Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Özütok en Van Ojik over het bericht 'Berispte ambtenaar blijft actief in vrouwenrechten'
Vragen van het de leden Özütok en Van Ojik (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Berispte ambtenaar blijft actief in vrouwenrechten» (ingezonden 3 oktober 2018).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 25 oktober 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Berispte ambtenaar blijft actief in vrouwenrechten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het bericht dat een ambtenaar van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die
als coördinator werkte voor een internationaal project om vrouwenrechten te beschermen,
zich schuldig heeft gemaakt aan (seksuele) intimidatie, financieel machtsmisbruik
en pesten?
Vraag 3
Klopt het bericht dat zes klachten tegen hem gegrond zijn verklaard? Zo ja, onder
welke categorie vielen de gegronde klachten (seksuele intimidatie, financieel machtsmisbruik
en pesten)?
Antwoord 2 en 3
Er zijn klachten over ongewenste omgangsvormen ingediend tegen een ambtenaar van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze zijn onderzocht door een speciale klachtencommissie.
Zes van de klachten zijn gegrond verklaard.
Vraag 4
Wat voor gevolgen heeft dit gehad voor de desbetreffende ambtenaar?
Antwoord 4
De ambtenaar heeft een disciplinaire maatregel opgelegd gekregen.
Vraag 5
Klopt het bericht dat de desbetreffende ambtenaar is overgeplaatst naar een andere
afdeling, in een gelijkwaardige functie, waar hij nog steeds werkt op het gebied van
vrouwenrechten? Zo ja, bent u voornemens de desbetreffende ambtenaar te laten werken
in die functie?
Antwoord 5
Nadat klachten waren binnengekomen is de betrokken ambtenaar onmiddellijk overgeplaatst.
In het functieprofiel van de huidige functie staan vrouwenrechten niet benoemd. In
verband met de privacy van betrokkene kan ik geen verdere uitspraken doen over de
precieze invulling van deze functie.
Vraag 6
Vindt u dat de desbetreffende ambtenaar hiermee is gestraft voor zijn gedrag?
Antwoord 6
Ja, er is een disciplinaire maatregel opgelegd.
Vraag 7
Kunt u zich voorstellen dat het voor slachtoffers van wie de klachten gegrond zijn
verklaard, onbegrijpelijk is dat hij op het gebied van vrouwenrechten en in een gelijkwaardige
functie kan blijven werken?
Vraag 8
Vindt u het verstandig dat de desbetreffende medewerker nog steeds een rol heeft waarbij
hij contact heeft met niet-gouvernementele organisaties (ngo's)?
Vraag 9
Denkt u dat iemand die zich schuldig heeft gemaakt aan (seksuele) intimidatie jegens
vrouwen, de beste persoon is om de Nederlandse inzet op het gebied van vrouwenrechten
te vertegenwoordigen?
Vraag 10
Deelt u de mening dat als het klopt dat klachten op het gebied van seksuele intimidatie,
financieel machtsmisbruik en pesten gegrond zijn verklaard, het niet houdbaar is dat
deze ambtenaar op een dergelijke positie blijft werken?
Antwoord 7, 8, 9 en 10
Na oplegging van de disciplinaire maatregel, moet de betrokken ambtenaar verder werkzaam
kunnen zijn binnen de verschillende beleidsterreinen van het ministerie.
In het profiel van de huidige functie van de betrokken ambtenaar staan vrouwenrechten
niet benoemd, al blijven vrouwenrechten natuurlijk wel intrinsiek onderdeel van het
Nederlandse buitenlandse beleid.
Bij de uitvoering van de functie van de betrokken ambtenaar hoort ook contact met
externe partijen, waaronder ngo’s, aangezien dit een onlosmakelijk onderdeel van het
werken bij dit ministerie is.
Het spreekt voor zich dat contact tussen de ambtenaar en betrokken ngo-medewerkers
vermeden zal worden.
Vraag 11
Bent u bereid maatregelen te nemen om te zorgen dat ambtenaren die zich schuldig hebben
gemaakt aan seksuele intimidatie en financieel machtsmisbruik, niet kunnen werken
op een plek waar zij vrouwenrechten moeten versterken respectievelijk gaan over subsidies
van de Nederlandse overheid?
Antwoord 11
Elke casus moet individueel worden beoordeeld. Disciplinaire maatregelen worden gebaseerd
op een zorgvuldige weging van de feiten en omstandigheden.
Vraag 12
Hoe is de klachtenprocedure binnen de ministerie vormgegeven?
Antwoord 12
De behandeling van klachten van ongewenste omgangsvormen vindt plaats door een klachtencommissie,
samengesteld uit ambtenaren van het ministerie, eventueel aangevuld met externe experts.
De commissie hoort partijen en getuigen en concludeert op basis daarvan of, en zo
ja, in welke mate klachten gegrond zijn. Daarna beslist het ministerie over een eventuele
disciplinaire maatregel. Indien klagers niet tevreden zijn met de gevolgde procedure
kunnen zij zich wenden tot de Nationale ombudsman.
Vraag 13
Is er bij het ministerie, dan wel de rijksoverheid, een onafhankelijke vertrouwenspersoon
die bij grensoverschrijdend gedrag advies en bijstand kan bieden? Zo ja, in hoeverre
is de vertrouwenspersoon zelf beschermd om zaken onafhankelijk te kunnen op te pakken
en te onderzoeken?
Antwoord 13
Net als de meeste andere werkgevers in de sector Rijk, heeft het Ministerie van Buitenlandse
Zaken naast een Centrale Coördinator Integriteit een aantal vertrouwenspersonen, zowel
op het departement als op de vertegenwoordigingen in het buitenland. Tevens heeft
het ministerie een externe vertrouwenspersoon. Medewerkers kunnen zich voor advies
tot deze vertrouwenspersonen wenden bijvoorbeeld als zij ongewenst gedrag in hun werkomgeving
ervaren. De vertrouwenspersonen kunnen gevraagd en ongevraagd de ambtelijke leiding
adviseren over zaken die het welbevinden van medewerkers betreffen. Ik heb geen reden
om aan te nemen dat zij niet veilig en onafhankelijk kunnen opereren.
Vraag 14
Tot welke aanscherpingen inzake klachten over grensoverschrijdend gedrag gaat het
ministerie over, zodat de sociale veiligheid van vrouwen en mannen op de werkvloer
gewaarborgd is?
Antwoord 14
Ik neem maatregelen om het melden laagdrempeliger te maken, zowel voor mijn eigen
ambtenaren als voor externe partijen. Zo komt er een meldpunt waar externen grensoverschrijdend
gedrag door BZ-ambtenaren kunnen melden. Tot slot maak ik nog meer werk van nazorg
voor melders en gaan we na hoe we transparantie over meldingen kunnen vergroten. We
maken de werkomgeving samen veiliger door het gesprek op de werkvloer te blijven voeren
over zaken als integriteit, diversiteit en inclusiviteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.