Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024 (Kamerstuk 36740-V-1)
36 740 V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024
Nr. 8
                   LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
            
Vastgesteld 20 juni 2025
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
                  de Minister van Buitenlandse Zaken over het jaarverslag van 21 mei 2025 inzake het
                  Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2024 (Kamerstuk 36 740 V, nr. 1).
               
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni 2025. Vragen en antwoorden
                  zijn hierna afgedrukt.
               
De voorzitter van de commissie, Klaver
De griffier van de commissie, Westerhoff
Vragen en antwoorden
               
1
Aangezien de afschaffing van het feministisch buitenlandbeleid niet wordt genoemd
                     in het jaarverslag, wanneer is hierover een formeel besluit genomen?
                  
Antwoord
Op 11 april 2025 is uw Kamer geïnformeerd over het beëindigen van het feministisch
                        buitenlandbeleid, referte schriftelijk overleg over de Rapportage 2022–2023 inzake
                        het Nationaal Actieplan Vrouwen, Vrede en Veiligheid (Kamerstukken 26 150 en 36 180, nr. 224).
2
Hoe is in 2024 opvolging gegeven aan het onderzoek «Racisme bij het Ministerie van
                     Buitenlandse Zaken: een verkennend onderzoek»?
                  
Antwoord
De ambtelijke stuurgroep START (Steering Together Against Racism), opgericht n.a.v. het onderzoek in 2022, heeft ook in 2024 zorggedragen voor brede
                        opvolging van de aanbevelingen. Deze aanbevelingen gaan over een sterke norm van non-discriminatie, een inclusieve organisatiecultuur, een goede klachtenprocedure, alsmede
                        over eerlijke processen bij de instroom, doorstroom en uitstroom van medewerkers.
                        Het mandaat van de stuurgroep is in 2024 verlengd tot eind 2025.
Enkele relevante acties die in 2024 (nader) vorm hebben gekregen zijn:
– De werving- en selectieprocessen, zowel bij instroom als bij doorstroom van topfuncties,
                              zijn aangepast conform de Rijksbrede maatregelen Breed werven en objectief selecteren,
– Een gedeelde visie op waarden, normen en omgangsvormen onder de noemer «Respectvolle
                              Relaties» is opgesteld, aan alle medewerkers bekend gesteld en in gebruik voor interne
                              communicatie.
– Een handreiking voor inclusief leiderschap is ontwikkeld, met aandacht voor de rol
                              van leidinggevenden in de vorm van opleidingen, trainingen en bijeenkomsten zoals
                              de jaarlijkse Ambassadeursconferentie.
– Een handreiking voor inclusieve communicatie en evenementen is ontwikkeld en beschikbaar
                              gesteld voor medewerkers.
– Aanbod van informatie, kennis, trainingen en opleidingen, evenals een duidelijk vindbare
                              meldingsstructuur, vertrouwenspersonen en HR adviseurs voor medewerkers is voortgezet
                              in 2024.
– Anti-racisme, inclusie en integriteit maken vast onderdeel uit van de jaarlijkse gesprekscyclus
                              tussen medewerker en leidinggevende, de jaarplancyclus en het tweejaarlijkse medewerker
                              tevredenheidsonderzoek. Op die wijze vindt monitoring plaats en krijgt benodigde actie
                              vorm.
3
Hoeveel was het ministerie in 2024 kwijt aan schoonmaakkosten als gevolg van Palestijnse
                     protestacties waardoor onder meer een gevel met rode verf werd besmeurd? Is er aangifte
                     gedaan tegen de (Palestijnse) actiegroep, die de gevel van het ministerie bekladde?
                     Zo nee, waarom niet?
                  
Antwoord
De schoonmaakkosten bedroegen EUR 1.820,– en zijn betaald door PoortCentraal die eindverantwoordelijk
                        is voor de staat van het pand. Aangezien er sprake was van vandalisme tegen een overheidsgebouw,
                        heeft PoortCentraal tevens aangifte gedaan.
4
Op welke manier willen Nederland en bondgenoten de druk op China opvoeren vanwege
                     de Chinese rol als «enabler» van Rusland? Welke concrete maatregelen om de druk op
                     te voeren zijn er genomen in 2024, en wat verwacht het kabinet aan (sanctie)maatregelen
                     in 2025?
                  
Antwoord
Nederland heeft zich in 2024 samen met bondgenoten actief ingezet om diplomatieke
                        druk vanuit de EU en lidstaten op CHN op te voeren vanwege de zorgen over de steun
                        van Chinese bedrijven aan de Russische oorlogsinspanning, inclusief de omzeiling van
                        EU-sancties tegen Rusland en de levering van dual-use en militaire goederen door Chinese
                        bedrijven aan de Russische oorlogsindustrie.
Nederland blijft in 2025 met bondgenoten deze diplomatieke druk voortzetten. Zo heb
                     ik tijdens mijn recente bezoek aan de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken Wang
                     Yi en de vicepremier Ding Xuexiang deze zorgen opnieuw overgebracht.
In 2024 heeft de EU verschillende Chinese entiteiten gesanctioneerd. In totaal heeft
                     de EU nu volledige sancties ingesteld tegen 14 entiteiten en 2 personen uit China
                     (incl. Hong Kong) en gerichte exportbeperkingen aan 58 entiteiten uit China (incl.
                     Hong Kong) die betrokken zijn bij sanctieomzeiling. Nederland blijft zich inzetten
                     in de EU met bondgenoten om zowel kwantitatief als kwalitatief sanctionering van Chinese-entiteiten
                     betrokken bij sanctieomzeiling uit te breiden.
5
Kunt u voorbeelden geven van partnerschappen met opkomende landen in Afrika en Azië
                     die succesvol zijn uitgebreid in 2024? Zo ja, welke landen betreft het en waar blijkt
                     dat succes uit?
                  
Antwoord
Nederland heeft regelmatige bilaterale consultaties met verschillende Afrikaanse landen,
                        waaronder Nigeria, Zuid-Afrika en Ghana. In 2024 is Nederland begonnen met de uitwerking
                        van bilaterale consultaties met nieuwe landen, waaronder Kenia, Ivoorkust en Senegal.
                        De politieke consultaties met Kenia tussen mij en mijn Keniaanse ambtsgenoot vonden
                        plaats en marge van het staatsbezoek aan Kenia in maart 2025. De versterking van deze
                        partnerschappen vormt de basis voor bijvoorbeeld een uitbreiding van de handelsrelatie
                        en veiligheidssamenwerking. Naast de bespreking van bilaterale dossiers wordt op deze
                        manier ook de dialoog over geopolitieke dossiers op structurele wijze gevoerd.
Daarnaast heeft Nederland in 2024 geïnvesteerd in bestaande en nieuwe partnerschappen
                        in Azië. Dit zijn lange termijn investeringen in de brede relaties met diverse landen,
                        die op termijn leiden tot nieuwe partnerschappen of versterking van bestaande partnerschappen
                        zoals met Indonesië en Japan. Zo werd in 2024 gewerkt aan de implementatie van de
                        afspraken uit het in 2022 afgesloten strategisch partnerschap met Zuid-Korea. Met
                        name op het gebied van defensiesamenwerking, economische veiligheid, innovatie en
                        de halfgeleider-waardeketen zijn stappen gezet. Ook herbevestigden premier Schoof
                        en Premier Modi van India in september 2024 de intentie om toe te werken naar een
                        strategisch partnerschap tussen India en Nederland. Aan de vormgeving van dit partnerschap
                        is gedurende het jaar gewerkt.
6
Kunt u aangeven, daar waar het kabinet zegt zich in te zetten op een meer coherent
                     buitenlandbeleid van de Europese Unie, op welke punten het buitenlandbeleid op dit
                     moment dan niet coherent is? Wat zijn de voornaamste punten waarop Nederland meer
                     coherentie wil zien?
                  
Antwoord
De inzet van het kabinet ten behoeve van een coherenter EU-buitenland beleid richt
                        zich voornamelijk op twee aspecten: i) het verbeteren van de coherentie tussen het
                        externe optreden van de EU lidstaten en de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO),
                        onder meer door het versterken van de coördinerende rol van de Hoge Vertegenwoordiger
                        (HV) en verbeteren van de werkmethoden rondom de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ), daarnaast
                        stimuleert Nederland gezamenlijke lidstaat/Europese Commissie/EDEO reizen; ii) het
                        verbeteren van de coherentie tussen EDEO en de beleidsonderdelen van de Europese Commissie
                        met een externe dimensie, onder meer door te pleiten voor versterkte interne coördinatie
                        onder leiding van de HV als vicevoorzitter van de Europese Commissie.
7
Wat heeft de werkgroep over terugkeer, waar in het verslag over wordt gesproken, tot
                     op heden bereikt? Wie vertegenwoordigt Nederland als voorzitter in die Europese werkgroep
                     over terugkeer?
                  
Antwoord
Deze informele subgroep terugkeer draagt middels discussies bij aan de verkenning
                        van juridische en operationele kaders voor het terugkeerhub concept. Nederland wordt
                        in deze groep ambtelijk vertegenwoordigd door het Ministerie van Asiel en Migratie,
                        en de inzet wordt voorbereid met de betrokkenheid van het Ministerie van Buitenlandse
                        Zaken.
8
Blijft Nederland alleen waarschuwen voor offensieve cyberoperaties van statelijke
                     actoren, of neemt Nederland ook actief maatregelen tegen de desbetreffende landen?
                     Hoe gaat Nederland richting Rusland reageren op het feit dat een Russische groep achter
                     een grote hack van de politie zat in september 2024?
                  
Antwoord
Waar mogelijk en opportuun wordt in lijn met de motie Erkens informatie over cyberaanvallen
                        en technische werkwijzen openbaar gemaakt. In die context moet ook het technisch rapport,
                        dat op 27 mei jl. door AIVD en de MIVD werd gepubliceerd, worden bezien. Het rapport
                        stelt overheden en private partijen in staat de benodigde weerbaarheidsmaatregelen
                        te nemen.
Met het openbaren van deze cyberoperatie tonen we aan Rusland dat we dergelijke incidenten
                     niet ongemerkt laten passeren. Nederland laat zien dat het weet wat er gebeurt en
                     door openbaarmaking beperken we de kans dat verdere schade wordt aangericht door de
                     actor.
De Nederlandse inzet zich verder primair op het vergroten van de weerbaarheid, het
                     bijstaan van partnerlanden die ook met de dreiging geconfronteerd worden en het opzetten
                     van internationale coalities rondom het tegengaan van de Russische cyberdreiging.
                     Zo hebben we onze NAVO- en EU-partners in detail geïnformeerd over deze specifieke
                     actor.
Daarnaast kunnen concrete consequenties worden verbonden aan cyber-agressie, zoals
                     Europese sancties. Zo is vorig jaar op Nederlandse voordracht een aantal Russische
                     cybercriminelen op de sanctielijst geplaatst. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid
                     of sancties ook in de context van deze specifieke casus haalbaar zijn.
9
Wanneer worden de werkzaamheden van de ambassade in Damascus (Syrië) weer hervat?
                     Welke plannen heeft het kabinet met de ambassade in Damascus?
                  
Antwoord
Sinds de sluiting van de Nederlandse ambassade in Damascus in 2012 zijn de werkzaamheden
                        van de ambassade waar mogelijk vanuit andere locaties voortgezet. Op dit moment werkt
                        de Syrië-gezant vanuit Den Haag met een team dat zich in de regio bevindt. Het kabinet
                        verkent de mogelijkheden voor het op termijn (her)openen van de Nederlandse ambassade
                        in Damascus. Daarbij zal rekening worden gehouden met de brede Nederlandse belangen,
                        de politieke ontwikkelingen in Syrië, de veiligheidssituatie en de beschikbare financiële
                        middelen. Er is hierover nog geen besluit genomen.
10
Wordt er binnen het Global Counter Terrorist Forum ook aandacht besteed aan Hamas?
                     Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze draagt het Global Counter Terrorist Forum
                     bij aan de kennis over, en bestrijding van, Hamas?
                  
Antwoord
Het Global Counterterrorism Forum (GCTF) is een apolitiek multilateraal forum met
                        deelnemende landen uit o.a. het Westen, het Midden-Oosten alsook het Mondiale Zuiden.
                        Het overkoepelende doel van het GCTF is het vergroten van de kennis en middelen gericht
                        op het tegengaan van terrorisme. De door het GCTF opgestelde beleidsdocumenten en
                        toolkits richten zich op het tegengaan van alle vormen van terrorisme, zonder hierbij
                        specifieke terroristische groeperingen uit te lichten.
11
Hoe verklaart u dat het aantal Fte’s in het postennet verhoudingsgewijs harder is
                     gestegen dan het aantal op het departement? Bij welke posten nam het aantal Fte’s
                     het meeste toe en waarom?
                  
Antwoord
Ten tijde van het kabinet Rutte IV is besloten om de capaciteit op de posten en het
                        departement vanaf 2022 te versterken. In de zomer van 2022 is een begin gemaakt met
                        het uitbreiden van deze capaciteit. De invulling van extra formatie op het departement
                        is in een sneller tempo voltooid dan binnen het postennet. Het merendeel van de departementsfuncties
                        is in 2023 ingevuld terwijl voor het postennet voor functies in het buitenland het
                        wervingstraject en uiteindelijke plaatsing op een aantal posten een langere doorlooptijd
                        kent en pas in 2024 is gerealiseerd. Dit betreft met name voor posten in landen waar
                        de leef- en veiligheidsomstandigheden uitdagender zijn zoals Oekraïne, Mali, Burundi,
                        Burkina Faso. Ook is op een aantal posten de capaciteit binnen de bedrijfsvoering
                        versterkt. In sommige gevallen was dit nodig vanwege toegenomen veiligheidsrisico’s
                        of omdat posten uitgebreid zijn en extra ondersteuning gegeven moest worden. Voor
                        deze functies geldt dat medewerkers eerst een opleidingstraject volgen voordat zij
                        geplaatst kunnen worden op ambassades. Hierdoor is de formatie op de posten in 2024
                        met 50 fte toegenomen.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 A.W. Westerhoff, griffier
