Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over het bericht dat de belastinginspecteur besloten heeft om de RVU-boete voor de gouden handdrukken van bijna 200 miljoen aan de belastingdienst kwijt te schelden
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Defensie over het bericht dat de belastinginspecteur besloten heeft om de RVU-boete voor de gouden handdrukken van bijna 200 miljoen aan de belastingdienst kwijt te schelden (ingezonden 5 december 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van
Defensie (ontvangen 14 december 2018).
Vraag 1
Herinnert u zich dat uw ambtsvoorganger gewaarschuwd is over de Regeling Vervroegde
Uittreding (RVU)-boete, dat de Raad van Bestuur van de Belastingdienst gewaarschuwd
is over het risico van de RVU-boete, maar dat geen van deze waarschuwingen teruggevonden
werd toen de Kamer daarom vroeg en dat zij pas boven kwamen drijven na extern onderzoek?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de Belastingdienst met de inspecteur is overeengekomen dat de Belastingdienst
geen RVU boete meer hoeft te betalen over de vertrekregeling?2
Antwoord 2
Het Ministerie van Financiën heeft over de uitkeringen ingevolge de vrijwillige vertrekregeling
van de Belastingdienst RVU-eindheffing afgedragen en heeft – vanwege onzekerheid over
dit standpunt in de jurisprudentie – tegen deze eigen afdrachten die vanaf eind 2016
zijn gedaan, formeel bezwaar gemaakt. Deze bezwaren zijn, in afwachting van de afronding
van een lopende procedure in een andere zaak met een vrijwillige vertrekregeling,
aangehouden. Na het arrest van 22 juni 2018 over die andere zaak is de inspecteur
overgegaan tot het beoordelen van de vertrekregeling van de Belastingdienst op basis
van de door de Hoge Raad in dat arrest geformuleerde criteria. Die beoordeling heeft
uiteindelijk geleid tot zijn conclusie dat ook deze vertrekregeling geen RVU is en
dat er geen heffing is verschuldigd. Op 10 oktober 2018 heeft de inspecteur in die
zin uitspraak op bezwaar gedaan.
Vraag 3
Heeft u kennisgenomen van de opinie van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad die
in de zaak waarop de intrekking van de RVU-boete wordt gebaseerd, het volgende oordeelde:
«7.11 De in onderdeel 7.9 vermelde, en mogelijke andere, factoren impliceren echter
dat de nu door de Hoge Raad te geven oordelen niet noodzakelijkerwijs – in elk opzicht –
ook voor de vertrekregeling van de Belastingdienst gelden.»?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Op welke manier wordt het arrest van de Hoge Raad van 22 juli 2018 – dat de Belastingdienst
verloor – nu precies in het voordeel van de Belastingdienst uitgelegd?
Antwoord 4
De inspecteur heeft bij de behandeling van het bezwaar de bedoeling van de vrijwillige
vertrekregeling van de Belastingdienst beoordeeld op haar objectieve kenmerken en
voorwaarden. De feitelijke uitstroom en de hoogte van de feitelijk overeengekomen
vertrekvergoedingen zijn daarbij, aldus de Hoge Raad in zijn arrest van 22 juni 2018,
niet relevant.
Vraag 5
Welke regels en beleidsbesluiten hanteert de Belastingdienst sinds 22 juli 2018 bij
de RVU?
Antwoord 5
Vanaf de datum van het arrest, 22 juni 2018, is de rechtsopvatting van de Hoge Raad
over hoe vertrekregelingen op de aanwezigheid van een RVU-karakter beoordeeld moeten
worden geldend recht en voor de inspecteur de rechtsregel. Eerder uitgebrachte beleidsbesluiten
die daarmee niet overeenkomen zijn in zoverre per direct achterhaald en bevatten niet
langer de toe te passen rechtsregel(s).
Vraag 6
Waarom heeft u de Kamer niet duidelijk geïnformeerd over de grote gevolgen voor de
door de staat betaalde RVU-regeling? Kunt u dat hier alsnog doen?
Antwoord 6
Op 10 oktober 2018 is de formele uitspraak van de belastinginspecteur over de door
de Staat betaalde RVU-heffing ontvangen. De Kamer is op het eerstvolgende mogelijk
moment, te weten de Najaarsnota en de 2e suppletoire begroting 2018, geïnformeerd over deze uitspraak. Hierin is gemeld dat
het in 2018 nog resterende bedrag van € 6 mln. vrijvalt. Ook is hierbij aangegeven
dat de in het verleden betaalde RVU-heffing naar verwachting in 2019 worden terug
ontvangen op de Financiënbegroting. De terug te ontvangen bedragen (circa € 95 mln.
in 2019) en de vrijvallende budgetten in 2019 (€ 30 mln.) en 2020 (€ 43 mln.) worden
betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming 2019. De Kamer wordt hierover bij Voorjaarsnota
2019 geïnformeerd.
Vraag 7
Krijgt de Belastingdienst de reeds betaalde RVU-premie terug? Zo ja, wanneer en waar
op de begroting wordt dit verantwoord?
Antwoord 7
Naar verwachting wordt in 2019 circa € 95 mln. terugontvangen op artikel 1 Belastingen
op de Financiënbegroting.
Vraag 8
Kunnen werkgevers, die naar aanleiding van een reorganisatie onvrijwillig tegen een
RVU-boete opliepen, alsnog een beroep doen op de uitspraak van de Hoge Raad?
Antwoord 8
Ja, alleen niet indien ten tijde van het arrest een opgelegde RVU-heffing al onherroepelijk
vaststond.
Vraag 9
Konden andere werkgevers, net als de werkgever Belastingdienst, de afspraak maken
met de inspecteur dat ze niet hoefden te procederen en dat hun bezwaar beoordeeld
zou worden naar aanleiding van lopende zaken? Zo nee, heeft dat dan geen ongelijkheid
gecreëerd?
Antwoord 9
Ja, ook andere werkgevers konden tegen de eigen afdracht van een RVU-heffing in bezwaar
komen en vervolgens de inspecteur verzoeken de uitspraak van de Hoge Raad in de toentertijd
lopende procedure af te wachten voor de beoordeling van het bezwaar.
Vraag 10
Bent u ervan op de hoogte dat volgens de nog geldende beleidsbesluiten (zoals BLKB2013/2200M)
de Belastingdienst gewoon RVU verschuldigd is?
Antwoord 10
Het is mij bekend dat die besluiten er nog liggen. Ze bevatten evenwel geen geldend
recht meer voor zover zij strenger – in het nadeel van de belastingplichtige – zijn.
De besluiten zullen binnenkort bij een actualisering van het verzamelbesluit over
pensioenen4 worden ingetrokken.
Vraag 11
Kunt u aangeven wat het nieuwe beleid voor de RVU-heffing precies inhoudt, zodat werkgevers
(inclusief het Ministerie van Defensie) er rechtszekerheid aan kunnen ontlenen?
Antwoord 11
De inspecteur past het recht toe zoals de Hoge Raad dat heeft aangegeven in zijn arrest.
De in het loonbelastingmaterieel opgenomen passages over de RVU-heffing, zoals onder
meer in het Handboek Loonheffingen, worden daarmee in overeenstemming gebracht. Ook
zal de Belastingdienst gelijktijdig met het uitbrengen van het bovengenoemde verzamelbesluit
over pensioenen een Handreiking RVU op www.belastingdienstpensioensite.nl plaatsen.
Het Ministerie van Defensie zal in bezwaar gaan tegen de eigen RVU-heffing.
Vraag 12
Kunt u deze vragen een voor een en binnen een week beantwoorden in verband met de
Najaarsnota?
Antwoord 12
De vragen zijn elk afzonderlijk beantwoord, alleen helaas niet binnen de hier gevraagde
termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.