaar en over de verschillende
sectoren per jaar, en
c. de maatregelen die naar verwachting noodzakelijk zijn om het nationaal emissiebudget
niet te overschrijden en de gevolgen van deze maatregelen voor de economie en de werkgelegenheid,
de mate van kosteneffectiviteit van de maatregelen en de wijze waarop rekening is
gehouden met het toekomstig reductiepotentieel.
3. De doelstellingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c en d, worden voorzien van
een toelichting die ten minste bevat:
a. een beschouwing op welke wijze de doelstelling voor hernieuwbare energie bijdraagt
aan het realiseren van de doelstellingen, bedoeld in artikel 2, en
b. een overzicht van de maatregelen die naar verwachting noodzakelijk zijn om de doelstellingen
te realiseren en een indicatie van de gevolgen van deze maatregelen voor de economie,
de werkgelegenheid en het tot stand komen van een eerlijke transitie bevat.
III
Artikel 6, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «, en» vervangen door een puntkomma.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «, en» wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
d. of er sprake is geweest van een overschrijding van het nationaal emissiebudget dan
wel het emissiebudget voor verschillende sectoren.
IV
In artikel 7, derde lid, wordt onder vervanging van «,en» aan het slot van onderdeel
e door een puntkomma een onderdeel ingevoegd, luidende:
ea. de maatregelen die zijn of worden getroffen indien uit de klimaat- en energieverkenning
blijkt dat er sprake is geweest van een overschrijding van het emissiebudget.
Toelichting
Dit amendement regelt dat het emissiebudget leidend is in het klimaatbeleid en wordt
opgenomen in een vijfjaarlijks klimaatplan. Het emissiebudget is de maximale hoeveelheid
CO2 die Nederland nog mag uitstoten om aan de 1,5e graaddoelstelling van het akkoord
van Parijs te voldoen.
Het klimaatplan beschrijft en kwantificeert hoe groot het indicatieve emissiebudget
per sector is voor de planperiode. Het klimaatplan geeft daarbij aan welke maatregelen
voor de komende periode nodig zijn per sector om binnen het beschikbare budget te
blijven, zodat actoren zich daarop kunnen instellen.
In de jaarlijkse klimaat- en energieverkenning en de klimaatnota wordt vervolgens
gekeken of er sprake is van een overschrijding van het emissiebudget. Ook moet hierbij
door de Minister worden aangegeven welke maatregelen zijn of worden getroffen indien
sprake is van een overschrijding, zodat een verdere overschrijding wordt voorkomen.
Voor het emissiebudget geldt volgens de indieners op is op. De Kamer moet hier vervolgens op toezien. Daarmee zet Nederland in op het behalen van de ondergrens
van doelstelling zoals afgesproken in het VN-klimaatakkoord.
Van Raan Ouwehand Wassenberg Teunissen Akerboom
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Christine Teunissen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.S. Akerboom, Tweede Kamerlid