Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Teunissen over het nieuws dat een lek in de persleiding van FrieslandCampina tienduizenden vissen het leven heeft gekost
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat een lek in de persleiding van FrieslandCampina tienduizenden vissen het leven heeft gekost (ingezonden 16 november 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
5 december 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Drie kilometer Berkel opgegeven: geen levende vis te
bekennen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat door een lek in een persleiding, gebruikt door FrieslandCampina,
tienduizenden vissen een verstikkingsdood zijn gestorven?2
Antwoord 2
Inderdaad heeft een lek in de persleiding die afvalwater van FrieslandCampina transporteert
naar de waterzuivering in Zutphen, geleid tot grootschalige vissterfte in de Berkel
als gevolg van zuurstofgebrek. Het precieze aantal dode vissen is mij niet bekend.
Gelukkig kon een aanzienlijk aantal vissen gered worden dankzij de inzet van vissers,
vrijwilligers en medewerkers van Waterschap Rijn en IJssel.
Vraag 3 en 4
Klopt de berichtgeving dat er bijna een week is gepasseerd tussen de constatering
van het lek (4 november) en het oplossen van het lek (10 november)?3
Kunt u aangeven waarom het tot zaterdag 10 november duurde voordat er een omleiding
voor de afvalwaterstroom is gerealiseerd?4
Antwoord 3 en 4
Het klopt dat er tussen het constateren van een lagere druk in de leiding en het omleiden
van de afvalwaterstroom vijf dagen zat. In de tussentijd heeft het waterschap het
lek opgespoord en maatregelen genomen om de gevolgen van het lek voor het waterleven
in en om de Berkel zoveel mogelijk te beperken.
De tijd die er lag tussen constatering en maatregelen aan de leiding zelf, heeft te
maken met de ondergrondse ligging ervan. Toen duidelijk was dat er een probleem was
met de leiding, moest eerst de breuk gevonden worden. De 17 km persleiding ligt op
een diepte van ongeveer 1,5 meter onder maaiveld, niet overal in begaanbaar terrein.
Het traject moest veelal lopend geïnspecteerd worden. Ter plekke van de breuk ligt
de leiding nog dieper, op 3,25 meter onder maaiveld, in verband met een zinker onder
het Twentekanaal. De lozing bevond zich op een slecht bereikbare plaats en uitte zich
als een moerassig gebied met een zwarte vlek in de Berkel; niet als een stroompje
of spuitende fontein wat men misschien zou verwachten bij een persleiding. Er zijn
dan ook geen meldingen van omwonenden of passanten geweest die ontdekking hadden kunnen
versnellen.
De omleiding en later de reparatie konden pas plaatsvinden nadat de locatie drooggelegd
was door het grondwater weg te pompen (bemaling).
Nadat de calamiteit was geconstateerd heeft het waterschap eerst een benedenstroomse
stuw omhoog gezet (stuw Hoge Weide), om verspreiding van de verontreiniging naar benedenstroomse
stuwpanden te minimaliseren. Vanaf woensdagochtend zijn er pompen geplaatst die het
verontreinigde water uit de Berkel in een oud baggerdepot pompen. Vanaf donderdagavond
8 november kwam er daardoor geen water meer over de stuw Hoge Weide en verspreidde
de verontreiniging zich niet meer naar benedenstroomse stuwpanden. Tegelijk is er
schoon water uit het Twentekanaal in de Berkel gelaten, om de vervuiling benedenstrooms
te verdunnen. Ook zijn er beluchters geplaatst om het zuurstofgehalte weer zo snel
mogelijk te herstellen.
Vraag 5
Kunt u aangeven waarom gewacht is tot donderdagmiddag 8 november om in overleg te
treden over het redden van vissen terwijl op dinsdagochtend 6 november al geconstateerd
werd dat vissen te lijden hadden onder het ongewoon lage zuurstofniveau?
Antwoord 5
Toen het lage zuurstofniveau werd geconstateerd, zijn op dinsdag 6 november beluchters
geplaatst om extra zuurstof toe te voegen en hebben lokale vrijwilligers al vissen
overgezet. Op woensdag 7 november is ook een professionele beroepsvisser ingezet.
Vraag 6
Had naar uw mening de massale vissterfte voorkomen kunnen worden als eerder was begonnen
met het overplaatsen van vissen? Kunt u aangeven waarom daartoe niet eerder besloten
is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Toen de calamiteit ontdekt werd, was er al sprake van vissterfte. Het waterschap heeft
daarna maatregelen genomen om het eiwitrijke (zuurstofloze) water te isoleren van
de rest van de Berkel, zuurstof en vers water in de rest van de Berkel te laten stromen
en vissen over te plaatsen. Hierdoor konden veel vissen gered worden. Zie ook antwoord
op vraag 5.
Vraag 7
Kunt u aangeven waarom woensdagochtend wel besloten werd boeren en omwonenden te adviseren
hun dieren niet te laten drinken uit de Berkel maar niet besloten werd de dieren in
de Berkel te beschermen?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Kunt u aangeven op welk moment daadwerkelijk begonnen is met het vangen en in veiligheid
brengen van de vissen?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 5
Vraag 9
Wat is de verwachte levensduur van een persleiding zoals deze? Klopt het dat de persleiding
in dit geval slechts vijf jaar oud is?5 Waren er eerder problemen met de persleiding?
Antwoord 9
De persleiding, die van Borculo via Lochem naar Zutphen loopt, is nu zes jaar oud
en is ontworpen op een levensduur van 50 jaar. Er waren geen eerdere problemen.
Vraag 10
Klopt het dat de persleiding in beheer is van het Waterschap Rijn en IJssel en bij
vergunning gebruikt wordt door FrieslandCampina?6
Antwoord 10
Nee. De persleiding is aangelegd vanwege waterkwaliteitsdoelen voor de Berkel; bij
de uitbreiding van de zuivelfabriek in Borculo is gekozen om afvalwater niet te zuiveren
in de voormalige zuivering Borculo (die loosde op de Berkel) maar in de rioolwaterzuivering
Zutphen (die loost op de IJssel). Toen is ook de zuivelfabriek in Lochem op de leiding
aangesloten. De persleiding is in eigendom en beheer van het waterschap. Het waterschap
zuivert het restwater van Friesland Campina. De leiding wordt dus niet bij vergunning
gebruikt door Friesland Campina.
Vraag 11
Is het mogelijk dat de druk in de persleiding te hoog is opgevoerd? Zo ja, bent u
bereid dat te onderzoeken?
Antwoord 11
De oorzaak van de breuk wordt momenteel onderzocht. Ik wacht de resultaten van dat
onderzoek af.
Vraag 12
Wie is verantwoordelijk voor het regelen van de druk in de persleiding?
Antwoord 12
Dat is het waterschap.
Vraag 13
Wie is verantwoordelijk voor de ontstane milieuschade? Worden de volledige kosten
verhaald op de verantwoordelijke partij? Behelst dat ook de kosten die noodzakelijk
zijn voor het herstellen van de flora en fauna?
Antwoord 13
De verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om kosten te verhalen van de schade en
vervolgschade kunnen pas worden bepaald wanneer het onderzoek naar de oorzaak is afgerond.
Vraag 14
Kunt u aangeven wat de consequenties zijn voor de flora en fauna in het reservoir
waar het afvalwater momenteel naar omgeleid wordt? Kunt u garanderen dat het afvalwater
niet via het grondwater alsnog benedenstrooms bij de stuw Hoge Weide komt?
Antwoord 15
Het afvalwater is naar een oud baggerdepot van Rijkswaterstaat geleid, waar geen negatieve
consequenties te verwachten zijn voor flora en fauna, noch voor het grondwater.
Vraag 15
Bent u bekend met de lekkage een jaar geleden bij de FrieslandCampina fabriek in Lochem
waarbij salpeterzuur vrijkwam en ernstige bodemverontreiniging ontstond?7
Antwoord 15
Ja.
Vraag 16
Wat zeggen deze twee incidenten met een groot nadelig effect op het milieu volgens
u over het veiligheidsbeleid in deze fabriek? Wordt naar uw mening voldoende aandacht
besteed aan de veiligheid?
Antwoord 16
De twee incidenten staan los van elkaar, en verschillen qua verantwoordelijkheden
en bevoegd gezag. De huidige calamiteit wordt nog geëvalueerd. Uitspraken of conclusies
over veiligheid kunnen hier dus niet uit getrokken worden.
Vraag 17
Wanneer was er voor het laatst een veiligheidsinspectie bij de fabrieken in Lochem
en Borculo? Wat waren de conclusies en aanbevelingen destijds?
Antwoord 17
Zowel Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) als Waterschap Rijn en IJssel voeren inspecties
uit bij het bedrijf, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Beiden geven aan
geen aandachtspunten te hebben geconstateerd die de huidige calamiteit hadden kunnen
voorzien.
Vraag 18
Kunt u aangeven waarom heemraad Frank Wissink het beeld schetst dat de keuze bestond
uit óf een voortdurende lozing van afvalwater met bijbehorende milieuschade óf het
tijdelijk stilleggen van de productie met als gevolg milieuschade vanwege melkveehouders
die overtollige melk lozen?8
Antwoord 18
Ik kan niet spreken voor dhr. Wissink. Zijn boodschap was in mijn ogen vooral bedoeld
om aan te geven dat het stilleggen van de productie veel tijd in beslag neemt en om
de consequenties van lang stilleggen van het bedrijf te benadrukken. In praktijk heeft
het waterschap snel gehandeld om de schade zoveel mogelijk te beperken. Zie ook de
antwoorden op 3, 4, 5, 19 en 20.
Vraag 19 en 20
Bestaat en bestond er geen mogelijkheid om in het geval van een calamiteit de productie
tijdelijk stil te leggen zonder dat daardoor milieuschade ontstaat?
Acht u het wenselijk dat een situatie blijft voortbestaan waarbij het tijdelijk stilleggen
van de productie in één of twee fabrieken elders milieuschade oplevert? Zo nee, welke
maatregelen gaat u treffen om in het geval van een calamiteit milieuschade te voorkomen?
Klopt het dat het lozen van overtollige melk door veehouders verboden is? Hoe groot
acht u daarmee het risico op milieuschade door lozingen van overtollige melk?
Antwoord 19 en 20
Het al dan niet stilleggen van de productie is niet aan mij maar aan het bevoegd gezag
in samenspraak met het bedrijf. Het gaat hier om een persleiding die afvalwater transporteert
van twee fabrieken van FrieslandCampina (Lochem en Borculo). Volledig stilleggen van
de afvoer van afvalwater is in verband met het volcontinu proces van beide fabrieken
niet eenvoudig en kost 72 uur. De grootste milieuschade is in de eerste 24 uur na
het ontstaan van de lekkage ontstaan, voordat het lek was gelokaliseerd.
De maatregelen die het waterschap heeft genomen om de schade te beperken en het afvalwater
om te leiden, samen met de vermindering van de lozing die FrieslandCampina verzorgde
door onderdelen van de productie stil te leggen, maakten volledig stilleggen van de
productie niet nodig.
Voor conclusies over de te leren lessen uit deze calamiteit wacht ik de evaluatie
van het waterschap af.
Het lozen van melk door veehouders is inderdaad verboden en de situatie dat melk overtollig
werd heeft zich niet voorgedaan.
Vraag 21
Bestond er geen mogelijkheid de productie in Lochem en Borculo stil te leggen en de
melk elders te verwerken gezien het feit dat FrieslandCampina ook zuivelfabrieken
heeft in Maasdam, Rotterdam, Leeuwarden, Veghel, Limmen, Drachten, Beilen, Bedum,
Den Bosch, Noordwijk, Born, Balkbrug, Dronrijp, Gerkesklooster, Lutjewinkel, Marum,
Rijkevoort, Steenderen, Wolvega, Workum, Leerdam, Meppel, Veghel en Nuenen?
Antwoord 21
Zoals bij vraag 19 en 20 aangegeven, is de grootste schade ontstaan aan het begin
van de calamiteit. Stilleggen van de productie, afvoeren van afvalwater per vrachtwagen
of verwerken van melk op andere locaties zijn weliswaar mogelijk, maar zijn ingewikkeld
en kosten (veel) tijd.
Vraag 22
Kunt u aangeven welke overwegingen ten grondslag lagen aan het besluit van het Waterschap
Rijn en IJssel om de productie niet stil te leggen?
Antwoord 22
Zie antwoord op vragen 19 en 20
Vraag 23
Bent u van mening het Waterschap op de juiste gronden heeft besloten de FrieslandCampina
fabrieken niet stil te leggen en het lozen van 400.000 liter afvalwater per uur te
gedogen?
Antwoord 23
Er was in dit geval geen sprake van gedogen. Van een gedoogsituatie is sprake als
een bestuursorgaan overtredingen van bepaalde wettelijke voorschriften besluit niet
te vervolgen. Daarvan is in dit geval geen sprake geweest; het waterschap heeft er
alles aan gedaan om de situatie zo snel mogelijk op te heffen en de gevolgen te beperken.
Zie verder het antwoord op vragen 19 en 20.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.