Lijst van vragen : Lijst van vragen over de stand van zaken uitvoering bestuursovereenkomst grondwaterbeschermingsgebieden in het kader van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (Kamerstuk 33037-313)

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de stand
van zaken uitvoering bestuursovereenkomst grondwaterbeschermingsgebieden in het kader
van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (Kamerstuk 33 037, nr. 313).

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De adjunct-griffier van de commissie, Konings

Nr.

Vraag

1

Bij welke overheid ligt nu de primaire verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van
het water in de grondwaterbeschermingsgebieden, bij de rijksoverheid of bij de provincies?

2

Welke 11 gebieden zijn afgevallen als grondwaterbeschermingsgebieden?

3

Worden de gebieden die niet langer zijn opgenomen in de lijst van grondwaterbeschermingsgebieden
nog gemonitord?

4

Wat wordt verstaan onder de invloed van land- en tuinbouw op het grondwater?

5

Welke invloeden van steden en natuur zijn er en hoe zijn deze gedefinieerd?

6

Hoeveel van de vier provinciale uitvoeringsovereenkomsten die op het moment van het
versturen van de brief waren gesloten, zijn gesloten voor de eerder door u gestelde
deadline van 30 juni 2018? Indien de verschillende overeenkomsten later dan deze datum
zijn gesloten, op welke data zijn ze gesloten?

7

Is inmiddels de uitvoeringsovereenkomst met de provincie Limburg afgerond? Zo ja,
op welke datum?

8

In het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn werd gesproken over 40 grondwaterbeschermingsgebieden,
maar dit zijn er nu 34; in hoeverre moet de Europese Commissie op de hoogte gesteld
worden van deze wijziging en wat is hiervoor de procedure?

9

Wordt de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg?

10

Op welke datum zou de nul-situatie in de verschillende grondwaterbeschermingsgebieden
moeten zijn vastgesteld?

11

Houdt u vast aan uw eerdere toezegging om halverwege het jaar 2019 alsnog te herzien
of aanvullende wettelijke maatregelen nodig zijn?