Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over de mishandeling bij de slacht van verzwakte, afgedankte melkkoeien
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de mishandeling bij de slacht van verzwakte, afgedankte melkkoeien (ingezonden 19 oktober 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 december
            2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 539.
         
Vraag 1 en 2
            
Hoe beoordeelt u de berichten «Opnieuw onrust door horror slachthuis» en «Vlees uit
               Duits horror slachthuis mogelijk ook in Nederlandse schappen»?1 2
Wat vindt u van de wijze waarop de dieren worden behandeld zoals te zien is op de
               beelden gemaakt in het Duitse slachthuis, zoals het verslepen van levende koeien met
               een lier, het insteken op de dieren met elektrische veedrijvers waarbij zelfs de elektrische
               schokken de dieren niet meer overeind kunnen brengen en het uit de wagens gooien en
               aan hun oren voortslepen van jonge kalveren?
            
Antwoord 1 en 2
            
De wijze waarop de dieren behandeld worden zoals te zien in de bedoelde video is onacceptabel.
               Het behandelen van de dieren zoals zichtbaar in de getoonde beelden is zowel in strijd
               met de bepalingen in de Transportverordening (EU 2005/1) als de Verordening inzake
               de bescherming van dieren bij het doden (1099/2009). Dieren voortslepen, het gebruik
               van lieren, trekken aan lichaamsdelen, schoppen, en het gebruik van elektrische veedrijvers
               op een wijze zoals in deze beelden te zien, is niet toegestaan. Indien een toezichthouder
               van de NVWA dergelijk gedrag aantreft zal deze handhavend optreden.
            
Vraag 3
            
Zijn er in het betreffende Duitse slachthuis in Nedersaksen, wat grenst aan Nederland,
               ook Nederlandse koeien geslacht? Zo ja, in welke perioden en hoeveel koeien betreft
               het?
            
Antwoord 3
            
Voor zover de NVWA heeft kunnen nagaan zijn er in 2017 en 2018 geen dieren rechtstreeks
               vanuit Nederland naar het betreffende slachthuis vervoerd.
            
Vraag 4
            
Kunt u uitsluiten dat het vlees van de koeien die in dit slachthuis worden geslacht
               ook in Nederland wordt verkocht?
            
Antwoord 4
            
Het is niet uitgesloten dat er vlees van dit slachthuis naar Nederland geëxporteerd
               is. Na de postmortemkeuring in een EU-erkend slachthuis is vlees dat geschikt verklaard
               is voor menselijke consumptie vrij verhandelbaar binnen de EU. Dat betekent dat er
               geen certificaten worden afgegeven voor het vervoer van dat vlees naar andere EU-landen.
            
Vraag 5 en 6
            
Erkent u het feit dat afgedankte melkkoeien, ook in Nederland, zo verzwakt en ziek
               raken door de extreme melkproductie die nog altijd verder wordt opgevoerd, de vele
               zwangerschappen en bevallingen die nodig zijn om de melkproductie gaande te houden
               en de korte tijd tussen de zwangerschappen die men nog altijd verder probeert te verkorten?
               Zo nee, kunt u dit toelichten?
            
Wat is de huidige productie van een reguliere melkkoe in Nederland, per levensjaar
               en in haar volledige leven? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de situatie tien jaar
               geleden? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de Duitse melkproductie?
            
Antwoord 5 en 6
            
Uit data van de Coöperatieve Rundveeverbeteringsorganisatie (CRV), waar de productiegegevens
               van 90% van de Nederlandse koeien zijn geregistreerd, blijkt dat de productie per
               levensjaar (rollend jaargemiddelde) 8.373 kg bedroeg in 2015 en 8.029 kg per koe per
               jaar in 2005. De levensproductie en de levensduur bedroegen 30.868 kg en 2.097 dagen
               in 2015, respectievelijk 27.701 kg per koe en 2.067 dagen in 2005. Vanaf 2016 vertonen
               de cijfers een vertekend beeld, zie mijn antwoord op vraag 7. In Duitsland bedroeg
               de productie per koe per jaar 7.900 kg in 2016 en 7.100 kg in 2006 (IFCN Dairy Report
               2017).
            
Vraag 7
            
Wat vindt u van het feit dat de melkproductie het afgelopen jaar een recordhoogte
               heeft bereikt?3
Antwoord 7
            
De recordhoogte van de melkproductie per koe in 2017/2018 hangt nauw samen met het
               fosfaatreductieplan 2017 en de introductie van het fosfaatrechtenstelsel in 2018.
               In deze beide jaren hebben de melkveehouders extra veel melkkoeien afgevoerd, waardoor
               het productiegemiddelde van de achterblijvende koeien een sterk verhoogd beeld geeft.
            
Vraag 8
            
Wat is de productie van een biologische melkkoe in Nederland?
Antwoord 8
            
De gemiddelde productie van een biologische melkkoe is 6.630 kg per jaar (2015). Dit
               cijfer is gebaseerd op de steekproef van 30 biologische melkveebedrijven van het WUR-
               bedrijveninformatienetwerk (BINternet).
            
Vraag 9
            
Hoe beoordeelt u de huidige ontwikkelingen binnen de melkveesector, waarbij vanwege
               het fosfaatstelsel wordt ingezet op een nog verdere verhoging van de melkproductie
               per koe, het eerder afdanken van koeien als zij na het bevallen van een kalf problemen
               krijgen en het sneller insemineren van koeien na een bevalling?4
Antwoord 9
            
Bij de keuze van een fosfaatrechtenstelsel (Kamerstuk 33 979, nr. 98) dan wel een stelsel van dierrechten is onder meer overwogen dat dierrechten een
               extra onwenselijke prikkel uitlokken tot het sturen op een hoge melkproductie per
               koe. Dit zou negatieve gevolgen kunnen hebben voor diergezondheid en -welzijn. Effectief
               sturen op een hogere productie per koe is vooral succesvol bij volledig opstallen
               en waardoor weidegang extra onder druk zal komen te staan.
            
De gemiddelde tussenkalftijd (de tijd tussen twee opeenvolgende kalvingen) van de
               Nederlandse melkveestapel vertoont tot 2015 geen daling. De tussenkalftijd bedroeg
               390 dagen in 1995, in 2015 was deze 415 dagen. Zoals aangegeven in mijn antwoord op
               vraag 7 geven de afvoercijfers van melkkoeien de laatste jaren geen goed beeld.
            
Vraag 10
            
Erkent u de relatie tussen het toenemende gebruik van preventieve vaccinaties tegen,
               onder andere, pijnlijke uierontstekingen en diarree en de toenemende melkproductie?
               Deelt u de mening van ethici die stellen dat er een grens moet worden gesteld aan
               het middelengebruik en aan het op het spel zetten van «het welzijn van en respect
               voor het individuele dier»? Welke conclusies verbindt u hier aan?5
Antwoord 10
            
Er is geen directe relatie tussen het gebruik van vaccins en melkproductie. Het doel
               van het gebruik van vaccinaties is om gezondheidsproblemen bij dieren te voorkomen
               en is daarmee ook voordelig voor het welzijn van het dier. Er is daarom geen reden
               om het gebruik van vaccinaties ter discussie te stellen.
            
Vraag 11
            
Bent u bereid een maximum te stellen aan de melkproductie van een koe? Zo nee, kunt
               u dit toelichten?
            
Antwoord 11
            
Nee. Terwijl in het verleden de aandacht in de melkveehouderij vooral lag op productieverhoging,
               is tegenwoordig het accent meer verbreed naar een goede gezondheid en dierwelzijn.
               Een goede melkgift blijft noodzakelijk voor een goed verdienmodel in de melkveehouderij,
               maar daarbij staan een goede voeding, huisvesting en verzorging voorop. Zoals aangegeven
               in mijn antwoord op vraag 9 is bewust gekozen voor een systeem van fosfaatrechten
               in plaats van dierrechten. Een melkveehouder streeft vanwege optimale aanwending van
               de beschikbare fosfaatrechten naar het aanhouden van een beperkt aantal stuks jongvee
               ten gunste van het aantal melkkoeien. Het fosfaatrechtenstelsel is een extra stimulans
               voor de melkveehouder om de levensduur van zijn melkkoeien te verhogen.
            
Vraag 12
            
Erkent u dat het slachten van zieke en gewonde dieren ook een realiteit is in Nederland,
               gelet op onder andere de recente inval door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
               (NVWA) en het Openbaar Ministerie bij een runderslachterij in Hoogeveen en eerder
               bij een slachterij in Drachten?6 7
Antwoord 12
            
Het klopt dat een slachthuis in Nederland recentelijk door de strafrechter is veroordeeld
               in verband met aanvoer van zieke, niet transportwaardige dieren. Over lopende strafrechtelijk
               onderzoeken kan ik geen uitspraken doen.
            
Vraag 13
            
Kunt u toelichten wat de reden of de aanleiding is geweest voor de inval in het slachthuis
               in Hoogeveen vorige week?
            
Antwoord 13
            
Over lopende strafrechtelijke onderzoeken kan ik geen uitspraken doen.
Vraag 14
            
Welke acties worden er ondernomen in de richting van de transporteurs die zieke en
               gewonde dieren hebben vervoerd naar dit slachthuis?
            
Antwoord 14
            
Opgelegde maatregelen transporteurs aanvoer dieren niet geschikt voor vervoer:
                      
                      
Maatregelen
Jaar
Aantal Interventies
Vervoerder
Chauffeur
SW
BB
SW
2015
4
3
1
2016
41
3
1
1
2017
5
3
2
2018
51
4
1
1
Totaal
18
13
4
3
X Noot
                  
1
Eén interventie kan leiden tot het opleggen van meerdere maatregelen, namelijk een
                     schriftelijke waarschuwing (SW) en/of een bestuurlijke boete (BB).
                  
Vraag 15
            
Welke acties worden er ondernomen in de richting van de veehouders die zieke en gewonde
               dieren hebben laten vervoeren naar dit slachthuis?
            
Antwoord 15
            
Opgelegde maatregelen veehouders aanvoer dieren niet geschikt voor vervoer:
                      
                      
Maatregelen
Jaar
Aantal Interventies
Houder
Vervoerder/Houder
SW
BB
SW
2015
4
3
1
2016
5
4
1
2017
6
6
                      
                      
2018
4
4
                      
                      
Totaal
19
17
1
1
SW Schriftelijke Waarschuwing
BB Door NVWA opgelegde bestuurlijke boete
Vraag 16
            
Hoe was het toezicht op dit slachthuis vormgegeven? Was er sprake van permanent toezicht
               door een NVWA-dierenarts?
            
Antwoord 16
            
Er vindt geen permanent toezicht plaats op dit slachthuis, omdat het als middelgroot
               aangemerkt is. Dit op basis van het aantal slachtingen per maand.
            
Elke slachtdag worden de te slachten dieren levend (ante mortem) gekeurd door een
               NVWA-dierenarts. De keuringsgegevens worden schriftelijk vastgelegd. De geslachte
               keuring wordt door een officiële assistent van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector
               (KDS) uitgevoerd. Ook vindt geslachte keuring plaats door de NVWA-dierenarts van door
               KDS overgedragen karkassen en de in nood geslachte dieren.
            
Vraag 17
            
Hoe vaak zijn er in de afgelopen drie jaar boetes uitgedeeld of andere maatregelen
               getroffen bij dit slachthuis?
            
Antwoord 17
            
Maatregelen
Aspect
SW
BB
PV
Totaal
Vervoer van Dieren
1
                      
                      
1
R&O-vervoermiddelen/-plaats
1
2
3
Hygiënevoorschriften slachthuis
3
1
4
Vervoer Dierlijke Bijproducten
1
                      
                      
1
Vervoer van vlees
1
                      
                      
1
Traceerbaarheid levensmiddelen
1
                      
                      
1
Totaal
8
1
2
11
SW Schriftelijke Waarschuwing
BB Door NVWA opgelegde bestuurlijke boete
PV Proces-verbaal, afhandeling door OM
Vraag 18
            
Hoe verklaart u het feit dat er niet eerder is ingegrepen in dit slachthuis?
Antwoord 18
            
Het beeld dat er niet is ingegrepen door de NVWA is niet juist. Niet slachtwaardige
               dieren worden door de NVWA dierenarts al tijdens de levende keuring als ongeschikt
               voor de slacht aangemerkt.
            
Vraag 19
            
Zijn er, gelet op eerdere berichtgeving over de directeur van dit slachthuis, waarbij
               uw voorganger is gewaarschuwd dat dierenartsen onder druk werden gezet om een oogje
               dicht te knijpen, aanpassingen gedaan in het toezicht op dit slachthuis, zoals de
               inzet van minimaal twee inspecteurs? Zo nee, waarom niet?8 9
Antwoord 19
            
Nee, de NVWA heeft tot op heden geen aanleiding gezien om tot aanpassing van het toezichtregime
               te komen.
            
Vraag 20
            
Hoe beoordeelt u de beschrijving van de ernstige vormen van intimidatie waar NVWA-inspecteurs
               in slachthuizen mee te maken hebben en de wens van de geciteerde NVWA-dierenarts om
               het toezicht in het slachthuis niet in je eentje, maar met z’n tweeën uit te voeren,
               zoals beschreven in de Groene Amsterdammer en welke conclusies verbindt u hieraan?10
Antwoord 20
            
Wanneer er sprake is van intimidatie van inspecteurs heeft de NVWA het beleid dat
               zij haar werkzaamheden per direct staakt, aangifte doet bij de politie en de eigenaar/directeur
               voor een gesprek uitnodigt op het hoofdkantoor. Pas wanneer deze een schriftelijke
               verklaring heeft gegeven waarin hij aangeeft dat de veiligheid van NVWA medewerkers
               is gewaarborgd en men de werkzaamheden zonder intimidatie kan uitvoeren, worden de
               werkzaamheden hervat. Veelal betekent dit dat de werkzaamheden voor onbepaalde tijd
               door twee NVWA medewerkers worden uitgevoerd en in rekening gebracht.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.