Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Raak over het graaigedrag rondom een Nederlandse topambtenaar op Curaçao
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het graaigedrag rondom een Nederlandse topambtenaar op Curaçao (ingezonden 21 november 2018).
Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen
11 december 2018).
Vraag 1
Waarom is er voor gekozen een topambtenaar een buitenlandvergoeding toe te kennen
terwijl zijn woonplaats in Nederland was?1
Vraag 2
Waarom vindt u het goed dat de ambtenaar voor achttien dagen werk in negen maanden
een vergoeding van 2.319 euro per verbleven dag ontving?
Vraag 3
Vindt u het achteraf terecht dat is afgeweken van de richtlijnen van het ministerie?
Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u hier aan doen?
Vraag 4
Kunt u toezeggen dat het teveel ontvangen bedrag wordt teruggevorderd? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 5
Deelt u de zorg dat dit soort graaigedrag de geloofwaardigheid van Nederland op de
eilanden aantast? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Er zijn schriftelijke vragen (2018Z21681) gesteld door de leden Van Raak (SP) en Van der Molen, Van den Berg en Omtzigt (allen
CDA) naar aanleiding van een bericht van de NOS op haar website van 16 november jongstleden
met als onderwerp «Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao».
In mijn brief van 20 november 2018 (2018-000901595) en ook tijdens het mondelinge
vragenuur van 20 november 2018, heb ik u bericht dat ik, mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken, de Auditdienst Rijk (ADR) heb gevraagd om onderzoek te doen
naar de feiten in deze casus. Ook heb ik de ADR gevraagd om in meer algemene zin het
onderhavige Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(VU BZK) tegen het licht te houden en aanbevelingen te doen voor de toekomst.
Ook heb ik gezegd dat het ministerie gaat beoordelen hoe maatwerk-afspraken onderdeel
kunnen worden van het VU BZK. Daartoe acht ik het gewenst dat eerst de ADR haar onderzoek
doet. De ADR heeft gemeld er naar te streven het rapport eind januari 2019 op te leveren.
Ik hecht aan een grondig, zorgvuldig en onafhankelijk onderzoek door de ADR. Als dit
onderzoek is afgerond, dan wel indien tussentijdse resultaten daartoe aanleiding geven,
zal ik u terstond informeren. Daarbij zal ik ook deze Kamervragen beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.