Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen3.2 Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat3.3 Artikel 3: Sociale vooruitgang3.4 Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling3.5 Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzetBijlage 1: Meerjarige juridische verplichtingen
36 850 XVII Wijziging van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2025‒2026
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Mede namens,
De Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Aukje de Vries
De Minister van Buitenlandse Zaken
D.M.van Weel
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire begroting September 2025 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp met een toelichting op de substantiële verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 en < 1000
5
10
=> 1000
10
20
Per begrotingsartikel is conform de toezegging tijdens de behandeling van de begroting BHOS 2024 d.d. 31 januari 2024 (TZ202402-026) een meerjarig overzicht van de juridisch verplichte budgetten opgenomen.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Art.
Uitgaven 2025
Vastgestelde begroting 2025
3.598.126
Stand 1e suppletoire begroting 2025
3.652.924
Stand suppletoire begroting september 2025
3.616.564
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
1.3
89.500
2) Water
2.2
20.000
3) Klimaat
2.3
10.258
4) Mondiale gezondheidszorg en SRGR
3.1
41.887
5) Dekking extra inzet gezondheid vanuit maatschappelijk middenveld
3.3
‒ 15.796
6) Dekking extra inzet gezondheid vanuit onderwijs
3.4
‒ 19.800
7) Humanitaire hulp
4.1
57.000
8) Herstel waterinfrastructuur in de Gazastrook
4.3
‒ 10.000
9) Overig armoedebeleid
5.2
‒ 44.734
10) Overige mutaties
‒ 5.686
Stand 2e suppletoire begroting 2025
3.739.193
Toelichting
1. Het budget voor handel als belangrijke prioriteit binnen de beleidsbrief Ontwikkelingshulp (Kamerstuk 36 180 nr. 133) is op artikel 1.3 opwaarts bijgesteld met EUR 89,5 miljoen door een stijging van de uitgaven voor het infrastructuurprogramma en voor programma's ten behoeve van duurzame productie en handel bij Invest International en een stijging in de uitvoeringskosten bij RVO. Daarnaast heeft in 2025 een verrekening plaatsgevonden omdat de gerealiseerde uitgaven van Invest International en RVO in hetzelfde boekjaar verwerkt dienen te worden in de BHO-begroting, wat heeft geleid tot extra uitgaven bij diverse programma's. Deze uitgaven worden gedekt met middelen uit artikelonderdelen 5.2 en 5.4, waar ruimte ontstond vanwege lagere wisselkoersfluctuaties dan verwacht en vanwege de de neerwaartse bijstelling van de raming voor asieluitgaven op de begroting van Asiel en Migratie in 2025.
2. Vanuit de ontstane ruimte op artikel 5.4 vanwege de neerwaartse bijstelling van de raming voor asieluitgaven op de begroting van Asiel en Migratie in 2025 wordt EUR 10 miljoen extra ingezet voor water als belangrijke prioriteit binnen de beleidsbrief Ontwikkelingshulp. Daarnaast wordt vanuit artikel 4.3 EUR 10 miljoen overgeheveld t.b.v. herstel van waterinfrastructuur in de Gazastrook.
3. Vanuit de ontstane ruimte op artikel 5.4 vanwege de neerwaartse bijstelling van de raming voor asieluitgaven op de begroting van Asiel en Migratie in 2025 wordt EUR 10 miljoen extra ingezet op klimaat ten behoeve van mobilisatie van private klimaatfinanciering en voor het vergroten van weerbaarheid tegen klimaatextremen in de Nijldelta.
4. In 2025 wordt EUR 41,9 miljoen extra ingezet voor gezondheid als belangrijke prioriteit binnen de beleidsbrief Ontwikkelingshulp. Het budget stijgt om de uitgaven te kunnen doen die volgen uit de nieuwe meerjarige verplichtingen voor multilaterale gezondheidsorganisaties. Deze uitgaven worden gedekt binnen artikel 3.
5. Er wordt EUR 15,8 miljoen overgeheveld naar artikel 3.1 ten behoeve van de inzet op gezondheid.
6. Er wordt EUR 19,8 miljoen overgeheveld naar artikel 3.1 ten behoeve van de inzet op gezondheid.
7. Vanuit de ontstane ruimte op artikel 5.4 vanwege de neerwaartse bijstelling van de raming voor asieluitgaven op de begroting van Asiel en Migratie in 2025 wordt EUR 50 miljoen extra vrijgemaakt voor humanitaire hulp wereldwijd en EUR 10 miljoen voor Sudan. Daarnaast wordt EUR 3 miljoen overgeheveld naar artikel 3.1 voor een bijdrage aan WHO ten behoeve van het Gaza Strip Emergency Appeal 2025.
8. Er wordt EUR 10 miljoen overgeheveld naar artikel 4.3 voor herstel van waterinfrastructuur in de Gazastrook.
9. De uitgaven op artikelonderdeel 5.2 dalen met EUR 44,7 miljoen doordat een eerder aangelegd budget ten behoeve van schommelende wisselkoersen niet langer benodigd is omdat de verwachte wisselkoersfluctuaties zijn afgenomen gedurende het jaar en doordat een deel van de Verdragsmiddelen Suriname niet langer in 2025 wordt uitgegeven.
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Art.
Ontvangsten 2024
Vastgestelde begroting 2025
53.225
Stand 1e suppletoire begroting 2025
53.225
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2025
53.225
1) Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
1.10
14.000
Stand 2e suppletoire begroting 2025
67.225
Toelichting
1. De ontvangsten van artikel 1 stijgen door een onttrekking aan de Faciliteit Opkomende Markten (FOM) begrotingsreserve ter dekking van de uitgaven voor het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) in artikel 1.2, conform afspraken bij oprichting van het DTIF.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
432.952
78.148
511.100
Uitgaven
547.316
89.812
637.128
1.1
Duurzaam handels- en investeringssysteem, inclusief MVO
32.200
‒ 7.137
25.063
Subsidies (regelingen)
13.728
‒ 4.231
9.497
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
9.805
‒ 3.074
6.731
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
3.923
‒ 1.157
2.766
Opdrachten
2.231
0
2.231
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
2.231
0
2.231
Bijdrage aan agentschappen
2.716
750
3.466
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
2.716
750
3.466
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
13.525
‒ 3.656
9.869
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
6.930
‒ 3.430
3.500
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA)
6.595
‒ 226
6.369
1.2
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
108.329
7.449
115.778
Subsidies (regelingen)
30.781
‒ 7.982
22.799
Programma's internationaal ondernemen
10.000
‒ 600
9.400
Versterking concurrentiepositie Nederland
6.502
‒ 4.102
2.400
Invest Internationaal
9.780
‒ 4.780
5.000
Dutch Trade and Investment Fund
4.499
1.500
5.999
Garanties
4.500
‒ 3.500
1.000
Dutch Trade and Investment Fund
4.500
‒ 3.500
1.000
Opdrachten
22.255
10.518
32.773
Programma's internationaal ondernemen
10.566
14.557
25.123
Dutch Trade and Investment Fund
1.186
‒ 536
650
Wereldtentoonstelling
10.503
‒ 3.503
7.000
Bijdrage aan agentschappen
50.793
8.413
59.206
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
50.793
8.413
59.206
1.3
Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
406.787
89.500
496.287
Subsidies (regelingen)
150.784
83.441
234.225
Marktontwikkeling en markttoegang
37.780
2.648
40.428
Economic governance and institutions
19.903
25.047
44.950
Financiële sector ontwikkeling
20.609
29.150
49.759
Infrastructuurontwikkeling
27.065
0
27.065
Duurzame productie en handel
35.504
28.620
64.124
(Jeugd)werkgelegenheid
1.000
900
1.900
Nexus onderwijs en werk
2.603
‒ 2.035
568
Lokale private sector ontwikkeling
6.320
‒ 889
5.431
Leningen
36.200
‒ 15.200
21.000
Infrastructuurontwikkeling
6.200
‒ 6.200
0
Financiële sector ontwikkeling
30.000
‒ 9.000
21.000
Garanties
10.000
0
10.000
Financiële sector ontwikkeling
10.000
0
10.000
Opdrachten
69.800
6.050
75.850
Marktontwikkeling en markttoegang
12.000
0
12.000
Economic governance and institutions
17.000
0
17.000
Financiële sector ontwikkeling
1.000
3.600
4.600
Infrastructuurontwikkeling
9.750
4.350
14.100
(Jeugd)werkgelegenheid
30.050
‒ 1.900
28.150
Bijdrage aan agentschappen
29.086
15.000
44.086
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
29.086
15.000
44.086
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
110.917
209
111.126
International Labour Organisation
5.800
‒ 151
5.649
Lokale private sector ontwikkeling
33.040
‒ 4.816
28.224
Marktontwikkeling en markttoegang
8.109
‒ 3.419
4.690
Partnershipprogramma ILO
4.600
0
4.600
Economic governance and institutions
6.000
‒ 2.700
3.300
Financiële sector ontwikkeling
16.000
‒ 12.750
3.250
Infrastructuurontwikkeling
31.909
24.850
56.759
Nexus onderwijs en werk
3.459
‒ 1.805
1.654
Duurzame productie en handel
2.000
1.000
3.000
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
Ontvangsten
14.000
14.000
28.000
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 1 stijgt per saldo met EUR 78 miljoen. De oorzaak hiervan is voornamelijk dat de gerealiseerde uitgaven van Invest International en RVO in hetzelfde boekjaar verwerkt dienen te worden in de BHO-begroting, waardoor een verrekening heeft plaatsgevonden in 2025.
Uitgaven
De uitgaven voor 2025 op artikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen zijn voor 100% juridisch verplicht.
Artikelonderdeel 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem, inclusief IMVO
De kasuitgaven op artikel 1.1 worden neerwaarts bijgesteld met per saldo EUR 7,1 miljoen. Dat komt onder andere doordat de uitgaven voor de ODA-budgetten in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen lager uitvallen. Dat gaat onder andere om de uitgaven aan een programma van de International Labour Organization (ILO) en de uitgaven voor de sectorale samenwerking en de IMVO-convenanten.
Artikelonderdeel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
De kasuitgaven op artikel 1.2 stijgen per saldo met EUR 7,4 miljoen. Dat wordt met name verklaard door een stijging van de uitgaven voor de uitvoeringskosten RVO. De stijging van het opdrachtenbudget voor de Programma's internationaal ondernemen wordt veroorzaakt door een verschuiving vanuit het instrument subsidies Programma’s internationaal ondernemen. Daarnaast vallen de uitgaven voor de Wereldtentoonstelling op artikelonderdeel 1.2 lager uit dan begroot.
Artikelonderdeel 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
Het budget voor handel en economie voor ontwikkeling als belangrijke prioriteit binnen de beleidsbrief Ontwikkelingshulp stijgt op artikel 1.3 met EUR 89,5 miljoen. De oorzaak hiervan is onder andere een stijging van de uitgaven voor het infrastructuurprogramma dat door Invest International wordt uitgevoerd. Daarnaast zijn de uitgaven voor de programma’s ten behoeve van duurzame productie en handel en de uitvoeringskosten voor RVO gestegen.
In 2025 heeft daarnaast een verrekening plaatsgevonden omdat de gerealiseerde uitgaven van Invest International en RVO in hetzelfde boekjaar verwerkt dienen te worden in de BHO-begroting, wat heeft geleid tot extra uitgaven bij diverse programma's.
De gestegen uitgaven op artikel 1.3 worden gecompenseerd binnen de begroting. Dit wordt gedekt met middelen uit artikelonderdelen 5.2 Overig armoedebeleid en verdeelartikel 5.4, waar ruimte ontstond vanwege lagere wisselkoersfluctuaties dan verwacht en vanwege een aangepaste raming voor de asieluitgaven.
Ontvangsten
De ontvangsten van artikel 1 stijgen door een onttrekking aan de FOM begrotingsreserve ter dekking van de uitgaven voor het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) in artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie, conform afspraken bij oprichting van het DTIF.
3.2 Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
1.154.949
‒ 34
1.154.915
Uitgaven
921.355
28.924
950.279
2.1
Voedselzekerheid
361.891
‒ 1.334
360.557
Subsidies (regelingen)
129.052
9.199
138.251
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
12.000
5.326
17.326
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector
21.250
‒ 300
20.950
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
3.000
0
3.000
Uitbannen huidige honger en voeding
16.000
0
16.000
Voedselzekerheid
76.802
4.173
80.975
Opdrachten
11.000
250
11.250
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
10.000
0
10.000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
1.000
0
1.000
Voedselzekerheid
0
250
250
Bijdrage aan agentschappen
3.735
0
3.735
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
3.735
0
3.735
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
218.104
‒ 10.783
207.321
Voedselzekerheid
101.296
‒ 8.910
92.386
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
17.000
0
17.000
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector
55.791
‒ 1.873
53.918
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
28.000
0
28.000
Uitbannen huidige honger en voeding
16.017
0
16.017
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
2.2
Water
179.892
20.000
199.892
Subsidies (regelingen)
51.437
14.644
66.081
Waterbeheer
35.454
12.636
48.090
Drinkwater en sanitatie
15.983
2.008
17.991
Opdrachten
680
100
780
Waterbeheer
680
100
780
Bijdrage aan agentschappen
1.940
0
1.940
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
1.940
0
1.940
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
125.835
5.256
131.091
Waterbeheer
71.635
‒ 2.774
68.861
Drinkwater en sanitatie
54.200
8.030
62.230
2.3
Klimaat
379.572
10.258
389.830
Subsidies (regelingen)
145.106
11.072
156.178
Klimaat algemeen
34.481
10.072
44.553
Hernieuwbare energie
48.425
0
48.425
Dutch Fund for Climate and Development
10.000
0
10.000
Klimaatfonds
15.000
0
15.000
Bosbehoud
37.200
1.000
38.200
Bijdrage aan agentschappen
7.000
0
7.000
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
7.000
0
7.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
227.466
‒ 814
226.652
Contributie IZA/IZT
365
15
380
Klimaatprogramma's (non-ODA)
1.393
0
1.393
Klimaat algemeen
13.918
‒ 1.072
12.846
Hernieuwbare energie
41.000
0
41.000
UNEP
8.642
243
8.885
Bosbehoud
9.000
0
9.000
Multilaterale klimaatfondsen
153.148
0
153.148
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Uitgaven
De uitgaven voor 2025 op artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat zijn voor 95% juridisch verplicht.
Artikelonderdeel 2.2 Water
De uitgaven op artikelonderdeel 2.2 worden verhoogd met EUR 20 miljoen. Er wordt EUR 10 miljoen toegevoegd voor een programma gericht op toegang tot water en sanitatie, met een focus op schaalbare en innovatieve oplossingen. Dit programmma is in lijn met de inzet zoals beschreven in de beleidsbrief Ontwikkelingshulp. Deze uitgaven worden gedekt uit artikelonderdeel 5.4, waar in 2025 ruimte ontstond vanwege een aangepaste raming voor de asieluitgaven. Daarnaast wordt er EUR 10 miljoen overgeheveld van artikel 4.3 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling naar artikel 2.2 Water ten behoeve van een bijdrage aan UNICEF voor het herstel van waterinfrastructuur in de Gazastrook.
Artikelonderdeel 2.3 Klimaat
De uitgaven op artikelonderdeel 2.3 worden verhoogd met EUR 10,3 miljoen. Dit jaar wordt nog EUR 5 miljoen ingezet op klimaat ten behoeve van mobilisatie van private klimaatfinanciering, o.a. groene waterstof en nog EUR 5 miljoen voor het vergroten van weerbaarheid tegen klimaatextremen in de Nijldelta. Deze uitgaven worden gedekt uit het verdeelartikel 5.4, waar in 2025 ruimte ontstond vanwege een aangepaste raming voor de asieluitgaven.
3.3 Artikel 3: Sociale vooruitgang
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 sociale vooruitgang (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
705.396
6.211
711.607
Uitgaven
667.751
2.481
670.232
3.1
Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
447.877
41.887
489.764
Subsidies (regelingen)
174.779
‒ 7.464
167.315
Mondiale gezondheid en SRGR
174.779
‒ 7.464
167.315
Opdrachten
17.975
‒ 1.578
16.397
Mondiale gezondheid en SRGR
17.975
‒ 1.578
16.397
Bijdrage aan agentschappen
140
0
140
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
140
0
140
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
254.983
50.929
305.912
WHO/PAHO
1.222
‒ 1.125
97
Mondiale gezondheid en SRGR
181.224
9.954
191.178
UNFPA
60.000
23.900
83.900
UNAIDS
0
18.200
18.200
Partnershipprogramma WHO
8.037
0
8.037
UNICEF
4.500
0
4.500
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
3.2
Vrouwenrechten en gendergelijkheid
39.358
‒ 3.810
35.548
Subsidies (regelingen)
26.828
‒ 7.129
19.699
Vrouwenrechten
26.828
‒ 7.129
19.699
Opdrachten
100
0
100
Vrouwenrechten
100
0
100
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
12.430
3.319
15.749
Vrouwenrechten
6.430
420
6.850
UNWOMEN
6.000
2.899
8.899
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
3.3
Maatschappelijk middenveld
154.074
‒ 15.796
138.278
Subsidies (regelingen)
139.897
‒ 21.793
118.104
Versterking maatschappelijk middenveld
139.897
‒ 21.793
118.104
Opdrachten
7.291
‒ 3.947
3.344
Versterking maatschappelijk middenveld
6.000
‒ 3.000
3.000
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds
1.291
‒ 947
344
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
6.886
9.944
16.830
Versterking maatschappelijk middenveld
6.886
9.944
16.830
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
3.4
Onderwijs
26.442
‒ 19.800
6.642
Subsidies (regelingen)
3.000
‒ 400
2.600
Onderzoeksprogramma's
3.000
‒ 400
2.600
Opdrachten
21.318
‒ 19.333
1.985
Onderwijs
387
0
387
Hoger Onderwijs
20.931
‒ 19.333
1.598
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.124
‒ 67
2.057
Onderwijs
2.124
‒ 67
2.057
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Uitgaven
De uitgaven voor 2025 op artikel 3 Sociale Vooruitgang zijn voor 100% juridisch verplicht.
Artikelonderdeel 3.1 Mondiale gezondheid en SRGR
Het budget voor Mondiale gezondheid en SRGR als belangrijke prioriteit binnen de beleidsbrief Ontwikkelingshulp stijgt op artikel 3.1 met EUR 41,9 miljoen. Dat komt mede doordat er middelen geschoven worden vanuit artikel 3.2, 3.3 en 3.4 om de uitgaven te doen voor de nieuwe verplichtingen die zijn aangegaan voor de bijdragen aan multilaterale gezondheidsorganisaties. Deze inzet is nader toegelicht in de Kamerbrief «Nederlandse bijdragen aan 6 multilaterale gezondheidsorganisaties vanaf 2026 en de effecten van de bezuinigingen op het SRGR-beleid» van 7 oktober 2025 (Kamerstuk 36180 nr. 177). Daarnaast wordt EUR 3 miljoen overgeheveld vanuit artikel 4.1 voor een bijdrage aan WHO ten behoeve van het Gaza Strip Emergency Appeal 2025.
Artikelonderdeel 3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
Vanwege het aanvankelijke besluit van het kabinet om niet meer in te zetten op vrouwenrechten via een zelfstandig budget op dit begrotingsartikel, zijn er in 2025 minder nieuwe activiteiten opgestart. De EUR 3,8 miljoen die daardoor overbleef is overgeheveld naar artikel 3.1 Mondiale gezondheid en SRGR ten behoeve van continuering van de inzet op mondiale gezondheid en SRGR.
Artikelonderdeel 3.3 Maatschappelijk middenveld
Er wordt EUR 15,8 miljoen overgeheveld naar artikel 3.1 ten behoeve van de inzet op mondiale gezondheid en SRGR. Deze middelen zijn in 2025 niet nodig op artikel 3.3 doordat de uitgaven binnen de programmering op maatschappelijk middenveld lager zijn dan eerder verwacht.
Artikelonderdeel 3.4 Onderwijs
Zoals gemeld in de beleidsbrief Ontwikkelingshulp is onderwijs geen zelfstandig thema meer en wordt niet gestart met het voorziene beroeps- en hoger onderwijsprogramma. Het budget op onderwijs wordt daarom met EUR 19,8 miljoen verlaagd. Dit budget wordt overgeheveld naar artikel 3.1 Mondiale gezondheid en SRGR ten behoeve van de inzet op mondiale gezondheid en SRGR.
3.4 Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
513.343
123.011
636.354
Uitgaven
969.704
47.000
1.016.704
4.1
Humanitaire Hulp
472.401
57.000
529.401
Subsidies (regelingen)
136.000
11.600
147.600
Noodhulpprogramma's
136.000
11.600
147.600
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
336.401
45.400
381.801
Noodhulpprogramma's
225.384
36.400
261.784
Noodhulpprogramma's non-ODA
1.017
0
1.017
UNHCR
35.000
4.000
39.000
UNRWA
15.000
0
15.000
Wereldvoedselprogramma
60.000
5.000
65.000
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
4.2
Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
307.015
0
307.015
Subsidies (regelingen)
14.900
4.499
19.399
Opvang in de regio
11.900
3.770
15.670
Migratie en ontwikkeling
3.000
729
3.729
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
292.115
‒ 4.499
287.616
Opvang in de regio
231.115
‒ 3.770
227.345
Migratie en ontwikkeling
61.000
‒ 729
60.271
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
4.3
Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
190.288
‒ 10.000
180.288
Subsidies (regelingen)
55.296
22.639
77.935
Legitieme stabiliteit
10.092
410
10.502
Inclusieve vredes- en politieke processen
11.927
13.467
25.394
Functionerende rechtsorde
33.277
8.762
42.039
Opdrachten
1.376
3.723
5.099
Inclusieve vredes- en politieke processen
1.376
3.673
5.049
Functionerende rechtsorde
0
50
50
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
133.616
‒ 36.362
97.254
Legitieme stabiliteit
13.000
‒ 13.000
0
Functionerende rechtsorde
86.196
‒ 24.719
61.477
Inclusieve vredes- en politieke processen
34.420
1.357
35.777
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 4 wordt per saldo met EUR 123 miljoen verhoogd. Dit houdt verband met de ophoging van het budget voor Humanitaire hulp. Daarnaast wordt het verplichtingenbudget voor Migratie en Ontwikkeling verhoogd om het verplichtingenbudget in lijn te brengen met het kasbudget voor 2025.
Uitgaven
De uitgaven voor 2025 op artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame economische ontwikkeling zijn voor 94% juridisch verplicht.
Artikelonderdeel 4.1 Humanitaire hulp
De uitgaven op artikelonderdeel 4.1 worden verhoogd met EUR 57 miljoen. EUR 50 miljoen wordt ingezet voor humanitaire hulp ten behoeve van urgente noden wereldwijd via het WFP, UNHCR, UNHAS en CERF, en EUR 10 miljoen voor Sudan via UNOCHA. Deze uitgaven worden gedekt uit het verdeelartikel 5.4, waar in 2025 ruimte ontstond vanwege een aangepaste raming voor de asieluitgaven.
Daarnaast wordt EUR 3 miljoen overgeheveld naar artikel 3.1 Mondiale Gezondheid en SRGR voor een bijdrage aan WHO ten behoeve van het Gaza Strip Emergency Appeal 2025.
Artikelonderdeel 4.3 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling
De uitgaven op artikelonderdeel 4.3 worden verlaagd met EUR 10 miljoen. Er wordt EUR 10 miljoen overgeheveld naar artikel 2.2 Water ten behoeve van een bijdrage via UNICEF voor het herstel van waterinfrastructuur in de Gazastrook.
3.5 Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
354.928
‒ 74.525
280.403
Uitgaven
510.438
‒ 45.588
464.850
5.1
Multilaterale samenwerking
197.914
‒ 1.021
196.893
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
197.914
‒ 1.021
196.893
UNIDO
1.950
‒ 107
1.843
UNDP
34.000
0
34.000
UNICEF
38.806
0
38.806
Speciale multilaterale activiteiten
9.190
0
9.190
Assistent deskundigenprogramma
5.500
‒ 639
4.861
Internationale Financiële Instellingen
8.122
‒ 166
7.956
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen
91.663
0
91.663
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken
8.683
‒ 109
8.574
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
5.2
Overig armoedebeleid
134.850
‒ 44.734
90.116
Subsidies (regelingen)
5.241
‒ 113
5.128
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
4.571
‒ 113
4.458
Nationale SDG implementatie
670
0
670
Opdrachten
132
0
132
Nationale SDG implementatie
132
0
132
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
129.477
‒ 44.621
84.856
UNESCO
4.400
‒ 441
3.959
Diverse ondersteunende activiteiten
57.729
‒ 42.505
15.224
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
2.207
‒ 7
2.200
Schuldverlichting
55.245
0
55.245
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking
228
0
228
Verdragsmiddelen Suriname
9.668
‒ 1.668
8.000
Nog te verdelen
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
5.3
Oekraïne (XVII)
211.000
0
211.000
Subsidies (regelingen)
6.000
0
6.000
Verbeteren drinkwater en sanitatie
6.000
0
6.000
Bijdrage aan agentschappen
365
53
418
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
365
53
418
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
204.635
‒ 53
204.582
Humanitaire hulp
25.000
0
25.000
Steun en wederopbouw Oekraïne via IFIs
95.000
15.000
110.000
Energieherstel
84.635
‒ 15.053
69.582
Nog te verdelen
0
0
0
5.4
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen
‒ 33.326
167
‒ 33.159
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen
‒ 33.326
167
‒ 33.159
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen
‒ 33.326
167
‒ 33.159
Ontvangsten
39.225
0
39.225
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 5 wordt verlaagd met EUR 74,5 miljoen. Het eerder aangelegde budget ten behoeve van schommelende wisselkoersen is niet langer benodigd omdat de verwachte wisselkoersfluctuaties zijn afgenomen gedurende het jaar. Ook wordt het verplichtingenbudget op artikel 5.1 in 2025 verlaagd in het kader van de bezuinigingen op het ODA-budget.
Uitgaven
De uitgaven voor 2025 op artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet zijn voor 99% juridisch verplicht.
Artikelonderdeel 5.1 Multilaterale samenwerking
De uitgaven dalen met EUR 1 miljoen, met name door een verlaging van het budget voor het Assistent deskundigenprogramma.
Artikelonderdeel 5.2 Overig armoedebeleid
De uitgaven op artikelonderdeel 5.2 dalen met EUR 44,7 miljoen. Dat komt voornamelijk doordat een eerder aangelegd budget ten behoeve van schommelende wisselkoerzen niet langer benodigd is omdat de verwachte wisselkoersfluctuaties zijn afgenomen gedurende het jaar. Hierdoor worden de uitgaven op dit artikelonderdeel verlaagd met per saldo EUR 42,5 miljoen. Daarnaast wordt op dit artikelonderdeel het budget ten behoeve van de Verdragsmiddelen Suriname verlaagd met EUR 1,7 miljoen omdat deze middelen niet in 2025 worden uitgegeven.
Artikelonderdeel 5.3 Oekraïne
Per saldo blijven de kasuitgaven op artikelonderdeel 5.3 gelijk. Er wordt wel EUR 15 miljoen technisch geschoven tussen detailniveaus. De EUR 15 miljoen die bestemd is voor een bijdrage aan de EBRD was eerder per abuis op het detailniveau voor Energieherstel geboekt.
Artikelonderdeel 5.4 Nog te verdelen i.v.m. Wijzigingen BNI en/of toerekeningen
Op artikel 5.4 wordt het saldo van de ODA-mutaties verwerkt. Hieronder wordt een overzicht gepresenteerd van de mutaties die hebben plaatsgevonden op het verdeelartikel. Het totaal van de tabel komt overeen met de mutatie die is opgenomen in de tweede suppletoire begroting 2025.
Tabel 9 Ontwikkelingen verdeelartikel 5.4 bij de 2e suppletoire begroting 2025 (x EUR duizend)
Omschrijving
Mutatie
Stand suppletoire begroting september 2025
‒ 33.326
Overheveling van de begroting van Asiel en Migratie
116.069
Overheveling naar de begroting van Buitenlandse Zaken
‒ 2.500
Overheveling binnen de eigen begroting
113.402
Stand 2e suppletoire begroting 2025
‒ 33.159
Toelichting
– Per saldo stijgt de stand op het verdeelartikel met EUR 167.000.
– Omdat de asieluitgaven die worden bekostigd uit ODA-budget neerwaarts worden bijgesteld op de begroting van Asiel en Migratie, wordt er EUR 116 miljoen overgeheveld naar verdeelartikel 5.4. Hiervan wordt EUR 2,5 miljoen overgeheveld naar de BZ-begroting ten behoeve van het Mensenrechtenfonds (ODA), en wordt EUR 113 miljoen doorverdeeld binnen de BHO-begroting.
– Hiermee komt de stand op het verdeelartikel 5.4 bij de 2e suppletoire begroting 2025 uit op EUR -33 miljoen.
Bijlage 1: Meerjarige juridische verplichtingen
Tabel 10 Uitwerking meerjarige juridische verplichtingen (bedragen x € miljoen)
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
2029 BUDGET
2030 BUDGET
Totaal budget artikel 1
637
607
606
610
648
647
Totaal vrije ruimte artikel 1
0
0
0
15
13
12
1.1 Duurzame handelsystemen (IMH)
25
34
34
36
38
38
wv. Juridisch verplicht
25
17
3
0
0
0
wv. Bestuurlijk verplicht
0
17
16
16
16
16
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
0
15
20
22
22
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
0
1.2 Nederlandse handel (DIO)
116
99
97
97
97
97
wv. Juridisch verplicht
116
49
27
13
13
13
wv. Bestuurlijk verplicht
0
50
70
70
70
70
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
0
0
9
9
9
Totaal vrije ruimte
0
0
0
5
5
5
1.3 PSD (DDE)
496
474
475
477
513
512
wv. Juridisch verplicht
496
374
325
219
219
219
wv. Bestuurlijk verplicht
0
100
150
248
255
255
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
0
0
0
31
31
Totaal vrije ruimte
0
0
0
10
8
7
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
2029 BUDGET
2030 BUDGET
Totaal budget artikel 2
950
875
862
962
1.042
1.042
Totaal vrije ruimte artikel 2
0
0
0
80
202
197
2.1 Voedselzekerheid
361
380
386
438
480
480
wv. Juridisch verplicht
361
259
154
70
22
62
wv. Bestuurlijk verplicht
0
0
0
0
0
0
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
121
231
362
411
401
Totaal vrije ruimte
0
0
0
6
47
18
2.2 Water
200
253
277
324
362
362
wv. Juridisch verplicht
190
141
86
39
20
17
wv. Bestuurlijk verplicht
0
40
94
33
6
6
wv. Beleidsmatig gereserveerd
10
72
96
196
207
190
Totaal vrije ruimte
0
0
0
56
129
149
2.3 Klimaat
390
242
200
200
200
200
wv. Juridisch verplicht
356
239
116
19
8
4
wv. Bestuurlijk verplicht
24
3
46
85
82
81
wv. Beleidsmatig gereserveerd
10
0
38
77
84
84
Totaal vrije ruimte
0
0
0
19
26
31
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
2029 BUDGET
2030 BUDGET
Totaal budget artikel 3
670
548
528
554
590
590
Totaal vrije ruimte artikel 3
0
0
0
37
123
245
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR
490
384
385
433
470
470
wv. Juridisch verplicht
490
317
317
286
230
64
wv. Bestuurlijk verplicht
0
20
20
20
20
20
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
47
48
90
97
141
Totaal vrije ruimte
0
0
0
37
123
245
3.2 Vrouwenrechten en gender
36
22
21
0
0
0
wv. Juridisch verplicht
36
7
5
wv. Bestuurlijk verplicht
0
0
0
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
15
16
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
0
3.3 Maatschappelijk middenveld
138
141
122
121
120
120
wv. Juridisch verplicht
138
52
40
39
39
29
wv. Bestuurlijk verplicht
0
89
82
82
81
91
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
0
0
0
0
0
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
0
3.4 Onderwijs
7
1
0
0
0
0
wv. Juridisch verplicht
7
1
wv. Bestuurlijk verplicht
0
0
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
0
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
0
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
2029 BUDGET
2030 BUDGET
Totaal budget artikel 4
1.017
1.090
1.089
1.116
1.229
1.229
Totaal vrije ruimte artikel
0
0
26
195
671
1.082
4.1 Humanitaire Hulp
529
475
445
456
496
496
wv. Juridisch verplicht
469
120
20
5
5
0
wv. Bestuurlijk verplicht
0
0
0
0
0
0
wv. Beleidsmatig gereserveerd
60
355
425
451
220
122
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
271
374
4.2 Opvang in de regio
307
385
397
405
452
452
wv. Juridisch verplicht
307
292
250
125
125
0
wv. Bestuurlijk verplicht
8
8
8
8
0
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
85
139
132
0
0
Totaal vrije ruimte
0
0
0
140
319
452
4.3 Veiligheid en rechtsorde
180
230
246
255
281
281
wv. Juridisch verplicht
180
125
55
35
35
25
wv. Bestuurlijk verplicht
0
25
10
10
10
0
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
80
155
155
155
0
Totaal vrije ruimte
0
0
26
55
81
256
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
2029 BUDGET
2030 BUDGET
Totaal budget artikel 5
498
461
256
247
250
250
Totaal vrije ruimte artikel 5
0
0
0
0
0
0
5.1 Multilaterale samenw
197
142
139
150
156
156
wv. Juridisch verplicht
197
104
94
59
53
53
wv. Bestuurlijk verplicht
0
12
18
50
54
54
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
26
27
41
49
49
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
0
5.2 Overig armoedebeleid
90
102
107
92
95
95
wv. Juridisch verplicht
84
62
59
59
56
52
wv. Bestuurlijk verplicht
2
0
4
4
4
4
wv. Beleidsmatig gereserveerd
4
39
44
29
35
38
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
0
5.3 Oekraïne (XVII)
211
217
10
5
0
0
wv. Juridisch verplicht
211
0
0
0
0
0
wv. Bestuurlijk verplicht
0
217
0
0
0
0
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
0
10
5
0
0
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
0
Conform de toezegging tijdens de begrotingsbehandeling d.d. 31 januari 2024 bevat dit onderdeel een meerjarige uitwerking van de juridisch verplichte budgetten inclusief een toelichting. Daarnaast zijn de bedragen weergegeven die bestuurlijk gebonden zijn op grond van bestuursovereenkomsten, convenanten met koepels en/of decentrale overheden, politieke toezeggingen e.d., de bedragen die beleidsmatig gereserveerd zijn en de bedragen die vrij te besteden zijn. De cijfers die gepresenteerd worden in deze bijlage zijn gebaseerd op staand beleid en de huidige begrotingsstanden.
Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
De programmering van artikel 1 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. Voor sub-beleidsartikel 1.1 Duurzame handelsystemen, zijn er diverse programma's ter bestrijding van kinderarbeid en ter bevordering van IMVO. Voor sub-beleidsartikel 1.2 Versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie, gaat het om programma's met uitvoeringspartners RVO (o.a. Starters International Business, handelsmissies) en Invest International (o.a. Dutch Trade and Investment Fund). De programma's met RVO zijn in het lopende jaar juridisch verplicht en in de jaren erna bestuurlijk gebonden. Voor sub-beleidsartikel 1.3 private sectorontwikkeling, zijn meerjarige verplichtingen aangegaan op het terrein van onder andere financiele sector ontwikkeling en duurzame productie en handel. Voor infrastructuur ontwikkeling worden de regelingen DRIVE, D2B en ORIO door Invest International uitgevoerd. Tevens wordt een aantal programma's door RVO uitgevoerd, waaronder de programma's voor de combitracks. RVO en Invest International gaan verplichtingen aan die in latere jaren tot uitbetaling komen. Deze programma's zijn juridisch verplicht. Verplichtingen die onder deze programma's in 2026 en verder worden aangegaan zijn bestuurlijk gebonden.
Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
De programmering onder artikel 2 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. Voor de sub-beleidsartikelen 2.1 Voedselzekerheid en 2.2 Water wordt een groot deel van de budgetten gealloceerd op basis van meerjarige landenstrategieën van posten, voor zover deze kaders nog niet juridisch zijn verplicht, valt het overige deel van dit financiële meerjarige kader onder beleidsmatig gereserveerd omdat Nederland daarover bilaterale afspraken maakt als een betrouwbare en voorspelbare partner in ontwikkelingssamenwerking. Het sub-beleidsartikel 2.3 bevat verplichtingen voor multilaterale klimaatfinanciering en klimaatafspraken zoals bijdragen aan de Global Environment Facility, Green Climate Fund, UNEP en verdragscontributies in het kader van het Kyoto en Montreal protocol.
Artikel 3: Sociale vooruitgang
De programmering onder artikel 3 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten. Hieruit ontstaat een verdeling van uitgaven over de jaren waarvoor de overeenkomsten zijn aangegaan. Voor artikel 3.1 zijn middelen meerjarig vastgelegd en voor bijdrages aan o.a. UNAIDS, UNFPA, WHO, GFF, GAVi en GFATM. De beleidsmatig gereserveerde middelen hebben betrekking op de uitvoering van de Mondiale Gezondheidsstrategie 2023-2030. Voor artikel 3.2. zijn middelen vastgelegd voor de partnerschappen gericht op bescherming en bevordering vrouwenrechten en gendergelijkheid. De beleidsmatig gereserveerde middelen betreffen de uitvoering van het beleid op het gebied van vrouwenrechten tot en met 2027. Voor artikel 3.3 liggen de middelen in 2025 grotendeels meerjarig vast voor de versterking van het maatschappelijk middenveld onder het VMM-kader 2021-2025. De juridisch verplichte middelen vanaf 2026 betreffen middelen voor het nieuwe FOCUS kader zoals aangegeven in de Kamerbrief «Beleidskader voor samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp 2026 - 2030» van 27 juni 2025. Voor artikel 3.4 zijn middelen overgeheveld binnen artikel 3.
Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
De programmering onder artikel 4 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. Voor artikel 4.1 Humanitaire hulp wordt begin 2026 een groot deel van het budget t/m 2029 meerjarig juridisch verplicht. Dit betreft onder andere de bijdragen aan VN-organisaties (WFP, UNHCR, UNRWA), CERF, UNICEF-thematische humanitaire financiering en UNOCHA. De bijdrage aan UNRWA wordt afgebouwd conform amendement Stoffer/Eerdmans (Kamerstuknr. 36600-XVII-50). Subsidies aan de Dutch Relief Alliance en het Rode Kruis zijn t/m 2026 toegekend vanuit het subsidiebeleidskader Humanitaire hulp 2022-2026. Daarnaast zijn er subsidies uit hoofde van het subsidiebeleidskader «Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027» t/m 2027 toegekend.Voor artikel 4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking liggen de middelen meerjarig juridisch vast. Het betreft hier met name het PROSPECTS programma (2024-2027) en COMPASS. Subsidies die zijn toegekend op het subsidiebeleidskader «Migration and Displacement 2023-2028» lopen uiterlijk tot en met 2028. Met betrekking tot artikel 4.3 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling is een deel van het programma via gedelegeerde landenprogramma’s vastgelegd. Het deel wat van deze gedelegeerde middelen niet juridisch is vastgelegd is opgenomen onder bestuurlijk gebonden. De bijdrage aan het Peace Building Fund is verplicht t/m 2026. Er zijn subsidies toegekend uit het subsidiebeleidskader «Contributing to Peaceful and Safe Societies 2024–2031» die uiterlijk in 2031 aflopen.
Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Binnen artikel 5.1 zijn de verplichtingen voor de middelen- en kapitaalaanvullingen die vanaf 2025 worden aangegaan met de regionale ontwikkelingsbanken als bestuurlijk verplicht aangegeven. De jaarlijkse bijdrage aan MOPAN is tevens bestuurlijk verplicht. De Algemene Vrijwillige Bijdragen aan UNDP en UNICEF zijn per 2026 opgenomen als beleidsmatig gereserveerd. De financiering van overige (m.n. Technische Assistentie) programma’s is voor de komende jaren beleidsmatig gereserveerd. De bijdragen aan UNESCO in 2025 en verder zijn verplichte bijdragen die als juridisch verplicht zijn aangemerkt binnen artikel 5.2 De uitgaven voor schuldverlichting liggen tot en met 2029 grotendeels juridisch vast; de nieuwe verplichtingen voor schuldverlichting (HIPC IDA) zijn als bestuurlijk verplicht aangegeven. De voorgenomen overige programma’s zijn als beleidsmatig gereserveerd opgenomen. Binnen artikel 5.3 Oekraïne zijn alle uitgaven in 2025 juridisch verplicht. De uitgaven in 2026 voor niet-militaire steun aan Oekraïne zijn bestuurlijk verplicht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.