Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 11 augustus 2025 (Kamerstuk 21501-02-3216) en de geannoteerde agenda RBZ Gymnich van 29 en 30 augustus 2025 (Kamerstuk 21501-02-3218)
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3222
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 28 augustus 2025
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 22 juli 2025 over
het Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 11 augustus 2025 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 3216) en over de brief van 13 augustus 2025 over de geannoteerde agenda RBZ Gymnich van
29 en 30 augustus 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3218).
De vragen en opmerkingen zijn op 21 augustus 2025 aan de ministe van Buitenlandse
Zaken voorgelegd. Bij brief van 28 augustus 2025 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Klaver
Adjunct-griffier van de commissie, Dekker
Inhoudsopgave
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersoon
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie en reactie van de bewindspersoon
8
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie en reactie van de bewindspersoon
11
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Algemeen
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ter voorbereiding op de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 29–30 augustus 2025. Zij
willen in dit kader enkele specifieke aandachtspunten benadrukken en hebben hier enkele
vragen over.
De leden van de VVD-fractie hebben met veel belangstelling gekeken naar de recente
geopolitieke ontwikkelingen ten aanzien van de grootschalige oorlog in Oekraïne. Wat
deze leden betreft is er alleen een staakt-het-vuren of vrede mogelijk waarmee Oekraïne
kan instemmen. De leden zien het als cruciaal dat daarbij ook Europa meeonderhandelt.
Hoe is de Minister van plan direct in Europees verband aan de onderhandelingstafel
te komen?
1. Antwoord van het kabinet
Het is cruciaal dat Oekraïne aan de onderhandelingstafel plaatsneemt. Daarnaast acht
het kabinet het ook van belang dat Europese landen betrokken zijn bij onderhandelingen
over bredere Europese veiligheidsbelangen. In dat licht is het positief dat president
Zelensky en een delegatie van Europese partners onder wie ook de Voorzitter van de
Europese Commissie en de SG van de NAVO gezamenlijk een bezoek brachten aan president
Trump op 18 augustus jl. Nederland staat in nauw contact met deze partners en voedt
het inhoudelijke gesprek van de E3+ en de EU met de Verenigde Staten (VS) over de
toekomst van Oekraïne en de veiligheid van Europa. Hierbij stuurt Nederland aan op
Europese betrokkenheid bij die gesprekken. Het kabinet zal zich blijven inspannen
om de Europese en Oekraïense veiligheidsbelangen te behartigen.
Hoe kijkt de Minister naar de recente ontwikkelingen met betrekking tot het afstaan
van Oekraïens grondgebied aan Rusland?
2. Antwoord van het kabinet
Op dit moment is het formeel afstaan van grondgebied door Oekraïne niet aan de orde.
Het is aan Oekraïne om te bepalen of dit in het kader van een onderhandelingsproces
wel aan de orde komt. Nederland staat voor de principes van territoriale integriteit
en soevereiniteit.
Wat is de inzet van de Minister om ervoor te zorgen dat er een zo goed mogelijk resultaat
kan worden behaald voor Oekraïne?
3. Antwoord van het kabinet
Nederland steunt Oekraïne militair, humanitair, financieel, moreel en politiek. Het
kabinet blijft deze steun onverminderd voortzetten, mede om Oekraïne in een zo goed
mogelijke onderhandelingspositie te brengen. Daarnaast blijft het noodzakelijk om
de druk op Rusland hoog te houden en op te voeren, zowel diplomatiek als via sancties,
om Rusland ertoe te bewegen eindelijk zijn oorlog te stoppen. Rusland kan deze oorlog
niet eindeloos volhouden. Tot slot benadrukt Nederland in gesprek met partners het
belang van betrokkenheid van Oekraïne bij gesprekken over Oekraïne, evenals het belang
van additionele militaire steun vanuit het principe van evenwichtige lastenverdeling
onder EU-lidstaten. Tevens zal aan Europese kant in dit kader onverminderd moeten
worden ingezet op de opbouw van additionele militaire capaciteiten en de afbouw van
ongewenste afhankelijkheden.
Deelt de Minister de mening van deze leden dat de internationale rechtsorde wordt
ondermijnd als het Poetin lukt zich Oekraïens grondgebied toe te eigenen door middel
van onderhandelingen met President Trump? Wat is de visie van de Minister op het gebied
van de schade die dit op langere termijn het fundament van de internationale rechtsorde
kan opleveren?
4. Antwoord van het kabinet
De Russische agressie tegen Oekraïne inclusief de bezetting van vijf Oekraïense regio’s
is een schending van het internationaal recht. In de door Nederland gesteunde resolutie
«The Path to Peace», die op 24 februari 2025 is aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties, is ook wederom het belang onderstreept van de soevereiniteit, onafhankelijkheid,
eenheid en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende
grenzen.1 Het kabinet beschouwt het als essentieel dat Oekraïne aan de onderhandelingstafel
plaatsneemt. Een duurzame en rechtvaardige vrede kan immers alleen worden gerealiseerd
als de Oekraïense belangen, waaronder ten aanzien van grondgebied, worden vertegenwoordigd
en meegewogen.
Nederland zet zich op diverse wijzen in om straffeloosheid van schendingen van het
internationaal recht te bestrijden. De oprichting van een Speciaal Tribunaal voor
het Misdrijf Agressie past daar in; Nederland is een van de voortrekkers van dat proces.
Dat geldt eveneens voor de oprichting van een Claimscommissiedie tot financiële compensatie
zal kunnen besluiten ten aanzien van in en door Oekraïne geleden schade door Russische
internationale misdrijven. Afwezigheid van vervolging, berechting en bestraffing werkt
straffeloosheid in de hand, hetgeen de internationale rechtsordeondermijnt.
De leden van de VVD-fractie hebben tevens met veel interesse kennisgenomen van de
mogelijke veiligheidsgaranties voor Oekraïne als onderdeel van een deal naar aanleiding
van de recente gesprekken tussen Europese leiders en President Trump in Washington.
Welke rol ziet de Minister weggelegd voor Nederland op het gebied van veiligheidsgaranties?
5. Antwoord van het kabinet
Nederland is aangesloten bij internationale gesprekken over veiligheidsgaranties voor
Oekraïne, onder andere in de Coalition of the Willing. De discussie over mogelijke veiligheidsgaranties bevindt zich nog in een vroeg stadium,
waarbij de precieze rol van de VS en de positie van Rusland zich nog moeten uitkristalliseren.
Het kabinet kan daarom op dit moment nog niet ingaan op een eventuele Nederlandse
rol. Bovendien is het zaak hier niet publiekelijk over te speculeren om de Nederlandse,
Europese en Amerikaanse positie niet te schaden en Rusland niet in de kaart te spelen.
Voorop staat dat Nederland Oekraïne actief en onverminderd blijft steunen. In dat
licht sluit het kabinet op voorhand geen opties uit. Het kabinet zal uw Kamer op de
hoogte houden van verdere ontwikkelingen.
Is de Minister bereid om met gelijkgestemde Europese partners in gesprek te gaan over
het gezamenlijk bijdragen aan veiligheidsgaranties als dit niet lukt binnen de Europees
verband?
6. Antwoord van het kabinet
Nederland zet zich in voor een gezamenlijke koers met Oekraïne, Europa en de VS. Zo
is Nederland aangesloten bij internationale gesprekken over veiligheidsgaranties voor
Oekraïne, onder andere in de Coalition of the Willing. Het kabinet ziet het als een positief signaal dat president Trump Europa wil ondersteunen
in het bieden van veiligheidsgaranties aan Oekraïne. De Nederlandse inzet is om het
momentum voor Europees-Amerikaanse samenwerking te behouden. Indien tot veiligheidsgaranties
voor Oekraïne wordt besloten, zal dit naar verwachting door gelijkgestemde partners
worden ingevuld, via de Coalition of the Willing. In EU-verband zet het kabinet zich in voor een bijdrage van het EU-instrumentarium
aan veiligheidsgaranties om zo effectief mogelijk te zijn in de steun aan Oekraïne.
Hoe ziet de Minister de samenwerking met de Verenigde Staten op dit gebied, nu president
Trump heeft aangekondigd dat de Verenigde Staten geen militairen naar Oekraïne zullen
sturen?
7. Antwoord van het kabinet
Zoals genoemd in antwoord op vragen 6 en 7, moet de precieze rol van de VS zich nog
uitkristalliseren en is de Nederlandse inzet om het momentum voor samenwerking met
de VS te behouden.
Is de Minister het eens met de VVD-fractie dat mogelijke veiligheidsgaranties zo concreet
mogelijk moeten worden gedefinieerd en ingericht in tegenstelling tot het Budapest
Memorandum van 1994?
8. Antwoord van het kabinet
Dit kabinet heeft als uitgangspunt dat veiligheidsgaranties van substantiële aard
moeten zijn om Oekraïne geruststelling te bieden en toekomstige Russische agressie
te ontmoedigen. De VS, Europa en Oekraïne voeren momenteel overleg over hoe dergelijke
garanties te definiëren en in te vullen. De belangen en wensen van Oekraïne staan
daarbij centraal.
Kan de Minister toelichten welke rol hij ziet voor Europese samenwerking met de Verenigde
Staten met betrekking tot de veiligheidsgaranties?
9. Antwoord van het kabinet
Zoals genoemd in antwoord op vraag 8, zijn gesprekken over de concrete uitwerking
van veiligheidsgaranties nog gaande. Het kabinet kan niet speculeren over hoe deze
garanties vorm gaan krijgen en wat de concrete rol van de VS daarbij zal zijn.
Naast de geopolitieke ontwikkelingen in Oekraïne hebben de leden van de VVD-fractie
nog enkele opmerkingen en vragen over Israël en de oorlog in Gaza. De leden hebben
kennisgenomen van de recente ontwikkelingen omtrent het plan van het bouwen van een
nieuwe Israëlische nederzetting in de E1 corridor op de Westelijke Jordaanoever. Deze
leden zien deze hernieuwde plannen als een zorgwekkende ontwikkeling. Wat is de inzet
van de Minister tijdens de komende Raad Buitenlandse Zaken om tot een eensgezinde
reactie te komen met betrekking tot deze plannen? Is de Minister het eens dat de bouw
van deze nederzetting een uiteindelijke oplossing voor het conflict en een tweestatenoplossing
op den duur alleen maar ingewikkelder zal maken? Hoe is de Minister van plan in Europees
verband zich in te zetten om te voorkomen dat E1 daadwerkelijk gebouwd gaat worden
nu bekend is dat de Verenigde Staten niet voor het plan zullen gaan liggen?
10. Antwoord van het kabinet
Het kabinet veroordeelt het verkeerde en zeer omstreden besluit om nederzettingen
te bouwen in het E1-gebied. De implementatie van dit besluit zou de Westelijke Jordaanoever
in tweeën splitsen, een schending van het internationaal recht betekenen en een tweestatenoplossing
ondermijnen. Daarmee staat dit besluit haaks op het regeerprogramma van dit kabinet,
dat stelt dat Nederland ten aanzien van het Israëlisch-Palestijns conflict blijft
streven naar een duurzame oplossing die door beide partijen wordt gedragen, waarbij
het uitgangspunt de tweestatenoplossing blijft.
Nederland heeft zich, ook in EU-verband, decennialang met klem uitgesproken tegen
het illegale Israëlische E1-nederzettingenplan. Nederland sloot zich op 21 augustus
jl. aan bij een door het Verenigd Koninkrijk geïnitieerde verklaring waarin het besluit
wordt veroordeeld. Het kabinet roept Israël op dit besluit terug te draaien en geen
verdere stappen te zetten die een tweestatenoplossing verder op afstand plaatsen.
Hiervoor zet het kabinet zich ook in EU-verband in.
Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie welke voortgang de Minister de laatste
tijd heeft gemaakt met ervoor zorgen dat binnen Europees verband producten uit illegale
nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever worden geweerd van de Europese markt.
11. Antwoord van het kabinet
Nederland pleit samen met gelijkgezinde landen voor handelspolitieke maatregelen in
EU-verband tegen de nederzettingen, in lijn met de motie Van Campen-Boswijk.2 De maatregelen moeten wat Nederland betreft met spoed ingaan. De eerste gelegenheid
hierover te spreken is tijdens de informele RBZ op 29 en 30 augustus a.s. Indien duidelijk
wordt dat een gezamenlijke Europese inzet ook onder de huidige verslechterende omstandigheden
uitblijft, zal het kabinet samen met gelijkgezinde landen maatregelen overwegen.
Kan de Minister daarnaast ook aangeven welke vooruitgang is geboekt op het gebied
van het Europees sanctioneren van extremistische Israëlische Ministers?
12. Antwoord van het kabinet
Nederland steunde de door Zweden geïnitieerde oproep aan de Hoge Vertegenwoordiger
voor EU-sancties tegen extremistische Israëlische Ministers en riep hiertoe op tijdens
de informele RBZ op 11 augustus jl. In de Raad bestaat vooralsnog geen unanimiteit
voor een dergelijke stap.
Deze leden zien het wenselijk dat, naast een landelijk inreisverbod, de Minister ook
aan de slag gaat om dit Europees te regelen. Kan de Minister tevens een stand van
zaken geven naar het onderzoek wat loopt tegen Israël voor het schenden van het EU-handelsverdrag?
13. Antwoord van het kabinet
Het initiële onderzoek naar de naleving door Israël van artikel 2 van dit akkoord
is afgerond; de Kamer is hierover geïnformeerd in het verslag van de RBZ van 15 juli
jl. Sindsdien monitort de EU de ontwikkelingen, waaronder de Israëlische opvolging
van het humanitaire akkoord met de EU, nauwlettend en heeft de Commissie, mede op
verzoek van NL, in juli als concrete maatregel voorgesteld om Israëlische deelname
aan het Horizon programma gedeeltelijk op te schorten. Vooralsnog bestaat momenteel
binnen de EU niet de benodigde gekwalificeerde meerderheid om deze maatregel te nemen.
Nederland blijft in EU verband aandringen op maatregelen om de druk op de regering-Netanyahu
te behouden en op te voeren.
Met betrekking tot de oorlog in Gaza hebben de leden van de VVD-fractie kennisgenomen
van de massale protesten waarbij honderdduizenden Israëliërs afgelopen weekend de
straat zijn opgegaan in protest tegen de regering Netanyahu. De leden onderschrijven
hun eis om te komen tot een staakt-het-vuren waarin alle overgebleven gijzelaars worden
teruggebracht naar Israël. Hoe ziet de Minister de protesten van afgelopen weekend
in het licht van het groeiende verzet tegen de regering Netanyahu?
14. Antwoord van het kabinet
De oorlog moet stoppen. Een staakt-het-vuren is volgens het kabinet de enige manier
om het lijden van de burgerbevolking van de Gazastrook te verlichten, de gijzelaars
vrij te krijgen en tot een duurzame vrede te komen. De protesten tonen dat ook een
aanzienlijk deel van de Israëlische bevolking een einde aan de oorlog wil.
Daarnaast vragen de leden de Minister om een update betreffende de eerste resultaten
van de voedseldroppings in Gaza. Kan de Minister aangeven hoe de capaciteit op dit
moment wordt benut en hoe de samenwerking met partners zoals Jordanië kan worden verbeterd?
Hoe is de Minister van plan zich in Europees verband in te zetten tot het verbreden
van de voedselhulp aan de bevolking in Gaza?
15. Antwoord van het kabinet
Sinds 8 augustus jl. heeft Nederland opnieuw meerdere airdrops uitgevoerd in Gaza. Defensie heeft acht vluchten uitgevoerd, waarbij in totaal 108 ton
aan voedselpakketten en andere noodhulp is afgeworpen. Een C-130 transportvliegtuig
en bijbehorend detachement zijn ingezet om in breder verband een bijdrage te leveren
aan het lenigen van de urgente noden van de bevolking in de Gazastrook. Het kabinet
waardeert de samenwerking met partners binnen de multinationale airdrops coalitie onder aanvoering van Jordanië. Het C-130 transportvliegtuig en bijbehorend
detachement zijn ingezet om in breder verband een bijdrage te leveren aan het lenigen
van de urgente noden van de bevolking in Gaza. Ook ondersteunt Nederland de door Jordanië
beheerde landroute met een financiële bijdrage via het VN-Bureau voor Projectondersteunende
Diensten (UNOPS).
Defensie heeft naar aanleiding van twee meldingen van vermoeden van burgerslachtoffers
als gevolg van airdrops een vooronderzoek uitgevoerd: de dood van een 15-jarig kind in het Al-Nuwairi Hill-gebied,
en het instorten van een balkon in Gaza-stad. Bij beide incidenten kon Nederlandse
betrokkenheid uitgesloten worden op basis van vergelijking tussen de gemelde tijd
en locatie en de exacte tijd en locatie van Nederlandse activiteiten. Defensie heeft
op 28 augustus jl. de uitkomst van het vooronderzoek volgens geldende procedure gepubliceerd
op defensie.nl.
De beslissing om via de lucht aanvullende humanitaire hulp te verlenen doet niets
af aan de prioritaire inzet op landtoegang als meest effectieve weg om te voorzien
in hulp op de schaal die onmiddellijk nodig is. Gezien de onhoudbare situatie wil
het kabinet met airdrops bijdrage leveren aan de internationale inspanningen, naast blijvende druk op Israël
om volledige en onvoorwaardelijke humanitaire toegang te faciliteren. In dit kader
pleit Nederland er in Europees verband voor om de gezamenlijke druk op Israël op te
voeren.
Daarnaast willen de leden van de VVD-fractie aandacht vragen voor de zorgelijke ontwikkelingen
in Georgië op het gebied van ondemocratische ontwikkelingen. De leden staan achter
de lijn van het kabinet om het Matra Rule of Law trainingsprogramma op te schorten
wegens de verslechterde politieke situatie. Kan de Minister aangeven hoe Nederland
zich binnen Europees verband met maatschappelijke organisaties in Georgië kan inzetten
voor het versterken van het verzet tegen deze zorgelijke ontwikkelingen?
16. Antwoord van het kabinet
De Europese Unie heeft sinds 2024 46,2 miljoen euro extra steun geleverd aan maatschappelijke
organisaties en vrije media. Daarnaast heeft Nederland zich tijdens de RBZ van 15 juli
jl. uitgesproken voor additionele steun aan het Georgisch maatschappelijk middenveld.
De Commissie heeft een nieuw steunpakket aangekondigd. Nederland verwelkomt deze extra
steun. Recent ingevoerde maatregelen door de Georgische autoriteiten maken het echter
onmogelijk om financiële middelen als voorheen uit te kunnen geven. Nederland kijkt
daarom, in nauw overleg met o.a. Europese donoren, naar flexibele mogelijkheden om
dat te blijven doen, binnen de grenzen van de Georgische wetgeving.
Als laatste willen de leden van de VVD-fractie de Minister vragen wat zijn inzet is
met betrekking tot de hervormingen Werkmethoden RBZ en besluitvorming gemeenschappelijk
buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB). Deze leden zijn groot voorstander van het
efficiënter maken van de RBZ. Op welke manier is de Minister van plan zich tijdens
de komende Raad verder in te zetten voor het gebruik van een constructieve onthouding?
17. Antwoord van het kabinet
Tijdens de informele RBZ zal Nederland pleiten voor meer actiegerichtheid van de RBZ
vergaderingen en het toepassen van enkele concrete verbeteringen die dit resultaat
proberen te bereiken. Bijvoorbeeld een betere voorbereiding van de RBZ bij voorbereidende
vergaderingen zoals het Politiek en Veiligheidscomité en Coreper, waardoor duidelijke
politieke beslispunten overblijven voor de RBZ. Ook zou het delen van schriftelijke
posities op voorhand, meer discussies met alleen bewindspersonen, meer informele discussies
en meer gezamenlijke interventies namens groepen lidstaten de discussie tijdens de
RBZ kunnen verbeteren. Tijdens de informele RBZ zal Nederland daarnaast benadrukken
dat in de huidige geopolitieke context Europese besluitvaardigheid nodig is en dat
meer gebruik van constructieve onthoudingen bij kan dragen aan deze besluitvaardigheid,
terwijl vitale nationale belangen beschermd blijven.
Met welke Europese partners ziet de Minister de kans om zich in te zetten voor het
bevorderen van deze constructieve onthouding?
18. Antwoord van het kabinet
Nederland werkt al langere tijd met een coalitie van lidstaten aan het verbeteren
van de besluitvorming binnen het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid
(GBVB), waaronder de RBZ, maar uiteindelijk zullen alle lidstaten dit mechanisme moeten
omarmen door het vaker in praktijk toe te passen. Zoals gebruikelijk worden posities
van andere lidstaten niet gedeeld.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken bijgaand
dit schriftelijk overleg.
De leden van de NSC-fractie hebben naar aanleiding van de stukken nog enkele vragen.
Russische agressie tegen Oekraïne:
De leden van de NSC-fractie vragen zich af hoe de Minister de algehele situaties vooral
ten opzichte van de door de VS in uitzicht gestelde veiligheidsgaranties voor Oekraïne
beoordeelt. Deze leden vragen hoe er over deze veiligheidsgaranties binnen de EU wordt
nagedacht. Het lijkt erop dat deze veiligheidsgaranties in plaats moeten komen voor
een toekomstige NAVO-lidmaatschap van Oekraïne. Deze leden vragen hoe onder deze omstandigheden
het EU toetredings-traject binnen de EU bediscussieerd wordt.
19. Antwoord van het kabinet
Het kabinet acht het positief dat president Trump heeft aangeboden Europa te ondersteunen
in het bieden van veiligheidsgaranties aan Oekraïne. Het belang van Amerikaanse betrokkenheid
bij de veiligheidsgaranties wordt binnen de EU breed gedeeld. Tevens vinden gesprekken
plaats over de manier waarop EU-instrumenten kunnen bijdragen aan veiligheidsgaranties
voor Oekraïne. Bijvoorbeeld door het versterken van de Oekraïense defensie-industrie
en de rol van EU-trainingsmissie EUMAM en de civiele GVDB-missie EUAM. Daarbij zet
het kabinet zich in voor complementariteit om zo effectief mogelijk te zijn in de
steun aan Oekraïne.
Oekraïne heeft, op basis van het VN-Handvest en het internationaal recht, het inherente
recht om zijn eigen toekomst te bepalen. In het kader van het EU-toetredingsproces
blijft Oekraïne hervormingen doorvoeren onder zeer moeilijke omstandigheden. Oekraïne
staat evenwel aan de start van de EU-toetredingsonderhandelingen. Het kabinet houdt
streng vast aan de eisen voor EU-lidmaatschap, inclusief de Kopenhagen-criteria. Hervormingen
op het gebied van goed bestuur, transparantie en de rechtsstaat zijn hierbij van bijzonder
belang. Bij besluiten over het EU-lidmaatschap zijn merites leidend: het doorvoeren
van hervormingen en overname en uitvoering van het EU-acquis bepaalt het tempo van het toetredingsproces. Waar mogelijk ondersteunt het kabinet
Oekraïne daarbij.
De leden van de NSC-fractie vragen ook hoe groot men binnen EU-verband de kans acht,
dat de poging van bemiddeling door president Trump kans van slagen heeft. Gaat men
ervan uit dat president Poetin serieus geïnteresseerd is in vredesonderhandelingen?
20. Antwoord van het kabinet
Het Kremlin lijkt tot nu toe vast te houden aan maximalistische eisen en heeft nog
geen werkelijk constructieve opstelling laten zien. Het is evenwel belangrijk dat
er wordt gesproken over een proces dat leidt tot het einde van de Russische agressieoorlog
tegen Oekraïne. Het is hierbij van belang dat Oekraïne en Europa betrokken zijn. In
dat licht is het recente bezoek van Zelensky en een delegatie van Europese partners
aan president Trump op 18 augustus jl. positief geweest. Voor Europa blijft het tevens
noodzakelijk om steun aan Oekraïne voort te zetten en gelijktijdig de druk op Rusland
hoog te houden en op te voeren, zowel diplomatiek als bijvoorbeeld via sancties, om
het Kremlin ertoe te bewegen een andere afweging te maken. Ook Rusland kan deze oorlog
niet eindeloos volhouden.
Israël/Gaza:
De leden van de NSC-fractie lezen dat volgens de stukken de afspraak tussen de EU
en Israël over toegang voor humanitaire hulp naar Gaza tot nu toe niet voldoende heeft
opgeleverd.
Deze leden vragen welke verdere stappen op dit moment binnen de EU worden bediscussieerd.
Welke handelingsruimte heeft de EU nog tegenover Israël en tegenover de Hamas? En
klopt het dat sancties tegenover Hamas en Israël altijd in combinatie met elkaar worden
besloten?
21. Antwoord van het kabinet
In de Kamerbrief van 28 juli jl. is de Kamer geïnformeerd over de combinatie van druk
en dialoog die het kabinet inzet, op nationaal en Europees niveau, om de situatie
te verbeteren. Het kabinet zet zich in voor EU-sancties tegen de Ministers Ben-Gvir
en Smotrich. In de Raad bestaat vooralsnog geen unanimiteit voor een dergelijke stap.
Binnen de EU worden sancties tegen Hamas aangenomen onder het regime Hamas en Palestijnse
Islamitische Jihad (PIJ). Sancties tegen gewelddadige kolonisten worden aangenomen
onder het EU-mensenrechtenregime. Besluitvorming m.b.t. verschillende EU-sanctieregimes
is technisch gezien onafhankelijk. Lidstaten kunnen wel zelf besluiten hun besluitvorming
op verschillende regimes aan elkaar te koppelen. Het kabinet kan niet uitweiden over
interne beraadslagingen binnen de EU.
Syrië:
De leden van de NSC-fractie konden in de stukken lezen, dat men binnen de EU buitengewoon
bezorgd is over de ontwikkelingen in Syrië, vooral over het geweld tegenover minderheden.
Deze leden vinden echter geen aanwijzingen voor concrete acties richting het regime
van Al-Jolani. Enkele maanden geleden besloten de EU-lidstaten tot opheffing van de
meeste sancties. De leden vroegen zich dan ook af welke concrete maatregelen op dit
moment worden bediscussieerd om de Syrische machthebbers onder druk te zetten.
22. Antwoord van het kabinet
Het kabinet maakt zich zorgen over de situatie van diverse Syrische gemeenschappen,
waaronder christenen, Druzen en Alawieten, en zet zich zowel bilateraal als multilateraal
in voor hun bescherming. In VN- en EU-verband blijft Nederland oproepen tot de bescherming
van alle gemeenschappen in Syrië, zoals het gedaan heeft in de marge van de RBZ van
respectievelijk 15 juli, 23 juni en 20 mei jl. Het recente geweld in Zuid-Syrië is
door de EU als volstrekt onacceptabel bestempeld; dit standpunt is ook nadrukkelijk
overgebracht in bilaterale contacten. Nederland dringt er daarnaast bij de Europese
Commissie op aan om in kaart te brengen hoe mechanismen die Syrische gemeenschappen
meer bescherming bieden, kunnen worden ondersteund. Ook vraagt Nederland in de context
van sanctieverlichting aandacht voor de status en bescherming van de diverse gemeenschappen.
Daarbij houdt het kabinet de mogelijkheid open om nieuwe sancties voor te stellen
als het handelen van de overgangsregering daartoe aanleiding geeft. Daarbij moet met
name worden gedacht aan sancties die gericht zijn op diegenen die verantwoordelijk
zijn voor sektarisch geweld en mensenrechtenschendingen.
Georgië:
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de (tijdelijke) opschorting van
het Matra Rule of Law programma in Georgië en vroegen zich dan ook af hoe de Minister
de actuele situatie in Georgië inschat. Heeft Nederland op dit moment mogelijkheden
om het Georgische maatschappelijke middenveld in hun weerstand tegen de actuele politieke
machthebbers te steunen?
23. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is bezorgd over de sterk verslechterende situatie in Georgië. Oppositieleiders
worden om politieke redenen gearresteerd en vastgehouden, enkele maanden voor de lokale
verkiezingen in Georgië. Daarnaast krijgen mensen met kritiek op de overheid, demonstranten
en onafhankelijke media te maken met steeds verder gaande repressie. Tot slot maakt
recentelijk aangenomen wetgeving – zoals de Foreign Agent Registration Act en de Law on Grants – steun aan het Georgisch maatschappelijk middenveld via de gebruikelijke routes
nagenoeg onmogelijk. Nederland blijft steun verlenen aan deze organisaties, via een
flexibele inzet en met inachtneming van de herziene juridische kaders. Ook via EU-programma’s
blijft Nederland steun verlenen aan het maatschappelijk middenveld.
Zaak Zuid-Afrika tegen Israël bij IGH:
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de uiteenzetting waarom Nederland
zich niet zou kunnen «aansluiten» bij deze zaak. De leden vroegen zich echter wel
af welk doel de 12 landen, die zich reeds bij de zaak hebben aangesloten, zouden kunnen
nastreven. Ook voor hen geldt dat hun interventies als niet ontvankelijk zouden kunnen
worden beoordeeld. Alsnog kiezen zij voor interventie, blijkbaar om een politiek signaal
af te geven. Klopt het dat Nederland in principe hetzelfde zou kunnen doen, maar dat
men ervoor kiest om het vooruitlopend op mogelijke niet ontvankelijkheid van actie
af te zien?
24. Antwoord van het kabinet
Het is niet aan het kabinet om te speculeren over de beweegredenen van andere staten
om een interventie in te dienen. Zoals toegelicht in het verslag van de Raad Buitenlandse
Zaken van 15 juli jl., staat het Statuut van het Internationaal Gerechtshof aansluiting
bij een zaak niet toe. Het is wel mogelijk om een interventie in te dienen waarin
de Nederlandse visie op de constructie (interpretatie) van het verdrag wordt weergegeven.
Het kabinet beraadt zich nog op deze mogelijkheid. Er is dus geen sprake van dat Nederland
afziet van actie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Buitenlandse Zaken in Gymnich. De leden hebben een aantal vragen.
Oekraïne
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat het betekent dat er «Artikel 5-achtige
garanties» komen ten aanzien van Oekraïne, waar NAVO secretaris-generaal (SG) Rutte
over sprak. Welke toezeggingen zijn er door de VS gedaan? Welke verantwoordelijkheid
willen en kunnen Europese leden op zich nemen? En Nederland daarbij in het bijzonder?
25. Antwoord van het kabinet
De discussie over veiligheidsgaranties en de precieze invulling ervan bevindt zich
nog in een vroeg stadium. Het is helder dat Europa het leeuwendeel van de inspanningen
voor veiligheid op het continent op zich zal moeten nemen. Daarbij zet het kabinet
zich in voor een gezamenlijke koers met Oekraïne, Europa en de VS. In dat licht sluit
het kabinet op voorhand geen opties uit. Daarnaast blijft Nederland zich onverminderd
inzetten om de steun aan Oekraïne voort te zetten. Een sterke Oekraïense strijdkracht
is essentieel om Russische agressie af te schrikken. Zo heeft Nederland recentelijk
500 miljoen euro bijgedragen aan het Amerikaanse Prioritised Ukraine Requirements List (PURL) initiatief.
De leden van de ChristenUnie-fractie wijzen op het Budapest Memorandum (1994) dat
ook al veiligheidsgaranties bevatte voor Oekraïne, maar waar nooit naar is gehandeld.
Op welke manier zullen de veiligheidsgaranties nu wel worden geboden? De leden vragen
of dit Memorandum niet formeel bekrachtigd zou moeten worden, met steun van de Coalition
of the willing.
26. Antwoord van het kabinet
Dit kabinet heeft als uitgangspunt dat veiligheidsgaranties van substantiële aard
moeten zijn om Oekraïne geruststelling te bieden en toekomstige Russische agressie
te ontmoedigen. De VS, Europa en Oekraïne voeren momenteel overleg over hoe dergelijke
garanties te definiëren en in te vullen. Daarbij staan de belangen en wensen van Oekraïne
centraal.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke juridische basis ten grondslag ligt
aan de inzet van Nederland om geconfisqueerde bedragen uit te geven en te herinvesteren
in Oekraïne. Welk precedent schept dit? Waarom is de juridische analyse over internationaalrechtelijke
handelingsperspectief anders dan die van Duitsland, Frankrijk en Italië en is de Minister
bereid deze analyse naar de Kamer te sturen?
27. Antwoord van het kabinet
Op dit moment is geen sprake van confiscatie van tegoeden of uitgave van geconfisqueerde
bedragen. Als gevolg van de sectorale sanctiemaatregelen die aan Rusland zijn opgelegd,
zijn tegoeden van de Russische Centrale Bank geïmmobiliseerd. Deze bevriezing leidt
tot een ongebruikelijke accumulatie van vermogen op de balansen van Centrale Effectenbewaarinstellingen.
De EU bereikte in mei 2024 akkoord over het afromen van de buitengewone inkomsten
die hierdoor ontstaan en het beschikbaar stellen hiervan voor militaire en niet-militaire
steun aan Oekraïne.
Nederland kijkt serieus naar het onderzoeken van aanvullende mogelijkheden voor het
gebruik van de bevroren Russische Centrale Banktegoeden. De meest vergaande optie
is confiscatie. Volgens Nederland is confiscatie van de tegoeden als tegenmaatregel
tegen Russische agressie, onder voorwaarden, juridisch houdbaar. Een analyse hiervan
kwam uw Kamer op 4 maart jl. toe3. Duidelijk is dat eventuele aanvullende maatregelen in EU- en bij voorkeur in G7-verband
moeten worden genomen. Nederland roept onder meer in EU-verband op tot een gecoördineerd
internationaal gesprek, om tot een gedeeld beeld te komen van de mogelijkheden en
juridische en financieel-economische risico’s.
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat Turkije de EU niet wil helpen om
de import van Russisch gas richting de EU aan banden te leggen. Zijn er mogelijkheden
om Turkije te bewegen tot afdwingen van een verbod op import, bijvoorbeeld door zelf
maatregelen tegen Turkije te treffen?
28. Antwoord van het kabinet
Nederland zet zich actief in voor maatregelen in EU-verband voor de afbouw van Russisch
gas naar nul. Momenteel is de import van Russisch gas (zowel in de vorm van LNG, als
via pijpleidingen) in de EU niet onderhevig aan sancties. De Europese Commissie heeft
in juni een wetgevingsvoorstel gepresenteerd om de import van Russisch gas op afzienbare
termijn geheel uit te faseren, onder de REPowerEU Routekaart. Het kabinet is positief over dit voorstel. Het sluit aan zowel bij de
herhaalde Nederlandse oproepen in de Raad als bij een breed gedragen wens in de Tweede
Kamer4 om de import van Russische fossiele energie zo spoedig mogelijk te stoppen. Het kabinet
beziet daarbij voortdurend welke acties in relatie tot derdelanden opportuun zijn
om dit doel te bespoedigen, waarbij ook de bredere diplomatieke betrekkingen en de
mondiale leveringszekerheid in acht genomen worden.
Midden-Oosten
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe het kan dat medewerkers van de Europese
Commissie de toegang tot Gaza is ontzegd. Was dit geen onderdeel van de afspraken?
Is de Minister bereid om zich in te zetten om met spoed toegang van Europese waarnemers
tot Gaza onderdeel van deze afspraken te maken? Zo nee, waarom niet?
29. Antwoord van het kabinet
Zoals eerder met de Kamer gedeeld, hebben de Hoge Vertegenwoordiger en de Europese
Dienst voor extern optreden, met oog op het zoveel mogelijk vergroten van de kans
van slagen op spoedige en succesvolle implementatie van de afspraken tussen de EU
en Israël, de specifieke details van de afspraken niet openbaar gemaakt. Het is niet
in het belang van de diplomatieke positie van Nederland om deze vertrouwelijkheid
te schenden en de specifieke afspraken waar u naar vraagt toe te lichten. Wel heeft
uw Kamer vertrouwelijk de rapportage van DG European Civil Protection and Humanitarian Aid Operations (DG ECHO) kunnen inzien5. Het kabinet zet zich er met urgentie voor in dat Israël alle afspraken die gemaakt
zijn met de EU over de toegang en levering van humanitaire hulp naleeft, inclusief
afspraken over monitoring en toegang tot de Gazastrook.
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat het aantal trucks dat Gaza binnen
is gekomen een stuk lager is dan is afgesproken met Israël. De leden vragen of de
188 trucks die tussen 31 juli en 4 augustus Gaza binnenkwamen exclusief of inclusief
de honderden trucks die al in Gaza stonden en gescreend waren, maar niet vervoerd
konden worden vanwege de veiligheidssituatie op de grond zijn, zoals gesteld door
de VN? Zo nee, hoe worden de trucks die al in Gaza waren geduid in de cijfers?
30. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is niet bekend met het specifieke aantal van 188 trucks in de periode
tussen 31 juli en 4 augustus jl., en kan deze cijfers daarom niet duiden. Het klopt
dat de vrachtwagens die de grens oversteken niet allemaal de noodlijdende bevolking
kunnen bereiken. De VN en haar partners kampen met ernstige belemmeringen, waardoor
er te weinig hulp binnenkomt en hulp niet bij alle hulpbehoevenden in de gehele Gazastrook
terechtkomt. Dit betreft niet alleen operationele en bureaucratische belemmeringen
voor de invoer en distributie van hulp, maar ook het geweld tegen burgers en hulpverleners
heeft directe consequenties voor distributiecapaciteiten. Ook gaat de hulpverlening
gepaard met veiligheidsrisico’s vanwege de aanhoudende militaire en terroristische
activiteiten door Hamas, het doorzetten van de militaire operatie door Israël, en
het gebrek aan coördinatie met, en veiligheidsgaranties door, de Israëlische strijdkrachten.
Daarnaast is de situatie in de Gazastrook zo ontwricht dat wanhopige menigtes humanitaire
konvooien tegenhouden en plunderen vanwege de catastrofale noden, het gebrek aan orde
en gezag, en de torenhoge prijzen en beperkt aantal goederen op de markten. Ook zijn
er berichten van plunderingen door Hamas en andere gewapende milities.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de reactie van Israël is op de constateringen
uit het EU-rapport. Erkent Israël de conclusie uit het rapport dat het land niet voldoet
aan de gemaakte afspraken? Welke onderbouwing geven andere EU-lidstaten voor het feit
dat ze (nog) niet bereid zijn tot het opschorten van het handelsdeel van het associatieakkoord?
31. Antwoord van het kabinet
In mei 2025 heeft Nederland in de Europese Unie verzocht een evaluatie uit te voeren
van de naleving door Israël van Artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord vanwege
de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. In Artikel 2 zijn afspraken gemaakt tussen
Israël en de EU over het respecteren van mensenrechten en democratie. Uit de EU-evaluatie
kwamen aanwijzingen dat Israël in strijd zou handelen met de verplichtingen in Artikel 2.
De EU heeft hierover met Israël gesproken. De EU heeft naar aanleiding van de evaluatie
aangedrongen tot onmiddellijke verbetering van de situatie in de Gazastrook. De EU
en Israël kwamen tot een overeenkomst over de toegang van humanitaire hulp tot de
Gazastrook. Israël komt de afspraken die hierover met de EU zijn gemaakt onvoldoende
na. Mede naar aanleiding hiervan inventariseert Nederland in aanloop naar de informele
RBZ hoe andere EU-lidstaten aankijken tegen het voorstel om het handelsdeel van het
associatieakkoord op te schorten.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de veroordeling
van het E1-voorstel van de Israëlische regering. Hoe beoordeelt de Minister de uitspraak
van de Israëlische Minister Smotrich dat het plan een reactie is op de (voorgenomen)
erkenning van de Palestijnse staat door een groeiende groep landen? Welke reactie
bereidt de EU voor als het E1-voorstel wordt doorgezet? Welk standpunt heeft het kabinet
hierin?
32. Antwoord van het kabinet
Het kabinet veroordeelt het verkeerde en zeer omstreden besluit om nederzettingen
te bouwen in het E1-gebied. Nederland heeft zich, ook in EU-verband, decennialang
met klem uitgesproken tegen het illegale Israëlische E1-nederzettingenplan. Nederland
sloot zich op 21 augustus jl. aan bij een door het Verenigd Koninkrijk geïnitieerde
verklaring waarin het besluit wordt veroordeeld. Het kabinet roept Israël op dit besluit
terug te draaien en geen verdere stappen te zetten die een tweestatenoplossing verder
op afstand plaatsen. Hiervoor zet het kabinet zich ook in EU-verband in.
EU-besluitvorming
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn voorstander van het op onderdelen van het
EU-buitenlandbeleid overgaan op een gekwalificeerde meerderheid, maar zien dit er
vooralsnog nog niet van komen. Welke andere alternatieve vormen van besluitvorming
dan constructieve onthouding ziet de Minister om besluitvorming op het terrein van
EU-buitenlandbeleid effectiever te maken?
33. Antwoord van het kabinet
Naast constructieve onthoudingen pleit Nederland voor verbeteringen in de werkmethoden
van de RBZ, waardoor verbeterde besluitvorming kan plaatsvinden. Daarnaast blijft
het kabinet zich inzetten om EU-eenheid na te streven en lidstaten te bewegen om te
blijven werken aan consensus of unanimiteitbesluitvorming in plaats van besluitvorming
te blokkeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.L. Dekker, adjunct-griffier