Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 22-23 juli 2025 (Kamerstuk 32317-967)
2025D33916 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd over de volgende brieven:
• Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 22–23 juli 2025 (Kamerstuk 32 317, nr. 967);
• Antwoorden op vragen commissie over o.a. de geannoteerde Agenda JBZ-Raad 12-13 juni
2025 (Kamerstuk 32317–948) (Kamerstuk 32 317, nr. 949);
• Verslag JBZ-Raad van 12 en 13 juni 2025 (Kamerstuk 32 317, nr. 964).
De voorzitter van de commissie,
Pool
Adjunct-griffier van de commissie,
Paauwe
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
II Reactie van de bewindspersoon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
van de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (hierna: JBZ-Raad) van 22–23 juli
2025. Deze leden hebben vragen en opmerkingen over een van de agendapunten en enkele
onderwerpen buiten de agenda om.
Vereenvoudiging Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG)
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn van mening dat het vereenvoudigen van
de AVG nooit tot gevolg mag hebben dat de bescherming van persoonsgegevens in de praktijk
verzwakt. In beginsel staan deze leden positief tegenover maatregelen die het midden-
en kleinbedrijf in staat stellen beter te concurreren. Deze leden menen echter dat
dit moet worden behaald door wetgeving te verduidelijken, bureaucratie te verminderen
en toegankelijke hulp aan te bieden. Kan de Minister nader toelichten wat Nederland
zal inbrengen over dit onderwerp? Deelt de Minister de zienswijze van de Autoriteit
Persoonsgegevens en de European Data Protection Supervisor? Is hij het eens met de
verbeterpunten die zij aandragen, namelijk het uitzonderen van overheidsorganisaties
van de vereenvoudiging en het alléén moeten registreren van hoogrisicoverwerkingen
door kleine bedrijven?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de Minister om aan te dringen op een
snelle uitwerking van het «one stop shop»-principe, beoogd in de AVG. Dit zou het
makkelijker maken voor bedrijven die tussen lidstaten werken. Bovendien horen deze
leden graag meer over het Omnibus-voorstel voor de sector digitaal/tech. Kan de Minister
toelichten wanneer hij hierover een Omnibus-voorstel verwacht en wat hiervan de reikwijdte
is? Deze leden benadrukken nogmaals dat het verminderen van regeldruk ook hier niet
mag leiden tot feitelijke verzwakkingen van privacyrechten, toezicht en platformregulering.
Deze leden vragen de Minister om duidelijk te maken hoe hij uitvoering geeft aan de
motie-Kathmann (Kamerstuk 30 821, nr. 264) en, conform het verzoek in de motie, aan te geven dat Nederland pleit voor de maximale
naleving, handhaving en waar nodig versteviging van regelgeving ten aanzien van grote
onlineplatforms. Is de Minister hiertoe bereid?
Verordening ter bestrijding van online seksueel kindermisbruik (hierna: CSAM-verordening)
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen dat
onder het Deense voorzitterschap het voorstel voor een CSAM-verordening wederom een
verplicht detectiebevel bevat op versleutelde communicatieplatforms. Het opheffen
van encryptie in Europa is volgens deze leden een onacceptabele maatregel en kan blijven
rekenen op fel verzet van hen en een meerderheid van de Tweede Kamer. Wat is de zienswijze
van de Minister op het Deense voorstel? Kan de Minister uitgebreid ingaan op de nieuwe
tekst?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie verwijzen naar het advies van de Algemene
Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: de AIVD), waarin wordt gesteld dat het
opheffen van end-to-endversleuteling grote cyberveiligheidsrisico’s met zich brengt.
Volgens deze leden zorgt de discussie rondom het detectiebevel in dit voorstel bovendien
voor een enorme vertraging om tot effectieve Europese regelgeving te komen om onlinemisbruik
te bestrijden. Deze leden brengen de breed aangenomen motie-Kathmann c.s. (Kamerstuk
32 317, nr. 891) in herinnering. Kan de Minister bevestigen dat hij, conform de motie, zich ondubbelzinnig
zal blijven uitspreken over voorstellen die een detectiebevel bevatten of mogelijk
maken? Zal Nederland blijven behoren tot de blokkerende minderheid en is deze minderheid
volgens de Minister stabiel? Verwacht de Minister dat lidstaten die tot deze groep
behoren, van plan zijn om van standpunt te veranderen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn voorstander van een geheel nieuw voorstel
waarin bewezen effectieve methoden om onlinekindermisbruik te bestrijden, worden opgenomen.
In de brief van 29 november 2024 (Kamerstuk 32 317, nr. 906) beschrijft de Minister uitgangspunten van een nieuw Europees voorstel. Hoe gaat
hij dit uitdragen onder het Deense voorzitterschap? Is de Minister bereid om met lidstaten
die deel uitmaken van de blokkerende minderheid, te pleiten voor een nieuw voorstel
dat geen inbreuk maakt op het digitale briefgeheim en gebaseerd is op bewezen effectieve
maatregelen, zoals aangedragen door onze nationale autoriteiten en experts?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn benieuwd naar de samenhang tussen de
CSAM-verordening en de richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele
uitbuiting van kinderen (hierna: CSA-richtlijn). Deze leden vragen de Minister om
te bezien welke onomstreden voorstellen uit de CSAM-verordening, die niet raken aan
de grondrechten van burgers, overgeheveld kunnen worden naar de CSA-richtlijn. Welke
voorstellen zouden hiervoor geschikt zijn en zou dit een manier zijn om, ondanks de
vastgelopen onderhandelingen, sneller tot maatregelen te komen om onlinemisbruik te
voorkomen? De CSA-richtlijn bevindt zich momenteel in de triloogfase. Deze leden vragen
de Minister om de Kamer regelmatig te blijven informeren over de voortgang van deze
onderhandelingen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat de derogatie voor techbedrijven,
om vrijwillig te kunnen scannen op misbruikmateriaal op hun platforms, per 2026 afloopt.
Dit is een uitzondering op de ePrivacy-richtlijn. Is de Minister voorstander van het
verlengen van deze derogatie? Deze leden zijn van mening dat het mogelijk verlengen
van de derogatie geen vrij spel mag bieden om ongecontroleerd af te zien van de ePrivacy-richtlijn.
Deze leden vragen de Minister om te bepleiten dat een mogelijke derogatie voorzien
moet zijn van goede waarborgen en kaders, waarbinnen de vrijwillige scans proportioneel
kunnen worden verricht.
ProtectEU
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de routekaart voor
rechtmatige en effectieve toegang tot gegevens voor rechtshandhaving, onderdeel van
ProtectEU. Deze leden hebben zorgen over de gevolgen van deze routekaart op de cyberveiligheid,
het privacyrecht en het recht op vertrouwelijke communicatie binnen Europa. Zij vragen
de Minister om een zienswijze op deze routekaart te delen met de Kamer. Kan de Minister
de Kamer goed geïnformeerd houden over de vorderingen rondom dit voorstel?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie uiten hun zorgen over met name de voorstellen
die het onderscheppen en ontsleutelen van gegevens mogelijk maken. Dit zijn verstrekkende
bevoegdheden die nooit lichtzinnig mogen worden toegepast. Wat is het standpunt van
Nederland over deze zware bevoegdheden? Welke waarborgen en vangrails stelt de Minister
voor om oneigenlijke toepassingen van dergelijke mogelijkheden te beperken? Deze leden
vragen de Minister om zich kritisch en terughoudend op te stellen in deze discussie.
De Kamer heeft meermaals kenbaar gemaakt grote waarde te hechten aan het recht op
versleuteling. Hoe betrekt de Minister de breed aangenomen motie-Van Raan c.s. (Kamerstuk
26 643, nr. 885) in de behandeling van deze routekaart?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben twijfels over het principe «security-by-design».
Hoe reageert de Minister op de stelling dat het inbouwen van technische mogelijkheden
om data te ontsleutelen of verzamelen zal leiden tot een generieke achterdeur voor
opsporingsdiensten? Hoe ziet de Minister dit in het licht van de AIVD-reactie op de
CSAM-verordening, waarin soortgelijke mogelijkheden om toegang tot data te verkrijgen,
werden gezien als een risico voor de cyberveiligheid? Hoe kan worden voorkomen dat
overheden en kwaadwillenden hier oneigenlijk gebruik van maken?
Verder hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zorgen over het inzetten van
artificiële intelligentie (hierna: AI) om grote hoeveelheden data te verwerken, een
voorstel in deze routekaart. Deze leden vragen de Minister om al vroegtijdig aan te
geven dat dergelijke inzet van AI onderhevig moet zijn aan evenredig toezicht, als
randvoorwaarde voor enige inzet van AI voor dit doeleinde.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie wijzen op de kritische reactie van mensenrechtenorganisaties,
onder andere European Digital Rights, op dit voorstel.1 Kan de Minister in de BNC-fiche2 over deze routekaart ook de position paper van deze organisaties voorzien van een
appreciatie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het verslag
van de JBZ-Raad van 12 en 13 juni 2025 en van de geannoteerde agenda van de informele
JBZ-Raad van 22 en 23 juli 2025. Deze leden stellen nog enkele vragen naar aanleiding
van het verslag en de geannoteerde agenda.
De strategie voor een Europese paraatheidsunie – hoe de civiele paraatheid, weerbaarheid
en crisispreventie van de EU en haar lidstaten kan worden versterkt in het licht van
een veranderend dreigingslandschap
De leden van de VVD-fractie zijn positief gestemd dat de Europese Commissie in maart
dit jaar met het voorstel tot een EU-paraatheidsstrategie is gekomen. Deze leden onderstrepen
het belang van samenwerking op het terrein van weerbaarheid gezien de huidige geopolitieke
ontwikkelingen. Deze leden vragen of de Minister nader kan toelichten wat de beoogde
invalshoek van de debatten over de paraatheidsunie is.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet waardeert dat de Europese Commissie
met een ambitieus actieplan tegemoetkomt aan de urgentie en noodzaak stappen te zetten
op weerbaarheid en daarbij opmerkt dat het voorstel niet ingaat op de verhouding van
de EU-strategie tot bestaande instrumenten en maatregelen. Deze leden vragen wat de
strekking is van de bijbehorende achtergronddocumentatie die voorligt en wat, op basis
van deze documentatie en de huidige focus, de inzet van de Minister voor deze twee
sessies is.
Overig
De leden van de VVD-fractie onderschrijven de noodzaak dat Europese landen beter moeten
samenwerken bij het voorkomen en tegengaan van onlinekindermisbruik. Deze leden betreuren
dat het Poolse EU-voorzitterschap dit voorjaar geen doorbraak heeft weten te bewerkstelligen
op de CSAM-verordening. Deze leden merken op dat het per 1 juli aangetreden Deense
Raadsvoorzitterschap juist terug wil richting de oorspronkelijke Commissietekst met
verplichte detectie. Kan de Minister een eerste inhoudelijke reactie geven op het
Deense standpunt ten aanzien van de CSAM-verordening?
Deze leden merken verder op dat het huidige Deense compromisvoorstel de onderhandeling
terugbrengt naar de eerdere situatie, waarbij een relatief brede groep voorstanders
werd geconfronteerd met een blokkerende minderheid van lidstaten, waaronder Nederland,
die het inperken van encryptie te ver vindt gaan. Deze leden lezen in mediaberichten
dat Duitsland en Polen, net als Nederland, tot de blokkerende minderheid in de Raad
behoren die vasthoudt aan het behoud van end-to-endencryptie, mede gezien hun aanzienlijk
stemgewicht als grote lidstaten. Kan de Minister aangeven of deze blokkerende minderheid
momenteel standhoudt, mede in het licht van de recente politieke ontwikkelingen, zoals
de vorming van een nieuwe regering in Duitsland? Als ultimum remedium in de aanpak
van online kinderpornografisch materiaal achten deze leden het wenselijk om te verkennen
onder welke voorwaarden en met welke adequate waarborgen voor privacy en digitale
veiligheid een verplicht detectiebevel eventueel vorm kan krijgen. Is de Minister
ook bereid om actief het gesprek aan te gaan met voorstanders om een poging te wagen
uit de huidige impasse te raken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de JBZ-Raad van 22–23 juli 2025. Deze leden hebben hierover nog enkele
vragen.
De strategie voor een Europese paraatheidsunie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de EU-paraatheidsstrategie en
de eerste appreciatie van het kabinet hiervan. Deze leden lezen bijvoorbeeld dat het
kabinet als opletpunt constateert dat het voorstel niet ingaat op de verhouding van
de EU-strategie tot bestaande instrumenten en maatregelen. Deze leden zijn het ermee
eens dat de EU-strategie goed moet worden afgestemd op lopende initiatieven, ook die
op nationaal niveau spelen. Kan de Minister aangeven hoe volgens hem nu de verhouding
is tussen de EU-strategie en het Nederlandse lopende traject ter versterking van de
nationale weerbaarheid? Kan hij aangeven waar volgens hem goede aanvullingen zitten
ten opzichte van de huidige Nederlandse strategie? Op welke punten kunnen we wat de
Minister betreft leren van andere Europese landen, onder andere op het gebied van
het betrekken van de samenleving bij het versterken van de weerbaarheid en specifiek
het betrekken van jongeren?
Lastenverlichting en vereenvoudiging, waaronder die inzake de AVG
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het Omnibus-pakket van de Europese
Commissie waarin een aantal gerichte vereenvoudigingen worden voorgesteld voor het
midden- en kleinbedrijf ten aanzien van de AVG. De Commissie beoogt onder meer de
bestaande uitzondering op de verplichting tot het bijhouden van verwerkingsregisters,
die momenteel geldt voor organisaties met minder dan 250 werknemers, uit te breiden
naar organisaties met minder dan 750 werknemers, waaronder ook zogenoemde «small mid-caps».
Daarnaast stelt de Commissie voor om deze verplichting in het algemeen te beperken
tot verwerkingen die als «hoog risico» worden aangemerkt. Deze leden hebben ook kennisgenomen
van de reactie van de Autoriteit Persoonsgegevens en de andere Europese privacytoezichthouders
in Europa. Zij hebben als verbetervoorstel gedaan dat duidelijk moet worden gemaakt
dat de uitzondering niet geldt voor overheidsorganisaties, omdat die een extra grote
verantwoordelijkheid hebben richting burgers en een voorbeeldfunctie hebben. Kan de
Minister aangeven wat de visie van het kabinet is op dit voorstel?
CSAM-verordening
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de ontwikkelingen omtrent de
CSAM-verordening en het feit dat de Deense inzet is om terug te keren richting het
oorspronkelijke Europese Commissievoorstel met verplichte detectie. Deze leden zijn
zeer fel tegenstander van het voorstel dat het aspect van verplichte detectie bevat,
wegens de grote inbreuk op grondrechten die daarmee gepaard gaat. Het is voor deze
leden van zeer groot belang dat Nederland deel blijft van de blokkerende minderheid
die niet aan encryptie wil tornen. Kan de Minister toezeggen dat dat zo zal blijven?
Kan de Minister ook aangeven hoe solide de blokkerende minderheid volgens hem is?
II Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Pool, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
B.A. Paauwe, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.