Schriftelijke vragen : Het bericht dat huurders slechter af zijn dan huizenbezitters
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat huurders slechter af zijn dan huizenbezitters (ingezonden 22 november 2018).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat huurders slechter af zijn dan huizenbezitters?1
Vraag 2
Welke verklaring heeft u voor het feit dat 55% van de huurders meer dan 30% van hun
netto-inkomen uitgeeft aan woonlasten in vergelijking met het feit dat dit bij slechts
24% van de huiseigenaren het geval is?
Vraag 3
Welke concrete stappen gaat u zetten om deze tweedeling op de woningmarkt op te lossen
en te voorkomen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Wat gaat u doen om de koopkracht van huurders te verbeteren, aangezien het Nibud eerder
berekende dat, gemiddeld genomen, kopers er in 2021 € 107,– op vooruit gaan en huurders
slechts € 55,–? Kunt u uw antwoord toelichten?2
Vraag 5
Bent u bereid om de mogelijkheden van huurverlaging te betrekken bij het verminderen
van de tweedeling in woonlasten, omdat de huurprijzen in zes jaar tijd met gemiddeld
18,5% zijn gestegen? Zo nee, waarom niet?3
Vraag 6
Hoe verklaart u dat het percentage huurders dat zeer tevreden is over zijn woonomstandigheden
slechts 44% is, terwijl dit bij de huizenbezitters 69% is?4
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat huurders net zo tevreden kunnen zijn over
hun woonomstandigheden als huiseigenaren, zodat ook deze tweedeling kan worden verkleind?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.