Lijst van vragen : Lijst van vragen, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sonderzoek 2024 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Onderdeel Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (Kamerstuk 36740-VII-2).
2025D25071 Lijst van vragen
De vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft een aantal
vragen voorgelegd aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over
het Rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (Onderdeel Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)
(Kamerstuk 36 740 VII, nr. 2).
De voorzitter van de commissie,
Postma
De griffier van de commissie,
De Vos
Nr
Vraag
1
Is er uitgebreid onderzoek gedaan naar de oorzaken waarom de woonquote hoog is in
vergelijking met andere landen in de EU en hoe deze kan worden verbeterd?
2
Kan de Minister toelichten hoeveel van deze 19.000 geclusterde woningen met ontmoetingsruimte
zijn gerealiseerd, en hoeveel daarvan zijn bewoond door ouderen?
3
Kan de Minister toelichten hoeveel van de 60.000 nultredenwoningen voor ouderen bedoeld
zijn?
4
Kan de Minister toelichten hoeveel nultredenwoningen er gebouwd zijn in 2024?
5
Wanneer verwacht de Minister inzicht te hebben in de bestaande voorraad en de ombouw
van bestaande woningen die geschikt zijn voor ouderen en hoe kan effectief beleid
worden gevoerd en gestuurd op basis van onvolledige informatie over de huidige situatie?
6
Wat zijn op dit moment de grootste knelpunten die de realisatie van de 290.000 woningen
voor ouderen het meest belemmeren, en wat is de concrete planning en aanpak om deze
specifieke knelpunten weg te nemen?
7
Wanneer precies worden de tussentijdse doelstellingen voor ouderenhuisvesting aan
de Kamer gepresenteerd en zullen deze gespecificeerd worden voor de drie woonvormen
(nultreden, geclusterd, zorggeschikt) zoals impliciet gesuggereerd door de doelstellingstypes?
8
Hoe groot acht het kabinet de kans dat het doel (290.000 woningen) voor ouderenhuisvesting
wordt gehaald als de investeringsruimte van woningcorporaties fors wordt beperkt door
huurbevriezing in 2025 en 2026?
9
Hoe groot acht het kabinet de kans dat de beleidsdoelen voor wonen worden gerealiseerd
als de investeringsruimte van woningcorporaties fors wordt beperkt door huurbevriezing
in 2025 en 2026?
10
Kan de Minister aangeven hoeveel van de in totaal 290.000 beoogde woningen voor ouderen
tot en met 2024 daadwerkelijk zijn gebouwd? En kan de Minister deze uitsplitsen naar
type: nultredenwoningen, geclusterde woonvormen, zorggeschikte woningen?
11
Kan de Minister toelichten in hoeverre het budget van 388 miljoen euro is besteed
aan woningen voor ouderen?
12
Kan de Minister toelichten waarom het onbekend is hoeveel cluster en zorggeschikte
woningen zijn gebouwd tussen 2022 en 2023?
13
Hoe reflecteert u op de constatering van de ARK waarbij gesteld wordt dat u te weinig
zich zou hebben op de voortgang van de bouwopgave van ouderenwoningen tot 2029?
14
Hoeveel woningen geschikt voor ouderen zijn er tot nu toe (eind 2024) daadwerkelijk
gebouwd?
15
Voor hoeveel woningen geschikt voor ouderen staan er tot en met 2029 harde opleveringsplannen?
16
Hoe bent u van plan de monitoring van de voortgang van de bouw van de 290.000 woningen
voor ouderen te verbeteren?
17
Kan de Minister concreet aangeven welke nieuwe maatregelen, bovenop de reeds geïnitieerde
acties, per direct worden genomen om deze aannemelijkheid voor de doelen van ouderenhuisvesting
te vergroten?
18
Wat zijn de belangrijkste structurele en incidentele oorzaken voor de achterblijvende
realisatie van ouderenwoningen?
19
Op welke wijze gaat de Minister de achterstand met betrekking tot de realisatie van
ouderenwoningen die nu is opgelopen, inhalen? Welke instrumenten zet zij hiervoor
in?
20
Op welke wijze betrekt de Minister de doelgroep (ouderen) als het gaat om de voortgang
van woningbouw?
21
De kosten die onder de disclaimer «extra eisen beveiliging» vallen, lijken «van ondergeschikt
belang» ten opzichte van de gestelde eisen. Wie bepaalt de uiteindelijke balans tussen
veiligheidseisen en de financiële consequenties en hoe wordt gewaarborgd dat deze
afweging niet alleen op basis van veiligheid, maar ook op basis van doelmatigheid
plaatsvindt?
22
Welke afspraken zijn er gemaakt over het beheer en de controle van de voortgangsrapportages
over de renovatie?
23
Is er een overzicht beschikbaar van de verwachte meerkosten voor de mogelijke renovatie
van de Grafelijke Zalen?
24
Hoe bent u voornemens om de voortgangsrapportages te verbeteren waarmee er beter controle
kan komen over de financiën ten aanzien van de renovatie van het Binnenhof?
25
Waarom is over de renovatie van de Grafelijke Zalen, inclusief de Ridderzaal, nog
geen definitief besluit genomen over de inclusie of exclusie in de renovatie en wanneer
kan de Kamer een totaalplaatje verwachten inclusief alle kosten voor het gehele Binnenhofcomplex?
26
Kunt u bij benadering aangeven, ook in het licht van de opmerkingen van het Rijksvastgoedbedrijf,
hoeveel versoberingen realistisch zijn en hoe deze kunnen worden bereikt?
27
Bent u van plan de renovatie van de Grafelijke Zalen mee te nemen in de renovatie?
Zo ja, kunt u dan een inschatting geven van het totale kostenplaatje?
28
Bent u bereid bij toekomstige voortgangsrapportages een accountantscontrole op te
nemen met een oordeel over de kwaliteit en volledigheid van de informatie in de rapportage,
de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses, het realiteitsgehalte van de financiering
en budgettaire inpassing en het projectbeheer?
29
Kunt u toelichten, ondanks dat het geen vereiste is in de begrotingsopzet en met de
kennis die u op dit moment heeft, waarom de kosten 60 jaar lang invloed zullen hebben
en wat de kosten zijn na 5 jaar?
30
Bent u bereid de eerste twee door de Algemene Rekenkamer gedane aanbevelingen op blz.
31 over te nemen, ondanks dat ze aan de Tweede Kamer zijn gericht?
31
Kunt u aangeven waarom de ontvangen cijfers van de CO2-uitstoot niet op de kwaliteit
van de data worden beoordeeld en er geen accountantscontrole plaatsvindt?
32
Welke structurele maatregelen worden er genomen om te voorkomen dat de aanbestedingsregels,
bedoeld voor rechtmatige besteding van publiek geld, structureel worden overtreden,
zoals geconstateerd is bij het Rijksvastgoedbedrijf (11,3 miljoen euro aan onrechtmatigheden)?
33
Kunt u aangeven voor het Rijksvastgoedbedrijf waar de overige 2 miljoen euro aan onrechtmatigheden
(11,3 miljoen – 9,3 miljoen euro) door zijn veroorzaakt?
34
Bent u bereid de tussentijdse doelen onder te verdelen in de door de Algemene Rekenkamer
genoemde drie woonvormen?
35
Kunt u uitgebreid ingaan op de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat op basis van
de beschikbare informatie het niet aannemelijk is dat de doelen voor de ouderenhuisvesting
worden gehaald?
36
Kunt u reageren op de reactie van de Algemene Rekenkamer dat er geen structurele aandacht
is voor ouderenhuisvesting?
37
Bent u bereid het advies van de Algemene Rekenkamer over te nemen om de Regeling Grote
Projecten in zijn geheel toe te passen, inclusief accountantscontrole?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede ondertekenaar
A.C.W. de Vos, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.