Brief commissie : Brief van de commissie voor de Werkwijze over de evaluatie van de kabinetsformatie 2023-2024
36 471 Kabinetsformatie 2023
Nr. 108 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE WERKWIJZE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2025
De commissie voor de Werkwijze heeft tijdens haar vergadering op 20 mei 2025 de brief
van het Presidium aan de commissie voor de Werkwijze over de evaluatie van de kabinetsformatie
2023–2024 behandeld (Kamerstuk 36 471, nr. 106). Deze evaluatie heeft toegezien op de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de
in 2023 aangenomen motie van de Klaver en Sneller over de invulling van het formatieproces
(Kamerstuk 35 788, nr. 229).
Het Presidium heeft deze evaluatie doorgeleid aan de commissie voor de Werkwijze,
met het verzoek aan deze commissie om zich uit te spreken over het vijftal onderwerpen
waarvan de evaluatie stelt dat het wenselijk is dat de Kamer zich hierover uitspreekt.
Op drie van deze onderwerpen heeft het Presidium een appreciatie aan de commissie
voor de Werkwijze meegegeven.
De commissie voor de Werkwijze heeft zich uitgesproken over het onderstaande vijftal
punten uit de evaluatie, en heeft besloten de Kamer middels deze brief op de stemmingslijst
deze vijf punten ter instemming voor te leggen:
1. Decharge informateur(s)
Zowel het Presidium als de commissie voor de Werkwijze staan positief tegenover het
voorstel om de informateur(s) stilzwijgend decharge te verlenen niet eerder dan nadat
de Tweede Kamer een debat over diens eindverslag heeft gevoerd.
2. Hoofdlocatie formatie
Zowel het Presidium als de commissie voor de Werkwijze hebben begrip voor de bezwaren
die zijn geuit over het formatiekwartier in B67 en vinden het van belang dat het gebouw
van de Tweede Kamer, als locatie in het formatieproces, een rol blijft houden, maar
kunnen zich voorstellen dat de formerende partijen zelf aangeven of zij op een andere
locatie willen onderhandelen. Er kan een verkenning worden uitgevoerd naar geschikte
locaties hiervoor.
3. Vergoeding informateurs
Zowel het Presidium als de commissie voor de Werkwijze zijn er voorstander van dat
de Kamer de mogelijkheid creëert om informateurs een vergoeding aan te bieden voor
hun werkzaamheden, als zij geen andere publieke inkomsten ontvangen. De commissie
voor de Werkwijze heeft hierbij in haar vergadering op 20 mei 2025 verzocht om het
voorstel voor de concrete uitwerking van deze regeling in deze commissiebrief aan
de Kamer op te nemen.
Het Presidium heeft vervolgens op 11 juni 2025 besloten een vergoeding aan te bieden
aan een informateur op basis van gemaakte uren conform schaal 18 Handleiding Overheidstarieven
(HOT), als de informateur geen andere publieke inkomsten ontvangt. Deze vergoeding
sluit aan bij het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies.
4. Informatievoorziening door informateurs
De commissie voor de Werkwijze stelt met betrekking tot de informatievoorziening door
de informateurs dat alle onderliggende stukken (informatie van maatschappelijke partijen
en notities met inhoudelijke informatie vanuit ministeries die aan de (in)formerende
partijen worden gestuurd) bij ieder eindverslag van een informateur aan de Kamer dienen
te worden gestuurd.
5. Toelichting informateur bij debatten
De commissie voor de Werkwijze stelt dat debatten over de voortgang van de kabinetsformatie
facultatief worden aangevangen met een toelichting door de informateur op diens verslag.
De commissie stelt de Kamer voor met bovenstaande vijf punten in te stemmen.
De voorzitter van de commissie, Martin Bosma
De griffier van de commissie, Bakker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. (Martin) Bosma, voorzitter van de commissie voor de Werkwijze -
Mede ondertekenaar
J. Bakker, griffier