Brief Presidium : Brief van het Presidium over de gang van zaken rond het onderzoek naar oud-Kamervoorzitter Arib
36 221 Instellen van een extern onderzoek naar aanleiding van twee anonieme brieven
Nr. 23
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de Leden
Den Haag, 25 september 2025
Zowel tijdens het wetgevingsoverleg over de Raming van de Tweede Kamer op 30 juni
2025 als tijdens het debat op 4 september 2025 is gesproken over de gang van zaken
rond het onderzoek naar oud-Kamervoorzitter Arib. Hierbij heeft de Kamer de wens uitgesproken dat het Presidium in
overleg zou treden met de oud-Kamervoorzitter. De Tweede Kamer heeft op 3 juli 2025
ook een motie aangenomen (Kamerstuk 36 714, nr. 13) waarin het verzoek is gedaan aan het Presidium om met oud-Kamervoorzitter Arib het gesprek aan te gaan «met als doel genoegdoening en een fatsoenlijke
oplossing».
In eerdere debatten heeft de Voorzitter aangegeven dat hij enkele weken na zijn aantreden
een aantal gesprekken met de oud-Kamervoorzitter heeft gevoerd met de intentie deze
situatie op een goede manier af te ronden. Dit is toen helaas niet gelukt. Op 12 september
2025 is de Voorzitter opnieuw bij oud-Kamervoorzitter Arib op bezoek geweest en heeft
met haar gesproken over het besluit van het Presidium om een feitenonderzoek in te
stellen naar aanleiding van twee binnengekomen anonieme brieven en over de situatie
die nadien is ontstaan. Ook dit gesprek heeft helaas niet geleid tot een oplossing
zoals gevraagd in de motie.
Naar zijn aard worden dergelijke gesprekken in vertrouwelijkheid gevoerd en blijft
de inhoud daarvan ook vertrouwelijk. Dit geldt temeer als een gesprek nog een vervolg
kan krijgen.
Op dit moment is een voorbereidende groep van Kamerleden bezig, op basis van alle
beschikbare stukken, te komen tot een openbare rapportage over de hele gang van zaken,
feiten en omstandigheden rondom het onderzoek naar Arib met als doel een advies aan
de Kamer uit te brengen. Daarnaast is door mevrouw Arib hoger beroep ingesteld in
een civiele procedure die is aangespannen tegen de Tweede Kamer.
Het Presidium acht het raadzaam deze beide ontwikkelingen af te wachten, voordat eventueel
een vervolggesprek met de oud-Kamervoorzitter plaats heeft.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Martin Bosma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. (Martin) Bosma, voorzitter van het Presidium