Nota van wijziging : Nota van wijziging
36 643 (R2202) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart
Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 4 september 2025
Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel Z, komt te luiden:
Z
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel i, wordt «vervangende Nederlandse identiteitskaart»
vervangen door «vervangende Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 12
van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart».
2. In het derde lid wordt «het reisdocument» vervangen door «het reisdocument of,
in het geval van de Gouverneur, de Nederlandse identiteitskaart».
B
Artikel I, onderdeel CC, derde subonderdeel, komt te luiden:
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De Gouverneur en, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie
van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg
met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten, zijn tevens bevoegd tot het inhouden
van Nederlandse identiteitskaarten. Artikel 54 is van overeenkomstige toepassing,
met dien verstande dat:
a. voor de toepassing van dat artikel in plaats van «reisdocument» wordt gelezen «Nederlandse
identiteitskaart»;
b. voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, in plaats van «artikel 47 of
48» wordt gelezen «artikel 30 of 31 van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart»;
c. voor de toepassing van het tweede lid in plaats van «artikel 47, eerste lid, onder
a, b, c, e, h of i» wordt gelezen «artikel 30, onderdelen a, c, f of g, van de Wet
op de Nederlandse identiteitskaart».
C
Artikel I, onderdeel EE, derde subonderdeel, komt te luiden:
3. Er worden leden toegevoegd, luidende:
2. De Gouverneur en, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie
van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg
met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten, zijn tevens bevoegd tot het definitief
aan het verkeer onttrekken van Nederlandse identiteitskaarten.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld over
de gronden voor en de wijze van het onttrekken aan het verkeer.
D
In artikel II wordt «artikel 9, tweede lid, van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart»
vervangen door «artikel 9, tweede lid, en artikel 9, zesde lid, in samenhang met artikel 9,
tweede lid, van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart».
Toelichting
Onderdeel A
De wijziging in onderdeel A betreft een aanvulling op artikel 47, derde lid, van de
Paspoortwet en is noodzakelijk om de huidige praktijk in stand te houden als de regels
over uitgifte van de NIK worden ondergebracht in de Wet op de Nederlandse identiteitskaart.
In artikel 47 van de Paspoortwet worden regels gesteld over de vermelding van personen
in het register paspoortsignaleringen (hierna: RPS) in situaties waarin hun reisdocument
van rechtswege is vervallen. De vermelding in het RPS en verwijdering daaruit hangen
in deze gevallen samen met de inleverplicht die wordt geregeld in artikel 56 van de
Paspoortwet en artikel 38 van het parallelle wetsvoorstel. Op grond van dat laatstgenoemde
artikel zal de Gouverneur van Aruba, Curaçao of Sint Maarten, net als eerder onder
de Paspoortwet, één van de op grond van artikel 50b van de Paspoortwet (zie de wijziging
daartoe in artikel I, onderdeel CC, van het onderhavige wetsvoorstel) tot inhouding
bevoegde autoriteiten zijn waar de houder met een inleverplicht het document kan inleveren.
In lijn daarmee is het noodzakelijk om de huidige situatie van artikel 47, derde lid,
van de Paspoortwet voort te zetten door expliciet te bepalen dat de Gouverneur die
een NIK in ontvangst heeft genomen of ingehouden daarvan onverwijld kennisgeeft aan
Onze Minister (net zoals hij dat in deze gevallen moet blijven doen bij het in ontvangst
nemen of inhouden van reisdocumenten), opdat Onze Minister de vermelding in het RPS
kan verwijderen. De nadere regels die op grond van artikel 47, vierde lid, van de
Paspoortwet kunnen worden gesteld over de bedoelde vermeldingen en verwijderingen,
kunnen aldus ook betrekking hebben op de regels daaromtrent voor de Gouverneur of
de door hem aangewezen autoriteiten (zie artikel 75, eerste en tweede lid, van de
Paspoortuitvoeringsregeling Caribische landen).
Onderdelen B en C
De wijzigingen in de onderdelen B en C zijn technische verbeteringen. In de tekst
van het ingediende wetsvoorstel staat dat de Gouverneur tevens bevoegd is om een NIK
in te houden (wijziging van artikel 50b van de Paspoortwet in artikel I, onderdeel CC)
of definitief aan het verkeer te onttrekken (wijziging van artikel 57 van de Paspoortwet
in artikel I, onderdeel EE). Dat is voorgesteld omdat de Gouverneur die bevoegdheden
ook heeft op grond van artikel 50b respectievelijk artikel 57 van de Paspoortwet en
die bevoegdheden in stand moet blijven, ook als de NIK is ondergebracht in een eigen
wet. Op grond van artikel 50b, onderdeel a, in samenhang met artikel 26, eerste lid,
onderdeel b, van de Paspoortwet, respectievelijk artikel 57 in samenhang met artikel 40,
eerste lid, onderdeel b, van de Paspoortwet, is echter niet alleen de Gouverneur bevoegd
tot inhouding dan wel onttrekking aan het verkeer, maar ook, voor zover het personen
betreft die in de bevolkingsadministratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn
opgenomen, de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten.
Deze laatste autoriteiten zijn daarom nu ook toegevoegd in het voorgestelde nieuwe
tweede lid van artikel 50b van de Paspoortwet (onderdeel B) en het voorgestelde nieuwe
tweede lid van artikel 57 van de Paspoortwet (onderdeel C).
Onderdeel D
In onderdeel D is de verwijzing in artikel II naar artikel 9 van de Wet op de Nederlandse
identiteitskaart verbeterd.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, E. van Marum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.