Schriftelijke vragen : De Wet Bronbelasting 2020
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de Wet Bronbelasting 2020 (ingezonden 29 oktober 2018).
Vraag 1
Kent u het artikel «Wetenschappers: Bronbelasting is vooral een pr-stunt van het kabinet»
en het artikel «Bronbelasting 2020: een wassen neus»?1 2 Wat is uw reactie op deze artikelen?
Vraag 2
Hoeveel zegt het statutaire tarief over de vraag of een land een laagbelastende jurisdictie
is? Erkent u dat een hoog statutair tarief in combinatie met relatief veel grondslagversmallers
kan resulteren in lage belastingen?
Vraag 3
Is het gezien voorgaande vraag niet logischer om het effectieve tarief te hanteren
in plaats van het statutaire? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Waarom wordt niet aangesloten bij de anti-winstdrainagebepaling in de vennootschapsbelasting
(Vpb) en de reële heffingstoets van de deelnemingsvrijstelling, welke uitgaan van
een effectief tarief van 10%? Waarom wordt niet aangesloten bij de ATAD-richtlijn
(Anti Tax Avoidance Directive), specifiek de maatregel voor CFC’s (Controlled Foreign
Companies), welke een grens hanteert van precies de helft van het tarief van de Nederlandse
Vpb?
Vraag 5
Waarom geldt de bronbelasting alleen bij betalingen aan gelieerde lichamen? Kunt u
aantonen dat er geen belastingontwijking voorkomt bij betalingen aan niet-gelieerde
lichamen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Is het logisch om de bronbelasting op dividend ook alleen toe te passen bij betalingen
aan gelieerde lichamen, aangezien de Nederlandse belastinggrondslag als gevolg van
dividenduitkeringen kleiner wordt, zowel in het geval van betalingen aan een gelieerd
lichaam als in het geval van betalingen aan niet-gelieerde lichamen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 7
Kunt u uitleggen hoe de nieuwe bronbelastingen onder het bereik van de belastingverdragen
vallen?
Vraag 8
Is bekend hoeveel van de relevante tussenhoudsters nog niet voldoen aan de nieuwe
substance-eis? Hoe wordt gecontroleerd dat ze voldoen aan de nieuwe eisen?
Vraag 9
Deelt u de mening dat de nieuwe substance-eis met het loonkostencriterium en het eigenkantoorcriterium
geen grote hindernis is en dat het hierdoor gemakkelijk wordt de bronbelasting te
omzeilen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u bereid substance-eisen te ontwikkelen die niet kunnen worden aangeboden door
trustkantoren? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.