Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Kaderbrief SLOA (Wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten) SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) en Stichting Cito 2026-2027 (Kamerstuk 36600-VIII-173)
2025D26319 Inbreng Verslag van een schriftelijk overleg
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de volgende brief:
– Brief van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 13 mei 2025
inzake Kaderbrief SLOA (Wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten)
SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) en Stichting Cito 2026–2027 (Kamerstuk 36 600-VIII, nr. 173).
De voorzitter van de commissie
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie
Easton
Inhoud
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
• Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
• Inbreng van de leden van de VVD-fractie
• Inbreng van de leden van de NSC-fractie
• Inbreng van de leden van de D66-fractie
II Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige kaderbrief.
Deze leden hebben enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de SLO werkt aan de actualisatie
examenprogramma’s voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en start voor een
belangrijk aantal vakken in het schooljaar 2025–2026 met de fase van beproeving. In
hoeverre wil de Staatssecretaris de bevindingen van die beproeving nog bezien met
een vakoverstijgende blik? Wil de Staatssecretaris oplossingen voor problemen die
dan aan het licht komen enkel binnen de afzonderlijke vakken bezien? Of staat zij
ook open voor wijzigingen in de relatieve verdeling ontwerpruimte per vak, mochten
deze in de fase van beproeving toch wenselijk blijken?
Binnen de vakken Nederlands en de moderne vreemde talen vormt schrijfvaardigheid een
belangrijke component, die tegenwoordig echter uitsluitend binnen het schoolexamen
wordt getoetst. Welke ERK1-streefniveaus moeten leerlingen hierbij per vak en per schooltype behalen en hoe
laat de Staatssecretaris dit verankeren in de syllabi van de taalvakken?
Het valt de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie op dat Vlaanderen heel precies gaat
voorschrijven wat je als basisschoolleerling moet kunnen en weten, maar dat in Nederland
de kerndoelen volgens SLO bewust veel minder concreet voorschrijven wat leerlingen
moeten kennen, kunnen en ervaren.2 Kan de Staatssecretaris nader toelichten welke overwegingen ten grondslag liggen
aan deze bewuste vaagheid?
Het vmbo moet jongeren voorbereiden op de continu veranderende arbeidsmarkt. SLO draagt
vanuit haar kennis en expertise in den brede bij aan het toekomstbestendig maken van
het vmbo. De staatsecretaris erkent dat het huidige vmbo niet voldoende aansluit op
de vragen vanuit het mbo en de arbeidsmarkt en zij daarom is overgegaan tot een uitgebreide
meerjarige verkenning naar de toekomst van het vmbo die enerzijds een grootschalige
actualisering van het beroepsgerichte curriculum betreft en anderzijds een onderzoek
naar de organiseerbaarheid van de vier leerwegen en bijbehorende profielen. De leden
van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de precieze probleemanalyse van de Staatssecretaris
is en in hoeverre de beoogde grootschalige actualisering volgens de Staatssecretaris
ook mag betekenen dat er beperkte wijzigingen in het stelsel in beeld komen. Deze
leden signaleren namelijk dat het huidige vmbo door de vroege determinatie op twaalfjarige
leeftijd onvoldoende recht kan doen aan laatbloeiers. Zij signaleren daarnaast dat
de onderbouw veel te weinig praktijkgericht is maar de bovenbouw al meteen voor een
belangrijk deel beroepsgericht is, waarbij men zich kan afvragen of het vmbo met beroepsgerichte
vakken per se al moet voorsorteren op bepaalde beroepen en dat het huidige vmbo wordt
afgesloten met een examen dat geen betekenis heeft als startkwalificatie. Deelt de
Staatssecretaris deze analyse? De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zouden vmbo-
en mbo-scholen gezamenlijk verantwoordelijk willen maken voor een goede overgang van
leerlingen en de mogelijkheden willen verruimen om al op het vmbo een startkwalificatie
te halen zonder dat leerlingen hiervoor naar een andere school hoeven, desnoods via
het verlengen van het vmbo-onderwijs naar vijf jaar. Staat de Staatssecretaris hiervoor
open?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat onvoldoende jongeren kiezen
voor technische opleidingen en willen daarom scholieren goed voorbereiden door hen
al in het primair onderwijs te interesseren in technologie en techniek. Deze leden
vragen of de keuze voor technische opleidingen na het voortgezet onderwijs wordt gestimuleerd
als leerlingen in het voortgezet onderwijs daarvoor te vroeg moeten voorsorteren op
technische profielen. Zou het wellicht niet beter zijn om de keuze voor techniek juist
zo lang mogelijk uit te stellen, maar wel verplicht de relevante onderdelen van wiskunde
en rekenen aan te bieden en programma’s met veel praktisch werk op het gebied van
techniek? Hoe reflecteert de Staatssecretaris op zulke alternatieven?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie memoreren dat de Kamer in 2024 de regering
heeft verzocht om te verkennen wat nodig is om te komen tot één doorstroomtoets en
komen met een mogelijk tijdpad voor de invoering daarvan. De Staatssecretaris heeft
aangekondigd dat de Kamer voor de zomer van 2025 wordt geïnformeerd over de betreffende
motie.3 Kan zij uiteenzetten welke wijzigingen in de wettelijke taken van Stichting Cito
eruit voortvloeien als er straks inderdaad één doorstroomtoets komt? Kan zij ook uitsluiten
dat de onderhavige Kaderbrief impliciet elementen bevat die deze wijziging zouden
vertragen?
Stichting Cito ontwikkelt de centrale examens in het voortgezet onderwijs. Nu heeft
de scholierenorganisatie LAKS4 onlangs gepleit voor een verandering van de weging van de centrale examens van 50%
naar 25% van het uiteindelijke cijfer op het diploma. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
vragen of er iets in de onderhavige Kaderbrief staat dat zich verzet tegen zo’n wijziging.
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie waarderen de rol van Stichting Leerplanontwikkeling en
Stichting Cito binnen de landelijke infrastructuur voor curriculumontwikkeling, toetsing
en examinering. Deze leden hebben met interesse kennisgenomen van de onderhavige Kaderbrief
SLOA, SLO en Stichting Cito 2026–2027 en hebben daarover nog enkele vragen.
Periodiek onderhoud
De leden van de VVD-fractie zijn tevreden met de door de Staatssecretaris ingezette
lijn naar een systeem van periodiek curriculumonderhoud. Dit draagt volgens deze leden
bij aan de voorspelbaarheid, transparantie en doelmatigheid van onderwijsvernieuwingen.
Wel vragen zij aandacht voor de balans tussen stabiliteit in het curriculum en vernieuwingen.
Hoe gaat de Staatssecretaris voorkomen dat scholen overbelast raken door voortdurende
aanpassingen. En hoe borgt de Staatssecretaris dat bijstelling van het curriculum
daadwerkelijk leidt tot betere leerresultaten?
Focus op basisvaardigheden
Voor de leden van de VVD-fractie is het prioriteit dat iedere leerling met goede beheersing
van taal, rekenen en digitale vaardigheden de school verlaat. Deze leden zijn blij
dat de Staatssecretaris deze prioriteit deelt door in de herziening van de kerndoelen
en de actualisatie van examenprogramma’s deze basisvaardigheden steviger te verankeren.
Zij vragen of de Staatssecretaris kan toelichten hoe SLO in haar werkzaamheden expliciet
prioriteit geeft aan basisvaardigheden. Worden er bijvoorbeeld indicatoren geformuleerd
waarmee de effectiviteit van deze aanpassingen wordt gemonitord?
Verantwoording subsidies
De leden van de VVD-fractie lezen over de overgang van projectsubsidies naar structurele
instellingssubsidies voor SLO. Deze leden moedigen die overgang aan, mits deze gepaard
gaat met een heldere verantwoording over de inzet van middelen. De Staatssecretaris
heeft met SLO afspraken gemaakt over een financiële onderbouwing van de onderhoudskalender.
Zij vragen hoe de verdere verantwoording over de instellingssubsidie vorm krijgt en
hoe dat voor Stichting Cito geregeld is.
Doelmatigheid binnen toetsing en examinering
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van betrouwbare, vergelijkbare
toetsen en examens voor een eerlijke kans op vervolgonderwijs. Deze leden zien daarin
voor Stichting Cito een belangrijke rol. Zij vragen in hoeverre Stichting Cito zich
op organisatieniveau bezighoudt met of inzet op innovatie en efficiency. Wordt er
bijvoorbeeld verkend of er mogelijkheden zijn tot het digitaliseren van examinering?
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de Kaderbrief SLOA (Wet Subsidiëring
Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten) SLO (Stichting Leerplanontwikkeling)
en Stichting Cito 2026–2027 en hebben op dit moment geen verdere vragen of opmerkingen.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de Kaderbrief SLOA. Deze leden
hebben op dit moment geen verdere vragen.
II Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A.E.W. Easton, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.