Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bergkamp en Ellemeet over de ondertekening van CIZ-aanvragen van wilsonbekwame cliënten
Vragen van de leden Bergkamp (D66) en Ellemeet (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de ondertekening van CIZ-aanvragen van wilsonbekwame cliënten (ingezonden 2 oktober 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 november
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 310.
Vraag 1
Bent u bekend met de systematiek van de Wet langdurige zorg (Wlz) omtrent het ondertekenen
van zorgaanvragen, met name van wilsonbekwame cliënten?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met de regels die voor het ondertekenen van een Wlz-aanvraag gelden.
Die regels houden in dat een Wlz-aanvraag moet worden ondertekend door de cliënt of
diens (wettelijk) vertegenwoordiger of een derde, daartoe gemachtigd door de cliënt.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de tijdelijke oplossing die op dit moment is gekozen door het Centrum
indicatiestelling zorg (CIZ) met als doel dat de cliënt niet de dupe wordt van het
ontbreken van een besluit van de Minister?
Antwoord 2
Met ActiZ, VGN en het CIZ is in verschillende overleggen stilgestaan bij de regels
die voor juiste ondertekening gelden. ActiZ en VGN geven aan dat deze regels leiden
tot vertraging in de indicatiestelling door het CIZ, vooral wanneer sprake is van
een gewijzigde zorgvraag en daarom een herindicatie (ander zorgprofiel) nodig is.
Voor (her)indicaties geldt dat het CIZ in situaties waarvan de ondertekening niet
juist is, de aanvraag toch in behandeling neemt als de familie van de cliënt een document
kan overleggen waaruit blijkt dat het adequaat regelen van de vertegenwoordiging in
gang is gezet. Een ontvangstbevestiging van het kantongerecht aan de cliënt dat de
aanvraag voor mentorschap in behandeling is genomen of een ondertekende intentieverklaring
voor het aanvragen hiervan, is afdoende.
Voor zogenaamde «eerste aanvragen» Wlz-zorg die zijn ingediend in combinatie met een
aanvraag voor toepassing van artikel 60 van de Wet Bopz geldt de afspraak die in juni
2015 met het CIZ is gemaakt. De afspraak houdt in dat deze gecombineerde aanvraag
als juist ondertekend wordt aangemerkt als een direct familielid (bijvoorbeeld echtgenoot
of kind) de aanvraag ondertekent. Hiermee is toen een evenwicht gevonden tussen het
borgen van belangen van de aanvrager en het bieden van een passende oplossing gericht
op het snel in behandeling kunnen nemen van een aanvraag voor Wlz-zorg.
Ik ben met ActiZ, VGN en het CIZ in overleg om te bezien op welke manier het CIZ snel
aanvragen in behandeling kan nemen, zonder afbreuk te doen aan de belangen van cliënten.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het tijdig opstellen van een levenstestament kan bijdragen aan
het voorkomen van situaties waar een cliënt de dupe van is? Zo ja, bent u bereid om,
in samenwerking met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, meer bekendheid te
geven aan het levenstestament? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja, ik deel de mening dat het tijdig opstellen van een levenstestament bij de notaris
of een zelfgeschreven wilsverklaring kan bijdragen aan het voorkómen van situaties
waarin onbegrip en frustratie kan ontstaan bij verschillende belanghebbenden, zoals
een cliënt (en zijn familie) of een zorgaanbieder die namens de cliënt een Wlz-aanvraag
indient.
De KNB besteedt veel aandacht aan voorlichting over het levenstestament. Uit cijfers
van de KNB blijkt dat het aantal levenstestamenten blijft toenemen. Ook vanuit zorgaanbieders
en patiëntenfederaties kan op het belang van een levenstestament of zelfgeschreven
wilsverklaring worden gewezen.
Vraag 4
Klopt het dat het voor ouders, kinderen, zussen en broers op dit moment wel mogelijk
is beslissingen te nemen over medische behandelingen voor hun naasten2, als zij dat zelf niet meer kunnen doen, maar dat dezelfde familieleden niet zouden
mogen beslissen over zorgverzwaringen en andere aanvragen voor indicatiestelling waarvoor
familieleden niet mogen tekenen? Zo ja, vindt u dit wenselijk?
Antwoord 4
In Nederland is het zo geregeld dat familieleden in het kader van de WGBO en de Wet
Zorg en Dwang beslissingen kunnen nemen over medische behandelingen, als de vertegenwoordiging
van de wilsonbekwame cliënt niet goed is geregeld. Voor het doen van een Wlz-aanvraag
is dit niet op deze wijze geregeld.
Het doen van een Wlz-aanvraag moet weloverwogen gebeuren en uit vrije wil, omdat de
gevolgen ingrijpend kunnen zijn. Een Wlz-indicatie is gericht op rechtsgevolg. De
Wlz-indicatie is in principe van onbepaalde duur, leidt tot het betalen van een eigen
bijdrage en kan recht geven op een PGB, dat grote financiële gevolgen kan hebben indien
de vertegenwoordiger niet de rechten en de plichten van het pgb nakomt.
Ik vind dat een Wlz-aanvraag niet gelijkgesteld mag worden met beslissingen over zorg,
bijvoorbeeld in het kader van de WGBO of de Wet Zorg en Dwang, die soms een spoedeisend
karakter hebben. Voor deze laatste beslissingen geldt dat naasten die juist wél kunnen
nemen omdat het daarbij gaat om beslissingen over een behandeling (een feitelijke
handeling) waarvoor het wenselijk is dat dergelijke beslissingen wel door naasten
worden genomen, omdat de cliënt juist deze beslissingen niet meer goed zelf kan nemen.
In de Wlz worden de regels uit het Burgerlijk Wetboek gevolgd over vertegenwoordiging.
Dit is niet anders dan wat geldt voor vertegenwoordiging op andere terreinen zoals
het regelen van bankzaken. Cliënten kunnen er bijvoorbeeld door zorgaanbieders of
het CIZ op worden aangesproken om vertegenwoordiging goed te regelen of laten regelen.
Vooral wanneer sprake is van een herindicatie kan in de tijd voorafgaand aan de aanvraag
de vertegenwoordiging worden geregeld.
Vraag 5, 6
Welke stappen dienen genomen te worden om te komen tot een duidelijke en definitieve
regeling over de ondertekening van aanvragen van wilsonbekwame cliënten?
Deelt u de mening dat het ontbreken van een duidelijke en definitieve regeling over
de ondertekening van aanvragen van wilsonbekwame cliënten leidt tot onduidelijkheid
bij het CIZ, instellingen en de naasten rondom een cliënt? Zo ja, wanneer gaat u de
stappen uit vraag 5 ondernemen?
Antwoord 5, 6
In het antwoord op vraag 2 heb ik aangegeven dat ik in overleg ben met ActiZ, VGN
en het CIZ om te bezien op welke manier het CIZ snel aanvragen in behandeling kan
nemen, zonder afbreuk te doen aan de belangen van cliënten. Een wijziging van de Wlz
vind ik niet wenselijk. In het antwoord op vraag 4 heb ik toegelicht waarom ik hecht
aan de huidige regeling voor de ondertekening van de Wlz-aanvraag.
Vraag 7
Bent u bereid om voor het eind van 2018 te komen met een duidelijke en definitieve
regeling over de ondertekening van aanvragen van wilsonbekwame cliënten met het oog
op cliënten, naasten, instellingen en het CIZ?
Antwoord 7
Ja, ik ben bereid om snel met betrokken partijen tot passende afspraken te komen,
waarmee recht wordt gedaan aan belangen van de cliënt en het belang van een soepel
indicatieproces. Het uitgangspunt is dat de cliënt weloverwogen en uit vrije wil kiest
voor het aanvragen van Wlz-zorg, zoals toegelicht in het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.