Voorstel van wet (initiatiefvoorstel) : Voorstel van wet
36 780 Voorstel van wet van het lid Beckerman tot wijziging van de Woningwet ter bevordering van wooncoöperaties (Wet bevordering wooncoöperaties)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het oprichten van wooncoöperaties
te bevorderen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 18a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «vereniging met volledige rechtsbevoegdheid» ingevoegd
«als bedoeld in artikel 26 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Het tweede lid komt als volgt te luiden:
2. Een beheerwooncoöperatie is een wooncoöperatie opgericht door huurders van ten minste
vijf in elkaars nabijheid gelegen woongelegenheden die financieel, administratief,
bouwtechnisch, stedenbouwkundig of anderszins een eenheid vormen. Het eigendom van
de woongelegenheden berust bij een toegelaten instelling of gemeente.
3. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid wordt
een lid ingevoegd, luidende:
3. Een vastgoedwooncoöperatie is een wooncoöperatie die eigenaar of beoogd eigenaar
is van ten minste vijf in elkaars nabijheid gelegen te realiseren of te verwerven
woongelegenheden. In afwijking van het eerste lid kan de rechtsvorm van de vastgoedwooncoöperatie
ook een coöperatie als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek zonder winstoogmerk zijn.
B
Aan artikel 42 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De gemeenteraad stelt in de woonvisie beleid vast voor het bevorderen van wooncoöperaties
als bedoeld in artikel 18a.
ARTIKEL II
Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zendt binnen vijf jaar
na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens na vijf jaar aan de Staten-Generaal
een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
ARTIKEL III
Indien het bij koninklijke boodschap van 6 maart 2024 ingediende voorstel van wet
tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Huisvestingswet 2014, de Omgevingswet,
de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Woningwet in verband met de versterking
van de regie op de volkshuisvesting en met het oog op enkele andere met de volkshuisvesting
samenhangende maatregelen (Wet versterking regie volkshuisvesting) tot wet is of wordt
verheven en Artikel V, onderdeel F, van die wet:
a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I, onderdeel B, van deze wet,
komt dit onderdeel te luiden:
B
Artikel 68 komt te luiden:
Artikel 68
1. Het college van burgemeester en wethouders stelt in het gemeentelijk volkshuisvestingsprogramma,
bedoeld in artikel 3.6, derde lid, van de Omgevingswet, beleid vast voor het bevorderen
van wooncoöperaties als bedoeld in artikel 18a.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aspecten van het beleid worden aangewezen
waarvoor het gemeentelijk volkshuisvestingsprogramma in ieder geval beleid bevat.
b. later in werking treedt dan artikel I, onderdeel B, van deze wet, wordt die wet als
volgt gewijzigd:
1. In subonderdeel 1 van Artikel V, onderdeel F, wordt «komt het eerste lid te vervallen»
vervangen door «komen het eerste en zesde lid te vervallen».
2. Na artikel V, onderdeel P, wordt een onderdeel ingevoegd luidende:
Pa
Artikel 68 komt te luiden:
Artikel 68
1. Het college van burgemeester en wethouders stelt in het gemeentelijk volkshuisvestingsprogramma,
bedoeld in artikel 3.6, derde lid, van de Omgevingswet, beleid vast voor het bevorderen
van wooncoöperaties als bedoeld in artikel 18a.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aspecten van het beleid worden aangewezen
waarvoor het gemeentelijk volkshuisvestingsprogramma in ieder geval beleid bevat.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL V
Deze wet wordt aangehaald als: Wet bevordering wooncoöperaties.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.