Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de sectorale voorstellen Europees Meerjarig Financieel Kader OCW (o.a. Kamerstuk 22112-4154)
2025D41390 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de volgende brieven:
− brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 12 september 2025 inzake Fiche:
Voorstel Verordening en Besluit Horizon Europa – het Europese kaderprogramma voor
onderzoek en innovatie voor de periode 2028–2034 (Kamerstuk 22 112-4154);
− brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 12 september 2025 inzake Fiche:
[MFK] Voorstel Commissie programma AgoraEU 2028–2034 (Kamerstuk 22 112-4157);
− brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 12 september 2025 inzake Fiche:
[MFK] Verordening Erasmus+ programma 2028–2034 (Kamerstuk 22 112-4158);
− brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake Position paper Erasmus+
(2028–2034) (Kamerstuk 22 112-4132).
De voorzitter van de commissie,
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie,
Van Thiel
Inhoud
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
• Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
• Inbreng van de leden van de VVD-fractie
• Inbreng van de leden van de NSC-fractie
• Inbreng van de leden van de BBB-fractie
II
Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
de stukken rond de voorstellen rond de Verordening en het Besluit Horizon Europa,
het Commissieprogramma AgoraEU en Erasmus+. Deze leden hebben hierover de navolgende
vragen. In het bijzonder zijn zij benieuwd naar de voortgang in het totaalpakket voor
een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK) en de concrete gevolgen van dit MFK voor
de financiering van Nederlandse kennisinstellingen. Eerder al vroegen de leden van
de GroenLinks-PvdA-fractie aandacht voor het belang van het maximaal benutten van
de kansen voor het Nederlandse onderwijs en onderzoek binnen de onderhandelingen over
dit MFK. Deze leden zijn benieuwd hoe Nederlandse onderwijs- en kennisinstellingen
worden betrokken bij dit traject en hoe zij zich verhouden tot de tendens om valorisatie
centraal te stellen bij de inhoudelijke keuzes over EU-financiering.
Erasmus+
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden dat in beginsel elke leerling en student
de kans moet krijgen om in het buitenland te studeren, te werken of deel te nemen
aan internationale projecten met buitenlandse organisaties. De toegevoegde waarde
van internationale en interculturele ervaring is naar het oordeel van deze leden zeer
groot. Tegelijkertijd blijft de wens van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie actueel
om Erasmus+ vooral te bezien als instrument om de onderwijskwaliteit aanzienlijk te
versterken. In hoeverre, zo vragen deze leden, zal de toekomst van het Erasmus+ programma
en de wijze waarop internationale samenwerking zal worden vormgegeven hieraan kunnen
bijdragen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen uit de Position paper Erasmus+ dat
het kabinet inzet op continuïteit en stabiliteit voor wat betreft financiering en
vormgeving van Erasmus+. Welke inzichten liggen aan deze positiebepaling ten grondslag?
Is Erasmus+ bijvoorbeeld voldoende toegankelijk gebleken voor alle leerlingen en studenten
die ervan gebruik willen maken? Deze leden juichen het van harte toe dat het belang
van inclusie en diversiteit expliciet wordt benadrukt. Sociaaleconomische achterstanden,
migratieachtergronden of beperkingen zouden deelname niet in de weg mogen staan. Sterker:
naar het oordeel van deze leden zou een actieve inzet op het helpen wegnemen van eventuele
hindernissen verwacht mogen worden. Deze leden vinden het daarom zorgelijk dat in
de Position paper geconstateerd wordt dat hierop nog steeds uitdagingen spelen. Welke
concrete maatregelen moeten naar het oordeel van de Minister worden genomen om hierin
te voorzien?
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de diverse sectorale voorstellen
voor het Europees MFK, waaronder het fiche over het voorstel voor Horizon Europe.
Deze leden delen met het kabinet dat een krachtig Europees kaderprogramma voor onderzoek
en innovatie ook voor Nederland van belang is. Europese investeringen in kennis, technologie
en innovatie dragen bij aan de Nederlandse productiviteit, concurrentievermogen en
welvaart. Deze leden steunen daarom de inzet van het kabinet, waarbij voor hen excellentie
en impact leidende criteria zijn. Zij hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie verwelkomen de focus op vereenvoudiging, kortere procedures
en minder regeldruk. Tegelijkertijd maken deze leden zich zorgen over het voornemen
om personeelskosten voortaan via één standaardtarief te vergoeden. Zij delen met het
kabinet dat dit voor Nederland, met relatief hoge loonkosten, nadelig uitpakt en deelname
op die manier ontmoedigt. Deze leden vragen de Minister om zich ervoor in te spannen
dat lidstaten en instellingen de keuze behouden tussen standaardtarief en daadwerkelijke
kostendekking.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet vindt dat het voorstel onvoldoende
randvoorwaarden rondom veilige samenwerking bevat. Deze leden delen met de Minister
dat kennisveiligheidsmaatregelen als voorwaarde voor deelname aan Horizon Europe verankerd
zouden moeten worden in gemeenschappelijke spelregels van het European Competitiveness
Fund (ECF). Deze leden vragen de Minister hoe hij dit concreet wil realiseren in de
onderhandelingen. Hoe wordt voorkomen dat risicovolle samenwerkingen toch gefaciliteerd
worden binnen het programma? De leden van de VVD-fractie vragen zich voorts af hoe
de Minister zorgt dat er binnen de Unie een gelijk speelveld op het gebied van kennisveiligheid
ontstaat, zodat Nederland niet onevenredig kwetsbaar wordt maar wél aantrekkelijk
blijft voor internationaal talent en wetenschappelijke samenwerking.
Tot slot benadrukken de leden van de VVD-fractie dat Horizon Europe een cruciale bijdrage
kan leveren aan de strategische onderzoeks- en technologiegebieden die Europa en daarmee
ook Nederland concurrerend houden. Deze leden denken daarbij bijvoorbeeld aan AI,
biotechnologie en kwantumtechnologie. Welke stappen zet de Minister om ervoor te zorgen
dat deze focus concreet wordt verankerd in de programmering, zo vragen deze leden.
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de sectorale voorstellen Europees
Meerjarig Financieel Kader OCW, de BNC-fiches en overige gerelateerde stukken en hebben
daarover nu geen vragen of opmerkingen.
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de sectorale voorstellen binnen
het Europees MFK. Deze leden hebben de volgende vragen aan de Minister.
De leden van de BBB-fractie constateren dat kleinere onderwijsinstellingen, culturele
organisaties en maatschappelijke initiatieven, met name in plattelandsregio’s, moeite
hebben om toegang te krijgen tot Europese programma’s zoals Erasmus+, AgoraEU en Horizon
Europe. Dit staat haaks op de ambitie van de BBB om gelijke kansen te creëren voor
alle regio’s en instellingen, ongeacht schaalgrootte. Welke maatregelen neemt de Minister
om de toegankelijkheid van deze programma’s te verbeteren voor kleinere instellingen
en organisaties in plattelandsgebieden?
Daarnaast hechten de leden van de BBB-fractie grote waarde aan praktijkgericht onderwijs,
vakmanschap en het versterken van het mbo. In het voorstel voor Erasmus+ wordt gesproken
over strategische onderwijsvelden en de Vaardigheidsunie, maar de concrete uitwerking
voor het beroepsonderwijs blijft vaag. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat het
mbo en praktijkgericht onderwijs volwaardig en herkenbaar worden ondersteund binnen
Erasmus+, met specifieke aandacht voor vakmanschap, regionale arbeidsmarktbehoeften
en internationale uitwisseling?
De leden van de BBB-fractie pleiten voor een sterke regionale kennisinfrastructuur,
waarbij ook hogescholen en mkb-bedrijven in de regio toegang krijgen tot Europese
onderzoeksprogramma’s. Horizon Europe richt zich op excellentie, maar dit mag niet
leiden tot uitsluiting van kleinere kennisinstellingen buiten de Randstad. Is de Minister
bereid om zich in te zetten voor een betere spreiding van middelen binnen Horizon
Europe, zodat ook regionale kennisinstellingen en mkb-bedrijven kunnen deelnemen aan
strategisch onderzoek en innovatie?
Tot slot zien de leden van de BBB-fractie cultuur als een verbindende kracht in gemeenschappen,
met nadruk op lokale tradities, erfgoed en gemeenschapszin. AgoraEU bundelt cultuur,
media en maatschappelijke waarden, maar het risico bestaat dat lokale culturele initiatieven
ondergesneeuwd raken. Hoe waarborgt de Minister dat AgoraEU ook ruimte biedt voor
kleinschalige, lokale culturele projecten die bijdragen aan gemeenschapsvorming en
regionale identiteit?
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
L.E.T.M. van Thiel, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.