Stenogram : Zoönosen en dierziekten
13 Zoönosen en dierziekten
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 87
Te raadplegen sinds
2025-07-21Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier29683Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 87
Zoönosen en dierziekten
Aan de orde is het tweeminutendebat Zoönosen en dierziekten (CD d.d. 06/02).
De voorzitter:
Dan is aan de orde het tweeminutendebat Zoönosen en dierziekten. Het commissiedebat vond plaats op 6 februari; dat is alweer een tijdje geleden. We hebben zes sprekers aan de zijde van de Kamer. Ik had de minister al hartelijk welkom geheten en dat blijft zij ook. Ik geef graag als eerste het woord aan het lid Kostić van de fractie van de Partij voor de Dieren. Zij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dank, voorzitter. Zestien jaar geleden werd het eerste onderzoek uitgebracht waaruit bleek dat de geitenindustrie risico's met zich meebrengt voor de gezondheid van omwonenden. Het gaat om 1,5 miljoen mensen. Uit nieuw onderzoek van het RIVM van eerder dit jaar bleek dat er naar schatting tot wel 6.500 extra longontstekingen, 600 ziekenhuisopnamen en 100 sterfgevallen per jaar worden veroorzaakt door de geitenindustrie. Wat doet de minister van de agro-industrie? Helemaal niets. Ze zet allemaal onderzoeken uit die weer maanden gaan duren, om maar te voorkomen dat het verdienmodel van de geitenindustrie wordt aangetast. Dat zij daarvoor kiest, verbaast ons natuurlijk niets. Maar de minister van Volksgezondheid zou pal moeten staan voor de gezondheid van Nederlanders. Daarom heb ik de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat al meer dan vijftien jaar uit opeenvolgende onderzoeken blijkt dat omwonenden van geitenhouderijen een sterk verhoogd risico lopen op het krijgen van een longontsteking;
constaterende dat uit onderzoek van het RIVM blijkt dat er naar schatting tot wel 600 ziekenhuisopnamen en 100 sterfgevallen per jaar worden veroorzaakt door de geitenhouderijen;
constaterende dat het nu aan provincies wordt overgelaten om al dan niet een geitenstop in te stellen;
constaterende dat het aantal geiten in de afgelopen vijftien jaar is verdubbeld;
overwegende dat voorkomen moet worden dat geitenhouders nu geld investeren in het uitbreiden, verplaatsen of nieuwbouwen van stallen, terwijl de kans bestaat dat later dit jaar, zodra het advies van de Gezondheidsraad binnen is, zal blijken dat ingrijpende maatregelen nodig zijn om de gezondheid van omwonenden te beschermen;
verzoekt de regering een nationaal, uniform moratorium in te stellen met een verbod op uitbreiding, verplaatsing en nieuwbouw van geitenstallen, in ieder geval totdat het advies van de Gezondheidsraad binnen is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.
Zij krijgt nr. 305 (29683).
Dank u wel. U heeft één vraag, van mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Voorzitter, mijn vraag is eigenlijk aan u gericht. Ik hoor het lid Kostić "de minister van agro-industrie" zeggen, wat impliceert dat een minister betaald wordt door bedrijven. Een minister zit hier niet namens een sector of een branchevereniging. De minister zit hier namens de mensen in Nederland en is daartoe benoemd. Ik zou dus willen vragen of de voorzitter erop wil letten, ook bij de volgende keren, dat dit soort termen hier niet meer worden gebruikt.
De voorzitter:
De minister zit hier namens de Kroon. U vervolgt.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Nou, ja, misschien dat het persoonlijk …
De voorzitter:
Nee, nee, nee, u gaat gewoon door. U gaat gewoon door, want anders blijven we aan de gang. Dan komt mevrouw Van der Plas ook weer en dan zijn we volgend jaar dinsdag klaar. Uw volgende motie.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dan rond ik af. Ik heb nog zeventien seconden. Mijn reactie is: de minister heeft zelf gezegd dat ze er voor de sector staat. Ik vind ook dat ze er voor heel Nederland moet staan. Maar in haar daden laat ze toch gewoon zien dat ze de minister van de agro-industrie is. Dat vind ik ook jammer. Ik hoop het vandaag anders te zien, maar dat is wat het is.
Dank u wel.
De voorzitter:
Nee, nee, nee, mevrouw Van der Plas. Nou, u gaat er een punt van maken.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, ik ga er zeker een punt van maken, want het wordt hier weer herhaald. "De minister van de agro-industrie" impliceert dat hier een minister zit die betaald wordt door en belangen heeft in de agro-industrie. Dat is gewoon niet waar. Ik wil niet dat dit over deze minister wordt gezegd en ik wil niet dat er dit soort suggesties worden gewekt over andere ministers. Het is gewoon een schande voor het parlement als een lid van dit parlement dit zegt over een minister. Dit kan gewoon echt niet.
De voorzitter:
Het is genoteerd. De volgende spreker is mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. O, shoot, ik heb mijn bril op mijn bureau laten liggen.
De voorzitter:
Dion komt uw bril wel even brengen. Hij is altijd een hele hulpvaardige jongeman. De heer Graus vraagt of de bril ook moet worden schoongemaakt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou! Dat is toch ook wat.
De voorzitter:
En kan u thuis even het gras maaien bij mevrouw Van der Plas?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik heb inderdaad nog heel veel klusjes te doen!
De voorzitter:
Heitje voor een karweitje; hij doet alles, hoor.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Eitje voor een karweitje? U zegt "heitje", maar ik heb twee eitjes in mijn tas. Die mag de heer Graus hebben als hij bij mij de tuin komt doen.
Oké. Ik heb twee moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het VGO-III-onderzoek (Veehouderij en gezondheid omwonenden) conclusies trekt over de relatie tussen veehouderij en de gezondheid van omwonenden;
overwegende dat transparantie, controleerbaarheid en herhaalbaarheid van wetenschappelijk onderzoek essentieel zijn voor een zorgvuldig politiek en maatschappelijk debat;
constaterende dat de ruwe data van de VGO-III-patiëntenstudie weliswaar op vertrouwelijke wijze fysiek ter inzage zijn gelegd, maar deze vorm van inzage feitelijk geen mogelijkheden biedt tot onafhankelijke heranalyse of externe toetsing;
overwegende dat het gaat om geanonimiseerde gegevens die door Nivel expliciet zijn aangepast zodat herleidbaarheid is uitgesloten;
verzoekt de regering om te zorgen dat de Tweede Kamer de beschikking krijgt over de geanonimiseerde data van de VGO-III-patiëntenstudie in een digitaal, doorzoekbaar en herbruikbaar formaat, zodanig dat toetsing door externe onderzoekers mogelijk wordt, met inachtneming van alle relevante privacywetgeving en governance-afspraken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 306 (29683).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een onafhankelijke toetsing door internationale wetenschappers kan bijdragen aan een bredere wetenschappelijke validatie en vertrouwen in de uitkomsten;
overwegende dat er op dit moment (nog) geen onafhankelijke peerreview heeft plaatsgevonden van het volledige VGO-III-rapport (Veehouderij en gezondheid omwonenden), maar alleen van een aantal losse deelonderzoeken;
verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk een onafhankelijke peerreview van het volledige VGO-III-rapport te laten uitvoeren door buitenlandse en/of onafhankelijke wetenschappers, en de resultaten daarvan met de Kamer te delen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 307 (29683).
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Campen van de VVD ziet af van zijn spreektijd. Dan gaan we luisteren naar de heer Holman van Nieuw Sociaal Contract. Hij ziet ook af van zijn spreektijd. De heer Graus. Diverse ministers hebben klusjes voor u; u gaat nog veel verdienen vandaag!
De heer Graus (PVV):
Ik ga eerst beginnen bij mevrouw Van der Plas, daarna ga ik naar de minister van LVVN toe!
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde zeer succesvol bijdraagt aan het uitfaseren van ernstig dierenleed, maatschappelijke problemen, genetisch bepaalde ziekten en/of gedragsproblemen onder rashonden en -katten;
voorts constaterende dat deze dierziekten en gedragsproblemen, inclusief het hoge aantal bijtincidenten met honden, vaak leiden tot torenhoge dierenartskosten en/of leed door euthanasie;
verzoekt de regering de onderzoeken van het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde mogelijk te houden binnen het hiervoor bestemde budget,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Van Campen.
Zij krijgt nr. 308 (29683).
De heer Graus (PVV):
Ik had willen vragen of de heer Van Campen deze motie mede wilde ondertekenen, maar hij was onbereikbaar in het reces. Hij was gisteren en vandaag onbereikbaar, dus alleen mijn naam staat eronder.
De voorzitter:
Ja, u belt anoniem, luidt de klacht van de heer Van Campen. Vanochtend had hij een goede smoes, maar de rest van zijn agenda ken ik niet.
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Vedder van het CDA.
Mevrouw Vedder (CDA):
Voorzitter. In het commissiedebat van februari heb ik aandacht gevraagd voor de aanpak van IBR en BVD, twee ernstige dierziekten. De rundersectoren strijden er al heel lang voor om deze volledig uit te bannen. Ik heb daar een aantal vervolgvragen op, die ik ook namens NSC stel.
Ik wil de minister vragen of het wat betreft IBR nog steeds zo is dat de AMvB per 1 januari 2026 in werking treedt. Mij bereiken namelijk zorgwekkende signalen uit het veld dat er mogelijk weer vertraging dreigt en dat daarvoor half juni een stuurgroep wordt gepland. De sector wordt al twee jaar lang verteld dat de AMvB eraan zit te komen en het wordt telkens weer met een halfjaar verlengd. Ik zie dat de frustratie hierover in de sector toeneemt en dat het vertrouwen afbrokkelt. Klopt het dat de Raad van State eerst het advies van de Europese Commissie wil hebben voordat ze een uitspraak doen over de AMvB? In de afgelopen planning zou dat gelijktijdig lopen. Als dat niet gelijktijdig kan, maar volgordelijk moet, hoeveel vertraging levert dit dan op? Klopt het dat ook de NVWA signalen van vertraging afgeeft? Zo ja, waarom popt dit nu ineens op? We zijn immers al jaren bezig met dit traject. We hebben toch alle tijd gehad om uitvoeringskwesties proactief in beeld te brengen? Mijn vraag aan de minister is of zij vertraging acceptabel vindt of dat zij vasthoudt aan de afgesproken planning, waarbij de AMvB ingaat op 1 januari 2026.
Dank u wel.
De voorzitter:
Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors tien minuten. Daarna gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt van 14.25 uur tot 14.31 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de minister.
Minister Wiersma:
Dank, voorzitter. Ik heb twee moties en een vraag gekregen. Ik begin met de moties.
De eerste is van het lid Kostić, namelijk de motie op stuk nr. 305. Die is in principe ontijdig. De motie gaat over een moratorium op geitenhouderijen. De provincies is gevraagd om in afwachting van het Gezondheidsraadadvies het moratorium te handhaven. Dat doen ze ook, op drie provincies na die het ook al niet hadden. Dat zijn niet-geitenintensieve provincies, bijvoorbeeld Friesland en Zeeland. Op dit moment is er geen aanleiding om dit te doen. We wachten het onderzoek af. De motie is dus ontijdig.
De voorzitter:
Een vraag van mevrouw Podt? Dat moet wel kort, kort, kort. O, u hebt helemaal geen vraag? Dat is nog beter. Heel goed. Ga door; hou dit vast. De motie op stuk nr. 306.
Minister Wiersma:
Ik heb nog een motie van de heer Graus, de motie op stuk nr. 308, die eigenlijk op het terrein van de staatssecretaris ligt. Die gaat over het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde. Ik ben het met het lid Graus eens dat dit een belangrijke bijdrage levert aan het onderzoek naar erfelijke ziektes. Ik wil de motie dan ook namens de staatssecretaris oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
En dat was de motie op stuk nr. 308. Dan geef ik graag het woord aan de minister van Volksgezondheid.
Minister Wiersma:
Zal ik ook de vraag die gesteld was nog beantwoorden?
De voorzitter:
O, sorry. Als dat kan, graag. Neemt u mij niet kwalijk.
Minister Wiersma:
Ik had van het lid Vedder een aantal vragen gekregen over de voortgang van de AMvB voor IBR. Loopt die vertraging op en wat vind ik daarvan? Vooropgesteld, ik zet aan de zijde van mijn departement en ook in mijn eigen inzet alles op alles om dit proces zo snel mogelijk te voltooien. Ik hoorde op mijn departement dat dit al tientallen jaren loopt, dus ik snap het ongeduld na al die tijd. Het streven is 1 januari. De HUF-toets is op dit moment afgerond. Er zit een aantal processtappen in die volgordelijk na elkaar moeten worden gezet. Dat betreft allereerst de HUF-toets. Die is op dit moment afgerond. Dan is er nog de privacytoets. Daar wachten we op dit moment op. Hoewel in het verleden de Raad van State en het notificeren bij de Europese Commissie weleens gelijktijdig konden, heeft de Raad van State nu gezegd dat hij ook die stappen volgordelijk wil gaan zetten. Ik moet hem dus eerst notificeren bij de Europese Commissie. Zodra hij dan terug is, leggen we hem als eerste bij de Raad van State neer. Uiteraard zorg ik dat het dossier daar ook direct ligt zodra we dat terug hebben, zodat er geen tijd verloren wordt. Dit zijn wel de verplichte volgordelijke stappen die gezet moeten worden. Het streven is as soon as possible.
De voorzitter:
Eén vraag, meneer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Nog even in de richting van de heer Graus: ook al hebben we elkaar in het reces niet te pakken gekregen, mijn fractie wordt toch graag geacht de motie mede in te dienen.
De voorzitter:
Bij dezen.
Mevrouw Vedder (CDA):
Ik had ook een vraag gesteld over de NVWA. Ik hoor de minister zeggen: "het streven is". Wat is de kans dat dat streven dan ook wordt gehaald? Moet de sector er rekening mee houden dat dat niet gaat lukken, of gaat het gewoon wel lukken?
Minister Wiersma:
Als het aan mij ligt wel, maar zoals mevrouw Vedder zojuist heeft kunnen horen, liggen de stappen die nu gezet moeten worden niet binnen mijn invloedssfeer, qua snelheid. Natuurlijk zullen wij altijd verzoeken, in de context van de geschiedenis en ook het streven … Ik heb het toevallig afgelopen week ook nog met Duitse collega's juist over dit programma gehad en gezegd dat ik echt wil dat het 1 januari 2026 van start gaat. Maar nogmaals, de stappen die nu gezet moeten worden, liggen buiten mijn departement. Ik kan daar dus geen sturing op geven. Op alle stappen die gezet worden, waar ik wel sturing op kan geven, wordt geen tijd verloren. Januari is een krappe tijd, gezien de stappen die gezet moeten worden, maar als het aan mij ligt, blijven we daarnaar streven. Mocht het zo zijn dat daar toch een kink in de kabel komt of dat een van die adviseringen echt uit lijn loopt, dan zal ik de Kamer daar uiteraard van op de hoogte stellen.
De voorzitter:
Prima. De minister van Volksgezondheid.
Minister Agema:
Dank u wel, voorzitter.
Allereerst de motie van het lid Van der Plas, op stuk nr. 306, met het verzoek aan de regering om te zorgen dat de Tweede Kamer de beschikking krijgt over de geanonimiseerde data van de VGO-III-patiëntenstudie in een digitaal, doorzoekbaar en herbruikbaar format, zodanig dat toetsing door externe onderzoekers mogelijk wordt, met inachtneming van alle relevante privacywetgeving en governance-afspraken. Ik moet deze motie ontraden. Het betreft individuele gegevens van patiënten. Die zijn verzameld binnen het huisartsennetwerk van het Nivel. Er zijn met die huisartsen afspraken gemaakt over het vertrouwelijke karakter van de gegevens, en over het gebruik van de data en de verzekering is gegeven dat deze nooit herleidbaar zijn tot de persoon. Het Nivel heeft de gegevens beschikbaar gesteld onder voorwaarde dat we ons aan deze afspraken houden. Ik kan deze afspraken niet overrulen en ik vind ook dat we deze te respecteren hebben. Daarom zijn de data beperkt en heb ik geanonimiseerde data vertrouwelijk ter inzage gelegd. Dat is het maximale wat ik kan doen. Ik kan niet én de data openbaar maken én de privacywetgeving naleven én de gemaakte afspraken respecteren. Daarmee is deze motie onuitvoerbaar.
Dan de motie van het lid Van der Plas op stuk nr. 307, die de regering verzoekt om zo spoedig mogelijk een onafhankelijke peerreview van het volledige VGO-III-rapport te laten uitvoeren door buitenlandse en/of onafhankelijke wetenschappers en de resultaten daarvan met de Kamer te delen. Ik moet deze motie ontraden. De VGO-onderzoeken zijn al meermaals gepeerreviewd en positief beoordeeld. Zo is er in 2020 een onafhankelijke review uitgevoerd op het VGO-onderzoeksprogramma. Daarnaast zijn er 33 wetenschappelijke publicaties verschenen en komen er nog 7 tot 8 wetenschappelijke publicaties aan die gerelateerd zijn aan VGO-III. Voor elke publicatie vindt een wetenschappelijke, onafhankelijke peerreview plaats. Ook zal de Gezondheidsraad nog een advies uitbrengen over VGO-III. Daarbij bekijkt de raad nauwkeurig de wetenschappelijke kennisbasis. Daarmee is en wordt ruimschoots voldaan aan het verzoek in deze motie.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover dit debat. Wij zeggen dank aan de minister van Volksgezondheid, die ons blijkbaar gaat verlaten.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dinsdag stemmen wij over de moties.