Amendement : Amendement van het lid Van Raan c.s. over het verplichten van de tussendoelstellingen
34 534 Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius en Agnes Mulder houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet)
Nr. 24 AMENDEMENT VAN HET LID VAN RAAN C.S.
Ontvangen 6 december 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «streven Onze Ministers wie het aangaat naar een» wordt vervangen door
«is de».
2. De zinsnede «van 49%» wordt vervangen door «65%».
3. Na «in 2030 en» wordt ingevoegd «streven Onze Ministers wie het aangaat naar».
Toelichting
Dit amendement stelt een harde resultaatsverplichting van 65% CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 19901. Dit is een tussendoel naar 100% CO2-reductie in 2040 en dient om de temperatuurstijging tot maximaal anderhalve graad
te beperken. In dit scenario wordt op korte termijn (tot 2030) verhoudingsgewijs meer
CO2 gereduceerd dan op langere termijn (tot 2040).
«Klimaatverandering op lange termijn is niet afhankelijk van emissies op een specifiek
moment, maar van cumulatieve emissies over een langere periode», stelt de Wetenschappelijke
Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)2. «Dat betekent dat het zinvol is om maatregelen eerder dan later te nemen, vooral
als er sprake is van een lange doorlooptijd in de effectiviteit van de maatregelen»
Het hof stelt dat «naarmate er later wordt ingezet op CO2-reductie neemt het carbonbudget sneller af en moeten op dat latere tijdstip aanzienlijk
verdergaande maatregelen worden genomen om het gewenste niveau te bereiken».3 Wachten met reductie is dus allerminst kosteffectief. Tegelijk nemen de klimaatrisico’s
daardoor onnodig toe (e.g. overstromingen, stijging van het aantal infectieziekten,
verlies van biodiversiteit, verstoring van de drinkwatervoorziening en financiële
instabiliteit) met hogere kosten tot gevolg.4
5 De Verenigde Naties waarschuwt dat het na 2030 zelfs niet meer mogelijk is om de
opwarming van de aarde nog onder de twee graden te houden. Zij spreken van de noodzaak
van «ongekende en urgente actie»
Dit amendement geeft tevens invulling aan het rechtvaardigheidsprincipe zoals internationaal
is overeengekomen (artikel 4 van het Parijs-akkoord), namelijk dat rijke, geïndustrialiseerde
het voortouw zullen nemen in het zo snel mogelijk realiseren van zo veel mogelijk
CO2-reductie.
Van Raan
Ouwehand
Wassenberg
Teunissen
Akerboom
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.S. Akerboom, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Christine Teunissen, Tweede Kamerlid