Brief regering : Structurele aanpak Kansrijke Start en actieagenda 2026 t/m 2030 ‘Samen zorgen we voor de eerste 1000 dagen’
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 267
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2025
De eerste 1.000 levensdagen zijn cruciaal voor een goede start in het leven. Toch
is die niet voor alle kinderen vanzelfsprekend. Door op tijd de juiste ondersteuning
te bieden aan (toekomstige) gezinnen, zorgen we voor het terugdringen van kansenongelijkheid
en gezondheidsverschillen. Het actieprogramma Kansrijke Start heeft daarom de afgelopen
zeven jaar ingezet op de missie «Meer kinderen een kansrijke start». Onze inzet gaat
door: met deze brief bied ik uw Kamer de structurele aanpak Kansrijke Start aan, met
de titel «Samen zorgen we voor de eerste 1.000 dagen» (zie bijlage 1).
In deze brief ga ik in op:
• het belang van investeren in de eerste 1.000 dagen;
• de inzet van de afgelopen jaren;
• de structurele aanpak Kansrijke Start en actieagenda 2026 t/m 2030;
• de rol van VWS;
• waar we eind 2030 willen staan; en
• de financiering
Het belang van de eerste 1.000 dagen
De eerste 1.000 dagen – de omstandigheden vóór de zwangerschap, tijdens de zwangerschap
en na de geboorte – bepalen in grote mate de kansen voor later. Het landelijk actieprogramma
Kansrijke Start is in 2018 gelanceerd vanuit de overtuiging dat ieder kind een goede
start verdient. Hierbij staan (toekomstige) ouders, in het bijzonder (toekomstige)
moeders en vaders in een kwetsbare situatie, centraal. De thuisomgeving is het belangrijkst
voor het gezond, veilig en liefdevol opgroeien van kinderen. Daarbij is het van belang
dat (toekomstige) ouders in een kwetsbare situatie zich optimaal ondersteund voelen
tijdens de eerste 1.000 dagen, doordat zij vanuit hun hulpbehoefte tijdig passende
zorg en ondersteuning krijgen aangeboden. Op die manier worden zij versterkt in hun
(toekomstig) ouderschap en bij het opvoeden en kunnen zij hun kind een kansrijke start
bieden. Professionals uit het medisch, sociaal en informeel domein maken in lokale
en regionale coalities Kansrijke Start goede samenwerkingsafspraken om deze ondersteuning
aan (toekomstige) gezinnen te kunnen bieden.
De inzet van de afgelopen jaren
In de afgelopen jaren is er landelijk, regionaal en lokaal een grote beweging in gang
gezet voor een kansrijke start tijdens de eerste 1.000 dagen. De monitor Kansrijke Start 20241 van het RIVM laat zien dat 90% van de gemeenten werkt met een lokale en/of regionale
coalitie Kansrijke Start. Professionals uit het sociaal domein (zoals jeugdgezondheidszorg
en gemeenten), het medisch domein (zoals geboortezorg) en het informeel domein werken
steeds beter samen, ook regionaal. Ook bieden steeds meer gemeenten interventies aan,
zoals Nu Niet Zwanger (89% van gemeenten).
Om in beeld te brengen wat de opbrengsten zijn van de afgelopen jaren en in hoeverre
de doelen en beoogde impact zijn gerealiseerd, heeft het Ministerie van VWS een kennissynthese2 laten uitvoeren. In de verhalenbundel «Voor een kansrijke start zorgen we samen»3 vertellen ouders, professionals en bestuurders hoe zij vanuit hun eigen rol bijdragen
aan een Kansrijke Start. Deze verhalen laten zien dat samenwerking de sleutel is tot
een kansrijke start voor ieder kind: met ouders, tussen domeinen en gemeenten, regio’s
en het Rijk. In bijlage 3 van bijgevoegde structurele aanpak is een terugblik op de
afgelopen jaren en een overzicht van waar we nu staan opgenomen.
Structurele aanpak Kansrijke Start en actieagenda 2026 t/m 2030
Het nut en de noodzaak van de Kansrijke Start-aanpak wordt duidelijk herkend en onderschreven
door een groot aantal partijen. Aandacht voor het belang van investeren in de eerste
1.000 dagen en wat daarbij nodig is blijft belangrijk. In de volgende fase maken we
daarbij concreet wie op onderdelen van de Kansrijke Start-aanpak aan zet is en hoe
we dit samen kunnen aanpakken. Een stevige samenwerking tussen domeinen en de verbinding
met de landelijke inzet en de regionale en lokale coalities is daarbij cruciaal. Net
als de aandacht voor alle fases in de eerste 1.000 dagen: vóór de zwangerschap, tijdens
de zwangerschap en na de geboorte.
De structurele aanpak en de actieagenda 2026 t/m 2030 zijn tot stand gekomen in nauwe
samenwerking met partners. Eerder zijn met betrokken partijen tien uitgangspunten
geformuleerd voor een succesvolle Kansrijke Start-aanpak. Deze uitgangspunten vormen,
samen met de geleerde lessen uit de afgelopen jaren en inzichten uit de monitors,
de basis voor de actieagenda Kansrijke Start 2026 t/m 2030. We zijn gezamenlijk gekomen
tot drie uitgangspunten waar de komende jaren de nadruk op moet liggen voor het verder
brengen van de Kansrijke Start-aanpak. Deze drie uitgangspunten zijn: 1) het vergroten
van eigenaarschap bij de betrokken partijen; 2) sterke ouders, kansrijke kinderen
en 3) versterken van vroegsignalering. Per uitgangspunt zijn acties geformuleerd waarvoor
partijen elkaar in de samenwerking nodig hebben. De actieagenda is flexibel: acties
die zijn afgerond kunnen van de agenda af en acties kunnen worden toegevoegd op basis
van nieuwe ontwikkelingen.
In opdracht van VWS is ook een Gateway Review uitgevoerd, waarin knelpunten en kansen
zijn opgehaald bij zorgprofessionals, beleidsmakers, bestuurders en vertegenwoordigers
van verschillende doelgroepen (zie bijlage 2). De resultaten en feedback die zijn
opgehaald vanuit de Gateway Review zijn verwerkt in de structurele aanpak Kansrijke
Start.
De rol van VWS
VWS gaat de aanpak rondom Kansrijke Start verder versterken door vanuit het stelsel
te zorgen voor het op orde brengen en houden van de juiste randvoorwaarden. Dat betekent
een heldere ketenaanpak waarin de bestuurlijke afspraken vanuit het GALA, IZA en AZWA
verder worden uitgewerkt en waarin de taken en verantwoordelijkheden van iedereen
die een rol speelt in de eerste 1.000 dagen van een kind helder zijn beschreven. Daaraan
gekoppeld zijn er structurele financiële middelen voor gemeenten om lokale en regionale
samenwerking en interventies te bekostigen. Daarnaast verkennen we de mogelijkheid
om onderdelen van Kansrijke Start wettelijk te verankeren. Ook blijven we monitoren
en evalueren wat werkt, en investeren we in een communicatiestrategie die onder de
aandacht blijft brengen wat het belang is van de eerste 1.000 dagen en de rol die
verschillende beroepsgroepen daarbij kunnen spelen. Tot slot zetten we in op een integrale
aanpak waarbij gezondheid, sociale ondersteuning, opvoeding en armoedebestrijding
samenkomen. We verbinden Kansrijke Start met lopende trajecten zoals de Hervormingsagenda
Jeugd en andere (beleids)domeinen zoals armoede en geldzorgen, taalverwerving en -ontwikkeling
en een gezonde leefomgeving.
Waar willen we eind 2030 staan
Met de structurele aanpak en de actieagenda streven we ernaar dat eind 2030:
• meer kinderen gezond worden geboren;
• minder kinderen te maken hebben met een ongunstige start (zoals vroeggeboorte, laag
geboortegewicht of stressvolle omstandigheden);
• lokale en regionale coalities Kansrijke Start in alle gemeenten structureel zijn ingebed;
• en (toekomstige) gezinnen zich gesteund weten bij het bieden van een liefdevolle,
veilige en gezonde basis voor hun kind.
Financiering
Sinds 2022 ontvangen gemeenten van het Rijk structureel financiële middelen voor Kansrijke
Start. Deze zijn bestemd voor het vormen, versterken en behouden van lokale coalities,
het inzetten van effectieve interventies en het maken van regionale samenwerkingsafspraken
over Kansrijke Start. Deze financiële middelen blijven beschikbaar voor gemeenten.
Daarnaast komen middelen beschikbaar vanuit het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord
voor het verder implementeren van de ketenaanpak Kansrijke Start, met specifiek extra
middelen voor Nu Niet Zwanger (middelen beschikbaar vanaf 2026) en de landelijke uitrol
van de Integrale Gezinspoli (middelen beschikbaar vanaf 2027). Tot slot heeft VWS
middelen beschikbaar voor de coördinatie en uitvoering van de landelijke activiteiten
uit de actieagenda, zoals monitoring en doorontwikkeling van de leerinfrastructuur
Kansrijke Start. In de structurele aanpak staat een overzicht van welke financiële
middelen de komende jaren beschikbaar zijn voor Kansrijke Start.
Tot slot
Uw Kamer wordt tijdens de looptijd van de actieagenda Kansrijke Start 2026 t/m 2030
elke twee jaar geïnformeerd over de voortgang van de aanpak en de uitvoering van de
actieagenda. Ik ben ervan overtuigd dat we met deze aanpak en de energie bij alle
betrokken partijen, met elkaar stappen blijven zetten voor een kansrijke start voor
ieder kind.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.Z.C.M. Tielen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport