Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over apothekers die een voorschrift van een arts negeren
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over apothekers die een voorschrift van een arts negeren (ingezonden 10 oktober 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 30 oktober 2018).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de enquête van de Patiëntenfederatie waaruit blijkt dat apothekers
vaak een ander geneesmiddel meegeven dan de arts onder vermelding medische noodzaak
heeft voorgeschreven?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat apothekers het voorschrift van de arts negeren? Wat vindt u
ervan dat zij dat naar eigen zeggen doen uit kostenoverwegingen?
Antwoord 2
Een recept kan niet zomaar worden genegeerd. Kostenoverweging spelen ten algemene
altijd een rol, echter op het niveau van de individuele patiënt kunnen kostenoverwegingen
niet de doorslag geven. Het criterium is of het medisch niet verantwoord is om een
preferent geneesmiddel af te leveren.
Vraag 3
Wie schrijft voor, de arts of de apotheker?
Antwoord 3
De arts schrijft het geneesmiddel voor, en de apotheker controleert het recept.
Vraag 4 en 5
Bent u van mening dat wanneer een apotheker zich niet kan vinden in de «medische noodzaak»
die de arts op het recept aangeeft, een ander, goedkoper middel aan de patiënt gegeven
mag worden? Zo nee, hoe gaat u dit voorkomen? Zo ja, waarom?
Deelt u de mening dat de discussie over welk geneesmiddel wordt afgeleverd, gevoerd
dient te worden tussen de zorgverleners onderling en niet met de patiënt aan de balie?
Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat de apotheker met de voorschrijvend arts overlegt
en uiteindelijk het geneesmiddel aan de patiënt geeft dat de arts voorschrijft?
Antwoord 4 en 5
Ik vind dat een apotheker met de patiënt en met de voorschrijvende arts moet kunnen
bespreken welk (ander) geneesmiddel wordt verstrekt, indien hij zich niet kan vinden
in (onderdelen van) een recept.
Ik organiseer een bestuurlijk overleg met alle betrokken partijen om tot heldere uitgangspunten
te komen bij het wisselen van geneesmiddelen. Zie hiervoor ook mijn antwoord op vraag
4 van het Lid Van Gerven over dit onderwerp (vragen 2018Z18055).
Vraag 6
Deelt u de mening dat uitleg over het preferentiebeleid een onderdeel van de zorgtaak
van de apotheker is? Zo ja, denkt u dat de apothekers hiervan ook voldoende overtuigd
zijn of dient u hen daarop te wijzen?
Antwoord 6
Zorgverleners zullen soms aan patiënten uitleg moeten geven over de gevolgen die regelgeving
kan hebben voor hun persoonlijke situatie. Ik denk dat apothekers daar voldoende van
overtuigd zijn. Daarnaast verwacht ik ook van de verzekeraars dat zij hun verzekerden
goed inlichten over hun (preferentie)beleid.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Gerven
(SP), ingezonden 10 oktober 2018 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nr. 435)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.