Schriftelijke vragen : Kinderarbeid en niet betalen van minimumlonen bij Nederlandse en in Nederland actieve zaadbedrijven die in India actief zijn
Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over kinderarbeid en niet betalen van minimumlonen bij Nederlandse en in Nederland actieve zaadbedrijven die in India actief zijn (ingezonden 27 november 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Remedies for Indian seed workers in sight? – Monitoring
report on tackling child labour and non-payment of minimum wages in Hybrid cotton-
and vegetable seeds production in India» van de Landelijke India Werkgroep en de coalitie
Stop Kinderarbeid?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de bevindingen uit het rapport dat de in het rapport genoemde
bedrijven aangeven dat er gemiddeld minder dan 1% kinderarbeid voorkomt in hun productieketens,
terwijl eerdere rapportages van de Landelijke India Werkgroep uit 2015 en recentere
andere bronnen, waaronder een rapport van de Council on Ethics van het Norwegian Government
Pension Fund, aangeven dat dat percentage veel hoger is?2 Wat is uw reactie op de bevinding dat er vaak door de leveranciers van zaadbedrijven
nog geen minimumlonen worden betaald?
Vraag 3
Wat is er gebeurd met de toezeggingen die de vorige Minister van Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking heeft gedaan in reactie op de Kamervragen naar aanleiding
van de rapporten van de Landelijke India Werkgroep uit 2015?3
Hoe beoordeelt u het feit dat er niet is of wordt gewerkt aan een «een sectorconvenant
met de zadensector en direct betrokkenen»? Bent u bereid om stappen te nemen om te
bevorderen dat er wel aan een dergelijk convenant wordt gewerkt of dat de zadenbedrijven
zich aansluiten bij een mogelijk ander convenant, zoals Land- en Tuinbouw of Voedingsmiddelen?
Vraag 4
Kunt u aangegeven of er in het Memorandum of Understanding tussen Nederland en India
gesproken wordt over kinderarbeid en het betalen van leefbaar loon door zaadbedrijven
die actief zijn in India en wat daar mogelijk de resultaten van zijn?
Vraag 5
Bent u bereid om Indiase organisaties of nieuwe gezamenlijke initiatieven te steunen
waarvan gebleken of te verwachten is dat zij een bijdrage kunnen leveren aan het effectief
aanpakken van kinderarbeid in de groente- en katoenzaadteelt en het werken aan tenminste
het officiële minimumloon, toewerkend naar een leefbaar loon?
Vraag 6
Zijn er bedrijven en/of de brancheorganisatie Plantum die naar aanleiding van de rapporten
van de Landelijke India Werkgroep uit 2015 daadwerkelijk effectieve klachtenmechanismes
hebben opgezet? Zo nee, wat gaat u doen om dit alsnog op te (laten) zetten?
Vraag 7
Kunt u aangeven tot welke activiteiten de steun aan de aanbeveling4 uit de rapporten van de Landelijke India Werkgroep uit 2015 over leefbaar loon heeft
geleid? Bent u bereid om – gezien in het nieuwe rapport geconstateerde geringe vooruitgang
– bedrijven en Plantum daarop aan te spreken?
Vraag 8
Onderschrijft u de aanbevelingen van het rapport en welke mogelijkheden ziet u om
aan de uitvoering daarvan bij te dragen? Bent u bereid met de betrokken bedrijven
in overleg te gaan en aan te dringen op de vorming van een convenant of aansluiting
bij een convenant, inclusief concreet stappenplan?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.