Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde agenda Informele Raad voor Toerisme 23 en 24 juni 2025 (Kamerstuk 21501-30-672)
2025D27775 Inbreng Verslag van een schriftelijk overleg
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen aan
het kabinet over de Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 23–24 juni
2025 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 672) en het Fiche: Verordening niet-financiële statistieken over zakelijk onroerend goed
van 17 april 2025 (Kamerstuk 22 112, nr. 4030).
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De griffier van de commissie,
Reinders
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
II Antwoord / Reactie van het kabinet
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken.
Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het tijdens de Raad zal gaan over
«ongebalanceerde toerisme groei binnen Europese bestemmingen». Kan het kabinet nader
toelichten wat hierbij de inzet van Nederland is?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat dit kabinet en ook deze VVD-minister
is gebonden aan het Parijs klimaatakkoord om de CO2-vervuiling snel naar beneden te brengen. Op dit moment groeit de CO2-uitstoot van deze sector, terwijl de overige CO2-uitstoot in Nederland daalt. Dat is toch niet eerlijk? Erkent het kabinet dat het
terugdringen van emissies door vlieg- en cruisereizen, in lijn met de Glasgow Declaration
on Climate Action in Tourism, noodzakelijk is voor de toekomstbestendigheid van de
toerismesector? Kan het kabinet reageren op de bevinding van het Envisioning 2030
onderzoek, dat concludeert dat toerisme prima kan groeien mits het aantal gevlogen
kilometers afneemt? Gaat het kabinet deze studie en de noodzaak om CO2-emissies te reduceren inbrengen bij de Raad? Zo ja, op welke uitkomst stuurt hij?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen op welke manier het kabinet van plan
is om reisbedrijven te helpen de klimaatrisico’s af te bouwen. Kan het kabinet bijvoorbeeld
toezeggen om in de Raad maatregelen te bespreken en proberen overeen te komen om fossiele
afhankelijkheid in de verdienmodellen van reisbedrijven te verminderen, zoals het
aanbieden van duurzamere vakanties dichter bij huis? Is het kabinet bereid om te bespreken
en te proberen overeen te komen dat fossiele reclames worden verboden, zoals nu reeds
het geval is in de gemeente Den Haag? Zo niet, wat wordt de inzet van het kabinet
bij de Raad om de Europese toerismesector in lijn met het Parijs klimaatakkoord en
in lijn met de Glasgow Declaration te brengen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen voorts of het kabinet ook zal pleiten
voor het stimuleren van duurzamere manieren van reizen zoals met de trein. Hier zijn
Europese plannen voor. Liggen die plannen op koers? Zo nee, wat gaat het kabinet inbrengen
bij de Raad om deze plannen voor internationale treinen weer op koers te krijgen?
Op welke andere manier pleit Nederland voor het tegengaan van ongebalanceerde toerismegroei
binnen Europa? Het kabinet is voornemens de belasting op toegevoegde waarde (btw)
voor de sector te verhogen waardoor de sector waarschuwt dat toeristen, met name in
de grensregio’s, een paar kilometer verderop op vakantie gaan in Duitsland en België
om deze hogere btw te ontlopen. Gaat het kabinet in de Raad bespreken hoe prijsverschillen
tussen grensstreken voorkomen kunnen worden? Zo nee, hoe verwacht het kabinet dat
de sector in de grensregio zich staande kan houden?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken tevens op dat terecht wordt gesteld
dat toerisme niet los gezien kan worden van andere beleidsterreinen. Welke beleidsterreinen
zijn dan met name belangrijk volgens het kabinet? Wat moet dan vooral wel en vooral
niet gebeuren? Gaat de Minister van Economische Zaken bijvoorbeeld overleggen met
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, die met beter openbaar vervoer in de
regio nieuwe toeristische trekpleisters kan ontsluiten? Of heeft hij contact met zijn
collega van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over natuurgebieden waarin
mensen recreëren en over de vraag hoe die natuurgebieden worden beschermd?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat andere succesfactoren zijn voor
het feit dat de EU de grootste toeristische bestemming ter wereld is, naast het feit
dat het belangrijk is om digitaal voorop te lopen. Wat zijn mogelijke bedreigingen?
Op basis van die analyse, wat zijn de top drie prioriteiten voor de Nederlandse regering?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat het kabinet verwacht te leren van
de grondigere data-analyse. Welke doelen wil het kabinet bereiken met de betere data-analyse?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
informele Raad van Concurrentievermogen/Toerisme die op 23 en 24 juni 2025 in Warschau
zal plaatsvinden. Deze leden hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie voornemens is om een nieuwe
duurzame toerismestrategie te ontwikkelen en dat hierover in Warschau zal worden gesproken.
Wat is volgens de Europese Commissie de toegevoegde waarde van een Europese toerismestrategie?
Is het kabinet het met de subsidiariteit van dit voorgenomen strategiestuk eens? Hoe
verhoudt zich dit tot artikel 6 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie, waaruit volgt dat toerisme een nationale competentie is en waarin staat dat
de Europese Unie enkel bevoegd is de lidstaten te «ondersteunen, te coördineren of
aan te vullen» met betrekking tot toerisme?
De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat de Europese Commissie het bereiken
van «gebalanceerd toerisme» prioriteit wil maken in de te ontwikkelen strategie. Deze
leden ondersteunen het streven naar gebalanceerd toerisme, maar vragen hoe de Europese
Commissie dit wil bereiken. Deze leden ontvangen graag het kabinetsstandpunt hieromtrent.
De leden van de VVD-fractie hebben daarnaast kennisgenomen van het kabinetsstandpunt
over de Verordening niet-financiële statistieken over zakelijk onroerend goed, welke
eveneens staat geagendeerd voor dit schriftelijk overleg. In het voorstel moet Nederland
niet-financiële statistieken over zakelijk onroerend goed aanleveren aan statistiekbureau
Eurostat, zoals de vloeroppervlakte, prijsindexcijfers, huurindexcijfers en de waarde
van transacties. Het voornemen is om deze informatie zoveel mogelijk te halen uit
bestaande nationale bronnen (zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG),
Basisregistratie WOZ, etc.), maar niet uitgesloten kan worden dat aanvullende informatie
moet worden uitgewonnen bij bedrijven en instellingen. Deze leden vinden het voorstel
van de Europese Commissie daarom zorgelijk. Immers, de rapportageverplichtingen voor
bedrijven en instellingen zijn al zeer fors, zo menen deze leden. Zij lezen eveneens
dat de Europese Commissie geen impact assessment heeft opgesteld. Hoeveel bedrijven en instellingen zouden onder het huidige voorstel
te maken krijgen met additionele rapportageverplichtingen, en hoeveel zou deze extra
regeldruk naar schatting kosten? Het kabinet wil «waarborgen» inbouwen dat het voorstel
niet leidt tot extra regeldruk voor bedrijven en instellingen. Aan welke waarborgen
denkt het kabinet?
II Antwoord / Reactie van het kabinet
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.