Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over undercoverbeelden over apenexperimenten in het BPRC
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over undercoverbeelden over apenexperimenten in het BPRC (ingezonden 7 september 2018).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 15 oktober 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de undercoverbeelden van experimenten met apen in het Nederlandse
apenproefdiercentrum Biomedical Primate Research Centre (BPRC)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de apen (ondanks verdoving) nog steeds bij bewustzijn zijn en
reageren op de pijnlijke handelingen die op hen worden uitgevoerd, zoals injecties
in het hoofd en het tatoeëren van de borst?
Antwoord 2
Naar aanleiding van de undercoverbeelden heeft de NVWA op 10 september jl. een extra
inspectie bij het BPRC uitgevoerd. Het BPRC heeft hierbij aangegeven dat de meeste
beelden zijn opgenomen tijdens de jaarlijkse gezondheidscontrole. Alle dieren uit
de kolonie moeten hiervoor een keer per jaar worden gevangen en onderzocht. Dat kan
nogal onrust en stress veroorzaken. De dieren worden daarom geïnjecteerd met een sedatiemiddel.
De NVWA concludeert dat het gebruikte middel veilig is voor het gebruik bij apen en
voldoende pijnstilling en bewustzijnsvermindering geeft voor de handelingen tijdens
de gezondheidscontrole.
De Wet op de dierproeven schrijft voor dat alle niet-humane primaten van een permanent
individueel merkteken moeten worden voorzien. Indien de dieren hiervoor getatoeëerd
worden, wordt vooraf een extra pijnstiller toegediend. De tatoeage is nodig om de
dieren op afstand te kunnen observeren en hun gedrag en welzijn te beoordelen.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat de apen die bijkomen uit hun verdoving en gedesoriënteerd zijn,
onbeheerd worden achterlaten en daardoor zichzelf verwonden?
Antwoord 3
Geconstateerd is dat de apen na de sedatie bijkomen in een gedeelte van hun eigen
dierverblijf. De dieren worden daarbij geobserveerd, maar om stress bij de dieren
te voorkomen is de dierverzorger bewust niet in het dierverblijf aanwezig. Er is al
meer dan 10 jaar ervaring met deze manier van bijkomen van de dieren en er zijn nooit
ernstige verwondingen opgelopen.
Vraag 4
Hoe oordeelt u over de beelden waarin grappenmakende verzorgers te zien zijn naast
ernstig lijdende apen?
Antwoord 4
Ik ben van mening dat de apen met respect behandeld moeten worden.
De undercoverbeelden zijn opgenomen tijdens de jaarlijkse routine-gezondheidscontrole.
De NVWA concludeert dat zoveel als mogelijk ongerief bij de dieren wordt vermeden
door het toedienen van adequate sedatie en eventueel pijnstilling.
Vraag 5
Hoe vallen deze beelden te rijmen met de uitspraak van het BPRC dat het apenonderzoekscentrum
«veel waarde hecht aan dierenwelzijn en welzijnsverbetering»?2
Antwoord 5
Het BPRC voldoet als een van de weinige apencentra in Europa aan de internationale
kwaliteitseisen voor dierenwelzijn. Daarnaast voert de NVWA frequent onaangekondigde
en aangekondigde inspecties uit bij het BPRC. Daarbij zijn geen overtredingen geconstateerd.
Vraag 6
Deelt u, na het zien van deze beelden, de mening dat subsidie aan het BPRC moet stoppen
en het BPRC zo snel mogelijk moet sluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
In de verkenning «Van aap naar beter» benadrukt het Rathenau Instituut dat proefdiervrije
wetenschap vraagt om een paradigma-verandering. Daar ben ik het mee eens. Namens het
kabinet wil ik deze paradigma-verandering stimuleren door het maken van de (politieke)
keuze om zo snel als redelijkerwijs mogelijk is te stoppen met het gebruik van apen
voor wetenschappelijk onderzoek. Daarom heb ik het BPRC opdracht gegeven om een plan
van aanpak te ontwikkelen om het aantal proeven met apen zo snel als redelijkerwijs
mogelijk is te verminderen met veertig procent.
Het BPRC is op dit moment bezig om een plan van aanpak op te stellen. Zoals in het
AO van 7 juni jl. is toegezegd ontvang ik dit plan van aanpak uiterlijk 1 januari
2019 en zal ik de Kamer in het eerste kwartaal van 2019 hierover informeren met mijn
reactie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.