Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Van Nispen c.s. ter vervanging van nr. 19 over het afzonderlijk strafbaar stellen van het misdrijf van uitbuiting
36 547 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel)
Nr. 26 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 191
Ontvangen 5 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «ernstige benadeling» vervangen door «uitbuiting».
II
In de beweegreden wordt «ernstige benadeling» vervangen door «uitbuiting».
III
In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 273f, zevende lid, na
«daadwerkelijke uitbuiting» ingevoegd «als bedoeld in dit artikel» en wordt «de ernstige
benadeling» vervangen door «het misdrijf van uitbuiting».
IV
Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het voorgestelde artikel 273fa komt te luiden:
Artikel 273fa
Als schuldig aan uitbuiting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die een persoon uitbuit.
2. In het voorgestelde artikel 273fb wordt «ernstige benadeling» vervangen door «het
misdrijf van uitbuiting».
V
In artikel II, onderdeel A wordt in het voorgestelde artikel 286f, zevende lid, na
«daadwerkelijke uitbuiting» ingevoegd «als bedoeld in dit artikel» en wordt «de ernstige
benadeling» vervangen door «het misdrijf van uitbuiting».
VI
Artikel II, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het voorgestelde artikel 286fa komt te luiden:
Artikel 286fa
Als schuldig aan uitbuiting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die een persoon uitbuit.
2. In het voorgestelde artikel 286fb wordt «ernstige benadeling» vervangen door «het
misdrijf van uitbuiting».
Toelichting
Mensenhandel is een zwaar delict en de bewijslast daarvoor ligt hoog. Er is ook behoefte
aan een vangnet, voor vormen van arbeidsuitbuiting, seksuele uitbuiting en criminele
uitbuiting die niet zijn te kwalificeren als mensenhandel en als zodanig zijn te bewijzen.
Dit amendement strekt daartoe.
Het voorstel van de regering om «ernstige benadeling» strafbaar te stellen stuit op
bezwaren. Het onderscheid met mensenhandel (waarin deels dezelfde beïnvloedingsmiddelen
zijn opgenomen) is niet geheel duidelijk. Het beperken tot arbeidsuitbuiting is te
smal en het opnemen van het criterium dat een persoon «ernstig wordt benadeeld» heeft
als risico dat dit te absoluut wordt gezien als een bepaalde periode van onderbetaling
en dat andere factoren niet worden meegewogen.
De indieners volgen met dit amendement het voorstel van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel
om naast mensenhandel expliciet «uitbuiting» strafbaar te stellen.
Uitbuiting is reeds beschreven in de niet limitatieve opsomming van het vijfde lid
van (het nieuwe) artikel 273f: Uitbuiting omvat ten minste uitbuiting van een persoon
bij het verwijderen van organen, in de prostitutie of bij het verrichten van andere
seksuele handelingen met of voor een ander, bij het verrichten van andere arbeid of
diensten, met inbegrip van gedwongen of verplichte arbeid of diensten, slavernij en
met slavernij te vergelijken praktijken, bij het uitoefenen van bedelarij en bij het
verrichten van strafbare activiteiten. Dit lijkt op het tweede lid van het huidige
artikel 273f. Over het begrip uitbuiting heeft de jurisprudentie zich uitgekristalliseerd
de afgelopen jaren. Dat is een belangrijk voordeel ten opzichte van het geïntroduceerde
begrip «ernstige benadeling», waarvan de zorg is dat dit niet nader gedefinieerd of
afgebakend is en een zoektocht in de rechtspraktijk dreigt. Ten aanzien van het begrip
«uitbuiting» zijn de in de memorie van toelichting genoemde Chinese horeca-criteria
ontwikkeld, waaruit volgt dat onder meer betekenis toekomt aan de aard en duur van
het werk, de beperkingen voor de betrokkene en het economisch voordeel dat daarmee
wordt behaald. Indieners willen dat deze jurisprudentie zich verder kan ontwikkelen
en ook betekenis kan hebben voor alle vormen van uitbuiting, dus niet alleen arbeidsuitbuiting,
maar bijvoorbeeld ook criminele uitbuiting en seksuele uitbuiting.
Bij de in dit amendement voorgestelde strafbaarstelling van uitbuiting zullen de vormen
van uitbuiting dezelfde zijn als de vormen van uitbuiting bij mensenhandel, maar de
handelingen, dwang-/beïnvloedingsmiddelen en het oogmerk van uitbuiting zullen niet bewezen hoeven te worden. Alleen de uitbuiting hoeft bewezen
te worden. Daarmee zou het ook een oplossing kunnen bieden voor het vervallen van
het huidige artikel 273f lid 1 sub 3 Sr, wat als problematisch wordt gezien. Het komt
tegemoet aan de wens voor een extra trede op de strafrechtelijke ladder, een vangnet
voor uitbuitingssituaties die niet als mensenhandel zijn te kwalificeren, maar is
breder dan het door de regering voorgestelde begrip «ernstige benadeling» omdat het
meer uitbuitingssituaties omvat. Omdat de opsomming van vormen van uitbuiting in het
voorgestelde lid 5 niet-limitatief is kunnen ook andere of nieuwe uitbuitingsvormen
daar onder vallen, zoals bijvoorbeeld uitbuiting binnen (gedwongen) huwelijken, of
uitbuiting bij illegale adoptie of draagmoederschap. Hiermee krijgt de rechtspraktijk
de ruimte om dit verder te ontwikkelen, net als de criteria die nu reeds geldend recht
zijn bij situaties van arbeidsuitbuiting.
Een lager strafmaximum dan bij mensenhandel is voor dit vangnet met de minder zware
maar nog steeds verwijtbare vormen van uitbuiting passend.
Dezelfde strafbaarstelling van uitbuiting wordt voorgesteld voor het Wetboek van Strafrecht
BES.
Van Nispen Boomsma Tseggai
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Mikal Tseggai, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Diederik Boomsma, Tweede Kamerlid