Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over Turkse weekendscholen
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Turkse weekendscholen (ingezonden 13 augustus 2018).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Buitenlandse Zaken (ontvangen
16 november 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 3116.
Vraag 1
Is het waar dat de Turkse overheid in verschillende landen bezig is met het opzetten
van weekendscholen, waaronder in Nederland?1
Antwoord 1
Vorig jaar heeft de Turkse overheid het project «Anadolu weekendscholen» gestart.
Binnen dit project kunnen weekendscholen buiten Turkije een subsidie krijgen van de
Turkse overheid voor het aanbieden van Turkse taal- en cultuurlessen. De Minister
van Buitenlandse Zaken heeft de Nederlandse zorgen over Turkse weekendscholen besproken
met zijn Turkse collega. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft in dit gesprek
toegezegd dat Turkije maximale transparantie met betrekking tot dit project voor weekendscholen
nastreeft en relevante informatie over deze weekendscholen met Nederland zal delen.
Vraag 4
Hoeveel aanvragen zijn er al gedaan om deze lessen in Nederland te kunnen geven? Gaat
u dit bijhouden en de Kamer hiervan op de hoogte houden?
Antwoord 4
De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft in het gesprek met de Minister van
Buitenlandse Zaken toegezegd dat Turkije maximale transparantie met betrekking tot
dit project voor weekendscholen nastreeft en relevante informatie over deze weekendscholen
met Nederland zal delen. Er is actief contact met Turkije hierover gezocht en het
contact hierover loopt nog steeds. De schatting van de Turkse overheid is dat er tot
nu toe circa 15 subsidieaanvragen vanuit Nederland zijn gedaan.
Vraag 2, 5, 6, 7, 8, 9
Vindt u het aanvaardbaar dat de Turkse overheid deze lessen in Nederland gaat financieren?
Welke voorwaarden verbindt u daaraan?
Deelt u de mening dat dit soort onderwijs «niet via de Turkse overheid» georganiseerd
moet worden omdat het «niet goed is voor de integratie in Nederland»? Zo nee, waarom
niet? Hoe voorkomt u dat «onze kinderen als speelbal» worden gebruikt door Turkije?
Hoe voorkomt u dat de weekendscholen de integratie belemmeren of antidemocratische
opvattingen bevorderen? Gaat u de lessen controleren? Zo nee, hoe gaat u dit achterhalen?
Deelt u de mening dat de weekendscholen geen instrument mogen zijn van «de lange arm
van Turkije»? Bent u bereid te onderzoeken op welke wijze u dat kunt tegengaan?
Bent u bereid het lesprogramma van de weekendscholen te onderzoeken, opdat u weet
of de lesinhoud in lijn is met de Nederlandse Grondwet? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat beïnvloeding van Nederlandse kinderen door ondemocratische regimes moet
worden bestreden? Zo ja, wat gaat u hiertegen ondernemen?
Antwoord 2, 5, 6, 7, 8, 9
Nederland is een open en vrije samenleving. De vrijheden van vereniging en van vergadering
zoals vastgelegd in onze Grondwet zijn een groot goed. Het staat landen vrij om behoud
van de eigen taal en cultuur te stimuleren in het buitenland. In veel gevallen betalen
landen daaraan mee en zijn ze daar ook helder over. Nederland doet dit ook.
Op dit moment heeft het kabinet geen volledig zicht op de aard en omvang van het informeel
onderwijs op onder andere weekendscholen die zich richten op taal, cultuur en religie,
omdat weekendscholen geen scholen zijn in de zin van de onderwijswetgeving. Dit houdt
bijvoorbeeld in dat de Inspectie van het Onderwijs hier geen wettelijke bevoegdheden
heeft. Het is daarom ook niet mogelijk om dit soort informeel onderwijs te verbieden.
Het staat iedere burger vrij om hun kinderen buiten de onderwijstijd informeel onderwijs
te laten volgen.
Wat het kabinet niet wenselijk vindt, is onderwijs dat de integratie in Nederland
belemmert of antidemocratische opvattingen stimuleert. Het kabinet vindt het van belang
dat in ons land alle mensen meedoen in de samenleving; informeel onderwijs zou dat
niet in de weg moeten staan.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de Nederlandse zorgen over Turkse weekendscholen
ook gedeeld met zijn Turkse collega, onder andere tijdens de gesprekken met zijn Turkse
collega op 3 en 4 oktober jl. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft in dit
gesprek toegezegd dat Turkije maximale transparantie met betrekking tot dit project
voor weekendscholen nastreeft en alle relevante informatie over deze weekendscholen
met Nederland zal delen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.