Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Voorjaarsnota 2025 (Kamerstuk 36725-1)
2025D23671 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Financiën over de Voorjaarsnota 2025 (Kamerstuk 36 725, nr. 1).
De voorzitter van de commissie,
Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie,
Van der Steur
Nr
Vraag
1
Kunt u een overzicht geven van de ingeboekte taakstellende onderuitputting per begroting?
2
Kunt u uitleggen wat de toegevoegde waarde is van de eindejaarsmarge gegeven de in=uit-taakstelling?
3
Wat gebeurt er als er een suppletoire begroting wordt weggestemd? En wat gebeurt er
als er een ontwerpbegroting wordt weggestemd?
4
Kunt u een overzicht geven van de middelen in het klimaatfonds en de onttrekkingen
de afgelopen jaren?
5
Kunt u een overzicht presenteren van de begrootte onderuitputting en de gerealiseerde
onderuitputting sinds 2020? Kunt u daarbij ook weergeven welke onderuitputting er
in de boeken staat voor het huidig jaar en eventueel voor komende jaren?
6
Wat zijn de maximum uurprijzen in de kinderopvangtoeslag (volgens verwachting) in
2026, 2027, 2028 en 2029?
7
Wat is het indexatiepercentage van de inkomenscategorieën in de kinderopvangtoeslag
voor 2026, 2027, 2028 en 2029?
8
Wat is het maximumpremieloon in 2028 en 2029?
9
Hoe werkt de berekening van de huurtoeslag in 2025? Wat zijn de parameters van de
huurtoeslag?
10
Welke bedragen zijn sinds de Miljoenennota 2025 afgeboekt of doorgeschoven zonder
dat daar een CW3.1-beleidskader tegenover stond?
11
Aangezien de begrotingsregels geen wet zijn, maar een beleidsafspraak tussen de coalitiepartijen,
kunt u aangeven welke theoretische aanpassingen van het beleidskader mogelijk zijn?
Kunt u aangeven welke wijzigingen mogelijk zijn zonder te tornen aan de afspraken
m.b.t. de Europese begrotingsregels van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), die
een maximaal begrotingstekort en een maximale staatsschuld voorschrijven?
12
Kunt u de Algemene Rekenkamer de opdracht geven om uit te zoeken welke ruimte er per
begrotingsregel is voor het budgetrecht van Kamerleden?
13
Kunt u aangeven waarom er sprake kan zijn van onderschrijdingen, als er aangegeven
is dat bedragen juridisch verplicht waren? En kunt u aangeven welke budgetregels dit
allemaal betreft?
14
Kunt u een volledig overzicht maken van de besteding van de envelop GIDK (Groepen
in de knel)? En kunt u daarbij aangegeven hoeveel geld er nog in de envelop zit en
hoeveel daarvan gereserveerd is? Kunt u bij het al uitgegeven geld een uitsplitsing
maken naar hoeveel is gegaan naar bijstandsgerechtigden, naar jongeren, naar dak-thuislozen
en naar statushouders/nieuwkomers?
15
De Voorjaarsnota meldt een eenmalige uitgave van € 8,5 miljard in 2026 voor het omzetten
van defensiepensioenen naar kapitaalfinanciering. Kunt u toelichten waarom deze uitgave
niet expliciet als eenmalige correctie is opgenomen in de EMU-saldoberekening, zoals
bij de Voorjaarsnota 2024 wel werd aangekondigd? Op welke wijze wordt deze omvorming
van defensiepensioenen budgettair gecompenseerd in de jaren daarna?
16
Door de aanpak van ZZP’ers blijkt dat zij achteraf gezien in veel gevallen toch werknemer
bleken en o.a. recht hebben op pensioen. Wat heeft dit voor budgettaire consequenties
en hoe houdt deze Voorjaarsnota daar rekening mee?
17
In de Voorjaarsnota is sprake van oplopende uitvoeringskosten voor het SZW-domein,
inclusief WIA-maatregelen, oplopend tot € 1 miljard per jaar vanaf 2027. Kunt u uitsplitsen
welke WIA-maatregelen hierin zijn opgenomen, wat de verwachte besparingen of verbeteringen
zijn, en of deze bedragen reeds beleidsmatig zijn onderbouwd, en zo niet, wanneer
ze beleidsmatig onderbouwd worden?
18
Worden de bezuinigingen bij de Ministeries van VWS en SZW doorgevoerd op trajecten
gericht op automatische toekenning van rechten zoals huur- of zorgtoeslag, of op de
digitalisering van toegang tot het sociaal minimum?
19
Hoe verhoudt de afroming van de «Envelop groepen in de knel» zich tot de kabinetsdoelstelling
om een adequaat sociaal minimum te garanderen en waarom is hiervoor gekozen?
20
Hoeveel van de toegezegde middelen voor het schrappen van de bezuiniging op de kinderopvang
en het flankerend beleid is reeds juridisch verplicht, en welk deel is nog kasschuifgevoelig?
21
Klopt het dat de realistische ingangsdatum voor het nieuwe kinderopvangstelsel is
doorgeschoven? Zo ja, wat zijn daarvan de budgettaire gevolgen per jaar?
22
Wat zijn de budgettaire en beleidsmatige implicaties van het besluit om in 2026 geen
indexatie toe te passen op de maximum uurprijs in de kinderopvang? Welke groepen gezinnen
worden hierdoor het meest geraakt?
23
In hoeverre is het beleid ten aanzien van de indexering van kinderopvangtoeslag in
overeenstemming met de evaluatie van de indexeringssystematiek? Wordt er voor 2026
beleidsmatig bijgestuurd?
24
Kunt u aangeven hoeveel geld is gereserveerd voor de Taaleis en hoeveel daarvan wordt
uitgekeerd aan gemeenten?
25
Zijn er kortingen toegepast op middelen die eerder waren bestemd voor gemeentelijke
uitvoering van schuldhulpverlening of het vereenvoudigen van toegang via één-loketstructuren?
26
Waarom stoppen de structurele gelden (€ 75 mln) voor de schuldenaanpak in 2029 en
waarom is juist hiervoor gekozen? Welke middelen zijn voorzien voor de structurele
bekostiging van het Schuldenknooppunt vanaf 2026?
27
Hoe wordt de toegankelijkheid van het energiefonds 2025 geborgd, met name voor huishoudens
in energiearmoede?
28
Welke middelen zijn in de begrotingswijziging voor 2025 opgenomen ten behoeve van
het programma «Simpel Switchen in de participatieketen»? Zijn deze middelen juridisch
verplicht of gevoelig voor kasschuiven?
29
Worden de resultaten uit de invoeringstoets Breed Offensief meegenomen in de beleidsmatige
en budgettaire keuzes binnen de Voorjaarsnota 2025?
30
Hoe waarborgt het kabinet een eerlijke beloning voor medewerkers van werkontwikkelbedrijven,
gezien de signalen van tekorten en onderbetaling zoals aangeleverd door gemeenten
en ondernemingsraden?
31
Zijn er in de suppletoire begrotingen of de Voorjaarsnota middelen vrijgemaakt of
geoormerkt voor projecten die onder het «recht op vergissen» vallen, zoals correctieprocessen
bij uitkeringsinstanties of de Belastingdienst?
32
Is er sprake van kasschuiven of onderuitputting op de middelen voor woningbouwimpulsen?
Kunt u specificeren welke middelen dit betreft?
33
Wat zijn de gevolgen, vanuit de Rijksbegroting bezien, van het bevriezen van de huurverhoging
in 2025 en 2026 voor de investeringscapaciteit van woningcorporaties? Waarom is de
opdracht voor het vinden van adequate compensatie niet als verplichting opgenomen
in de voorjaarsnota?
34
Is het juist dat de extra middelen voor het versnellen van woningbouwprocedures nog
niet juridisch verplicht zijn? Wanneer wordt hierover besluitvorming voorzien?
35
Hoeveel woningbouwprojecten zijn in 2025 vertraagd of geschrapt als direct gevolg
van de aangekondigde of reeds doorgevoerde huurbevriezing?
36
Hoe beoordeelt het kabinet de signalen van onder meer Aedes, provincie Drenthe en
het EIB dat de huurbevriezing ten koste gaat van de woningbouwproductie? Wat is de
verwachte impact op de bouwopgave tot 2030?
37
Op welke andere manieren kan de koopkracht van kwetsbare groepen verbeterd worden?
38
Kunnen de naar achteren geschoven uitgaven voor de huurtoeslag niet beter ingezet
worden om de koopkracht voor kwetsbare groepen te verbeteren in de jaren 2025 en 2026,
in plaats van een huurbevriezing in te zetten die gecompenseerd moet worden in verband
met de benodigde woningbouw?
39
Wat is de budgettaire ruimte op de begrotingen? Welke middelen zijn juridisch verplicht,
welke zijn bestuurlijk gebonden, welke zijn beleidsmatig belegd en hoeveel middelen
zijn nog vrij te besteden? Hoeveel bedraagt naar verwachting de onderuitputting in
2025 en hoeveel bedragen naar verwachting de kasschuiven van 2025 naar latere begrotingsjaren?
40
Waarom heeft het kabinet ervoor gekozen om dit jaar af te zien van integrale besluitvorming
bij het hoofdbesluitvormingsmoment / de meerjarige Voorjaarsnota?
41
Welk totaalbedrag aan kosten wordt er geraamd (vanaf de nulmeting tot aan voltooiing)
voor de schadeafhandeling, de versterkingsopgave, de middelen volgend uit de kabinetsreactie
op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen (PEAG)
(verduurzamingsopgave etc.), de bestuurlijke afspraken uit 2020, en het Nationaal
Programma Groningen?
42
Welk totaalbedrag aan uitvoeringskosten wordt er geraamd (vanaf de nulmeting tot aan
voltooiing) voor de schadeafhandeling, de versterkingsopgave, de middelen volgend
uit de kabinetsreactie op de PEAG (verduurzamingsopgave etc.), de bestuurlijke afspraken
uit 2020, en het Nationaal Programma Groningen?
43
Zijn er nog overige kosten, en daaraan verbonden uitvoeringskosten, binnen het dossier
Herstel Groningen, en zo ja welke (hoeveel en waarvoor)?
44
Hoe worden de extra Ster-inkomsten gerealiseerd die moeten dienen ter compensatie
van de additionele korting van 50 miljoen euro op de bekostiging van de NPO?
45
Wanneer wordt de Kamer op de hoogte gesteld van de besluiten over grote dossiers als
defensie, stikstof en een eventuele publieke investeringsimpuls?
46
Waarom is de groei van de netto primaire uitgaven nu hoger dan de groei van 25,9%
waar in het budgettair-structureel plan nog vanuit werd gegaan?
47
Hoeveel budget wordt er in totaal uitgegeven aan armoedegelden, hoeveel wordt hier
op bezuinigd en hoe is dat anders dan in de begroting?
48
Welke armoederegelingen gaan niet door, welke doelgroep treffen die en hoeveel geld
valt daarmee vrij?
49
Levert de nieuwe armoededefinitie een intensivering of besparing op?
50
Wordt er nu minder uitgegeven aan armoedebestrijding dan voor de nieuwe armoededefinitie?
51
Waarom wordt er toch gestuurd op het saldo, terwijl u bij het Notaoverleg Realistisch
Ramen dit nog ontkende?
52
Kan gesteld worden dat in deze Voorjaarsnota per saldo meevallers in de zorg gebruikt
zijn voor per saldo tegenvallers binnen de rijksbegroting en de sociale zekerheid?
53
Wat is er nodig om schulden mee te kunnen nemen in de armoededefinitie?
54
Kunnen schulden worden meegenomen in de armoededefinitie als er een schuldenregister
komt?
55
Hoeveel mensen vallen onder de nieuwe armoededefinitie als vermogen niet zou tellen?
56
Wat is de maandelijkse achteruitgang voor werknemers met een arbeidsbeperking, uitgaande
van minimumloon en parttime werk door het ingevoerde belastingplan? Kan daarbij aangegeven
worden wat de achteruitgang is voor medewerkers in hun vakantiegeld door het ingevoerde
belastingplan, wat er financieel voor nodig is om deze achteruitgang op te lossen
en welke maatregelen dat zou betreffen?
57
Wanneer is het schuldenregister operationeel en heeft de afroming van de envelop GIDK
invloed op het tijdspad?
58
Klopt het dat de middelen voor vroegsignalering van gemeenten incidenteel worden gemaakt?
Zo ja, heeft dit invloed op de uitvoering van gemeenten en kunnen gemeenten hun wettelijke
taak voldoende blijven uitvoeren?
59
Hoe verhoudt de voorgestelde dekking van de tijdelijke verhoging van de tariefkorting
van de motorrijtuigenbelasting elektronische personenauto’s uit het Klimaatfonds zich
tot de begrotingsregel van scheiden van inkomsten en uitgaven?
60
Hoe groot is de resterende stelpost fiscale regelingen en constructies voor de jaren
2026 en verder?
61
Op welke wijze wordt de resterende stelpost fiscale regelingen en constructies voor
2026 ingevuld?
62
Kunt u een overzicht geven van de in de suppletoire begrotingen aangekondigde CW3.1-toelichtingen,
en daarbij aangeven wanneer de Kamer deze ontvangt?
63
Kunt u erop toezien dat de aangekondigde CW3.1-toelichtingen die betrekking hebben
op in 2026 vrij te maken middelen voor de behandelingen van de begrotingen uiterlijk
op Prinsjesdag aan de Kamer worden verstuurd?
64
Kunt u erop toezien dat de aangekondigde CW3.1-toelichtingen die betrekking hebben
op nog in 2025 vrij te maken middelen zo spoedig mogelijk, en in ieder geval ruim
voor de stemmingen, aan de Kamer worden verstuurd?
65
Waarom is in de suppletoire begrotingen niet de budgetflexibliteit vermeld, zoals
voorgesteld in de Initiatiefnota Realistisch Ramen? Klopt het dat u dit in overweging
zou nemen?
66
Zijn in eerdere jaren rekeningen doorgeschoven? Ging het zo slecht met de begrotingsdiscipline
dat deze moet worden hersteld?
67
Zijn de begrotingsregels uit de Startnota nog wel bij de tijd?
68
Kan er een stofkam gehaald worden door de begrotingsregels?
69
Zijn de begrotingsregels uit de Startnota in voldoende mate besproken tijdens de Algemene
Financiële Beschouwingen? Hebben deze regels wel enige democratische legitimatie?
70
Zijn de Uitgavenkaders wel zinvol? Ze kunnen toch ieder moment gecorrigeerd worden
door kadercorrecties?
71
Is de budgettaire reservering voor de toeslagenaffaire nog steeds 12 miljard euro?
Welk deel van dit bedrag is reeds daadwerkelijk uitgegeven?
72
Is de budgettaire reservering voor de box 3-hersteloperatie nog steeds 14 miljard
euro? Welk deel hiervan is reeds daadwerkelijk uitgegeven?
73
Wordt er voor de pensioenen van Defensie nu 8 of 8,5 miljard euro ingelegd?
74
Kan er in toekomstige stukken (in de volle breedte) niet meer worden gesproken over
alleen maar «bijgesteld», maar over «verlaagd» en «verhoogd» of op een andere manier
dat duidelijk is om wat voor bijstelling het gaat, omdat het anders voor de Kamer
een zoekplaatje is?
75
Welke indexeringspercentages en LPO-afspraken zijn toegepast in de voorjaarsnota op
het terrein van klimaat- en energie? Kunt u een overzicht geven van deze specifieke
mutaties?
76
Wat is het verschil tussen het door het artikel 2-onderzoek van de Raad voor het Openbaar
Bestuur (koersen op klimaatneutraal) geadviseerde niveau van uitvoeringsmiddelen voor
medeoverheden en het bedrag dat in de Voorjaarsnota beschikbaar is gesteld voor de
periode 2025 tot 2030?
77
Kunt u per jaar aangeven hoeveel er in de periode 2020–2030 is en zal worden bezuinigd
op onderwijs? Hoeveel wordt er extra bezuinigd op onderwijs door dit kabinet en kunt
u dit per maatregel en jaar aangeven?
78
Kunt u een verschillenanalyse maken van de kostenramingen van het Ministerie van Financiën
en het CPB wat de asielinstroom betreft?
79
Kunt u een actualisatie geven van de beleidsmatige lastenontwikkeling en daarbij tevens
onderscheid maken tussen gezinnen, bedrijven en buitenland? Kunt daarbij tevens per
groep aangeven welk deel het gevolg is van het beleid van eerdere kabinetten en van
dit kabinet?
80
Wat is het mediane loon (met en zonder vakantiegeld)?
81
Wat is 60% van het mediane loon?
82
Hoeveel kost het om het wettelijk minimumloon (WML) te verhogen naar 60% van het mediane
loon (met behoud van koppeling met alle uitkeringen)?
83
Op hoeveel procent van het mediane loon ligt het WML op dit moment? Wat was dit voor
de afgelopen 10 jaar per jaar?
84
Hoeveel kost het om de btw op energie te verlagen met 25%, 50%, 100%?
85
Hoeveel kost het om de energiebelasting voor huishoudens te verlagen met 25%, 50%,
100%?
86
Hoeveel wordt er door de overheid uitgegeven aan reclames en andere publiekscampagnes?
87
Wat is de verdeling van het voordeel van de hypotheekrenteaftrek per inkomensdeciel?
Wat is dit per vermogensdeciel?
88
Wat kost het om woningcorporaties te compenseren voor het bevriezen van de sociale
huren?
89
Wat is de totale huurverhoging over de afgelopen 20 jaar? Wat is dit per jaar?
90
Wat zijn alle belastingvoordelen die huurders ten goede komen? Wat is het budgettair
belang per maatregel?
91
Wat zijn de kosten van het afschaffen eigen risico?
92
Hoeveel kost het om de mond- en tandartsenzorg in basispakket aan te bieden?
93
Hoeveel kost het om Fysiotherapie in basispakket aan te bieden?
94
Hoeveel kost het om OV gratis te maken?
95
Wat is er veranderd aan de aanpak van fiscale regelingen sinds het kabinet is aangetreden?
96
Kunt u een lijst aanleveren van alle maatregelen en indicatoren die gebruikt worden
om het «vestigingsklimaat» te meten en versterken?
97
Wat is de inflatie per maand voor de afgelopen 10 jaar?
98
Op pagina 105 van de beslisnota staat een overzicht: «Wat is de verdeling van de korting
van 50% van de prijsbijstelling?». Hoe verhoudt dit overzicht zich met het overzicht
op pagina 229 Voorjaarsnota zelf? Waarom komen deze getallen niet overeen?
99
Klopt het dat de totale korting op de prijsbijstelling op de ministeries 822 miljoen
euro in 2025 en 843 miljoen euro in 2026 bedraagt (pagina 105 van de beslisnota)?
Waarom is dit bedrag niet opgenomen in de voorjaarsnota zelf?
100
Wanneer wordt bekend hoe de korting op de prijsbijstelling van 50% door de ministeries
zal worden ingevuld? Klopt het dat geen enkel onderdeel op voorhand is uitgezonderd?
101
Zijn toezichthouders en uitvoeringsorganisaties uitgezonderd van de korting van 50%
op de prijsbijstelling?
102
Wat is het effect van de korting van 50% op de prijsbijstelling voor de uitvoering
en handhaving?
103
Waarom wordt de dekking voor toeslagen afgetrokken van de totale korting op ministeries
vanwege de korting op de prijsbijstelling, alvorens dit getal gepresenteerd wordt?
Waarom worden andere dekkingen niet op dezelfde manier afgetrokken van dat getal?
104
Welke geneesmiddelen die beschikbaar zijn in de vrije verkoop worden nu beperkt in
de zorgverzekeringswet? Wat zijn de kosten van deze geneesmiddelen voor de consument?
105
Kunt een overzicht geven van de geneesmiddelen die sinds 2010 uit het basispakket
zijn verdwenen?
106
Wat betekent het afromen van de 404 miljoen euro die bedoeld was om problematische
schulden aan te pakken voor de ambities m.b.t. tot dat doel, bijvoorbeeld voor het
integraal schuldenoverzicht voor huishoudens en het voorkomen van kostenoploop boetes?
107
Hoe verhoudt het afromen van de 404 miljoen euro wat bedoeld was om problematische
schulden aan te pakken zich met het bevorderen van de bestaanszekerheid?
108
Hoe hoog is de korting op de energierekening vanwege de verhoging van de energiebelastingvermindering
met 200 miljoen euro per huishouden in 2026 in vergelijking met 2025?
109
Kunt u een overzicht geven van de energiebelastingvermindering van 2021 t/m 2026?
110
Hoe wordt de ombuiging van 600 miljoen euro op het klimaatfonds opgevangen? Wat betekent
dit voor de ambities m.b.t. de isolatie van woningen?
111
Klopt het dat de begrotingsregels en het trendmatig begrotingsbeleid dat sinds 1994
gevoerd wordt voor rust in het begrotingsproces zou moeten zorgen? Klopt het echter
ook dat deze begrotingsregels, en de strikte toepassing daarvan nu al twee keer tot
een kabinetscrisis hebben geleid (in augustus 2024 en april 2025)? Kortom, schieten
deze begrotingsregels inmiddels niet hun doel voorbij?
112
Hoeveel mensen en fte zijn er werkzaam in het mkb? Kan dit uitgesplitst worden naar
het microbedrijf, kleinbedrijf, en middenbedrijf?
113
Klopt het dat de meevallers over 2024 (21 miljard euro) en over 2025 (8 miljard euro)
op geen enkele manier zijn meegenomen bij de Voorjaarsbesluitvorming? En dat deze
rechtstreeks verdwijnen in de Bermuda-driehoek van de staatsschuld? Is op deze manier
nog wel een transparante en evenwichtige weging van de besteding van beschikbare middelen
mogelijk? Waarop is deze absolute voorrangspositie voor de staatsschuld gebaseerd?
Klopt het dat er bij de AFB met geen woord gesproken is over de begrotingsregels?
Klopt het dus dat deze begrotingsregels geen democratische legitimatie en draagvlak
hebben en dus grondig herzien dienen te worden?
114
Klopt het dat het kabinet geen nationale koppen wil bovenop Europese regels? Waarom
dan nationale begrotingsregels bovenop de Europese begrotingsregels? Dit is toch een
nationale kop? Waarom wordt er gekozen voor een dubbel slot op de deur dat alleen
maar voor verwarring zorgt?
115
Wat is het economisch belang van het mkb? Kan dit onder andere uitgedrukt worden in
procentueel en absoluut aandeel in het bbp, winst en omzet? Kan dit uitgesplitst worden
naar het microbedrijf, kleinbedrijf, en middenbedrijf?
116
Wat is de omvang van de inkoop van eigen aandelen per jaar voor de afgelopen 10 jaar?
Wat zijn hiervan de meest recente cijfers?
117
Wat is de totale waarde van corporatiewoningen in Nederland? En hoeveel schuld bij
wooncorporaties staat daar tegenover?
118
Wat is (bij benadering) de totale grondwaardestijging in Nederland in de afgelopen
20 jaar?
119
Hoe is de verdeling van vermogen tussen de percentielen huishoudens waarvan de voornaamste
inkomsten uit ondernemingen komen (dus ook zzp)? En wat is het gemiddelde bezit per
percentiel?
120
Hoe is de verdeling van inkomen tussen de percentielen huishoudens waarvan de voornaamste
inkomsten uit ondernemingen komen (dus ook zzp)? En wat is het gemiddelde inkomen
per percentiel?
121
Kan er een overzicht gegeven worden van alle subsidies voor het bedrijfsleven en budgettair
belang per maatregel? Kan dit uitgesplitst worden naar mkb en niet-mkb?
122
Hoeveel winst en omzet is er gemaakt door het inkopen van asielnoodopvang? Wat is
hiervan de ontwikkeling van de afgelopen 10 jaar?
123
Hoe hoog zijn de extra kosten voor het mkb als gevolg van monopoliemacht of grote
marktmacht in verschillende sectoren?
124
Op welke manier kan de 19 miljard euro voor Defensie budgettair ingepast worden? Klopt
het dat dit onmogelijk is als de begrotingsregels strikt toegepast worden?
125
Klopt het dat in 2027 en 2029 buiten de uitgavenkaders getreden wordt? En dat u zichzelf
niet aan de begrotingsregels houdt?
126
Hoeveel wordt er in de periode 2022–2025 uitgegeven aan asielzoekers en statushouders
(graag per jaar uitsplitsen)?
127
Is de OV-bezuiniging van 335 miljoen euro ingeboekt in de Voorjaarsnota? Zo ja, waar?
128
De voorlopige vergoeding (voorschotbetaling) voor het studentenreisproduct is bijgesteld
en wordt € 207,5 miljoen lager; komt deze bijstelling terug in de Voorjaarsnota als
onderdeel van de begroting voor komende jaren? Zo ja, waar is deze te vinden?
129
Hoeveel van de in Nederland gemaakte winst (of andere kapitaalvergoeding, zoals rente)
wordt direct weer in Nederland geïnvesteerd? Wat is dit procentueel en in euro’s uitgedrukt?
130
Hoeveel middelen zijn er in totaal vrijgemaakt in de Voorjaarsnota voor het bevorderen
van de digitale soevereiniteit van de Rijksoverheid?
131
Wanneer wordt de Kamer op de hoogte gesteld van de besluiten over grote dossiers als
defensie, stikstof en een eventuele publieke investeringsimpuls?
132
Wat zijn, naast de garantie voor TenneT, de tien meest omvangrijke verplichtingenmutaties
die voor 2025 met de eerste suppletoire begrotingen in de rijksbegroting zijn verwerkt?
133
Waarom baseert het Ministerie van Financiën zich wat de economische groei betreft
op de ramingen van het CPB, maar maakt het ministerie een eigen raming van het EMU-saldo?
134
Wat gebeurt er met de resterende € 0,9 miljard van de € 3,4 miljard die op de Aanvullende
Post was gereserveerd voor de Lelylijn?
135
Kunt u uiteenzetten waar en hoeveel meevallers zich voordoen in de Zorgverzekeringswetuitgaven
en hoe daar in het licht van de nieuwe begrotingsregel op dit punt mee omgegaan is?
136
Heeft het ministerie er zicht op hoeveel mensen in particuliere woningen wonen, die
je ook wilt bedienen in een stuk lastenverlichting, maar nu niet in aanmerking komen
voor de verhoging van de huurtoeslag?
137
Waarom is er voor de jaren 2027 en 2029 gekozen voor een overschrijding van het uitgavenkader?
138
Hoe is in deze Voorjaarsnota het uitgavenniveau en het uitgavenkader voor het jaar
2030 bepaald?
139
In welke mate wordt door dit kabinet nog gestuurd op de ontwikkeling van het uitgavenniveau
voor de zorg en de sociale zekerheid nu daar geen afzonderlijk uitgavenkader meer
voor bestaat?
140
In welke mate wordt door dit kabinet nog gestuurd op de ontwikkeling van het uitgavenniveau
voor investeringen nu daar geen afzonderlijk uitgavenkader meer voor bestaat?
141
Kunt u alsnog inzichtelijk maken wat de meerjarige gevolgen zijn van de Voorjaarsnotabesluitvorming
voor het niveau van overheidsinvesteringen?
142
Kan de Kamer in budgettaire nota’s voortaan ook geïnformeerd worden over het aandeel
van investeringen in de rijksuitgaven en de ontwikkelingen daarin?
143
Heeft de stijging van de meerjarenraming voor de EU-afdrachten nog gevolgen voor de
budgettaire verwerking van de inzet van het kabinet om tot minder EU-afdrachten dan
voorzien in de meerjarenraming te komen?
144
Kan inzicht gegeven worden in de daling van de huurtoeslag in 2027, als gevolg van
de tijdelijke hogere huurtoeslag in 2026?
145
Wat is voor de jaren 2025 t/m 2039 de meerjarenraming van de huurderving voor woningcorporaties
als gevolg van de huurbevriezing in 2025 en 2026?
146
Erkent u de conclusie van Ortec Finance op basis van het gezamenlijke rekenmodel dat
door het Rijk en Aedes is gebruikt ten behoeve van de nationale prestatieafspraken
dat er 48,8 miljard euro aan investeringscapaciteit verloren gaat door de huurbevriezing?
147
Hoeveel investeringscapaciteit gaat er bij woningcorporaties verloren als gevolg van
de huurbevriezing in 2025 en 2026?
148
Wat zijn de koopkrachteffecten van het wegvallen van de boodschappenbonus in 2027?
149
Kunt u nader toelichten welke gevolgen het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor
heeft voor de koopkracht van huishoudens en dan meer specifiek voor werkenden? Welke
inkomensgroepen gaan er hierdoor op achteruit en met hoeveel (uitgedrukt in absolute
getallen)?
150
Kunt u nader toelichten wat de stelpost fiscale regelingen en constructies precies
inhoudt en waarom dit gedekt moet worden? Waarom heeft u ervoor gekozen om dit te
dekken met het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor?
151
Wat is het precieze verschil tussen de raming van het Ministerie van Financiën en
het CPB wat betreft de EMU-saldi over de periode 2025–2029? Kunt u een duidelijke
verklaring geven, zonder te verwijzen naar de Expertgroep?
152
Hoe landt de verlaging van de energiebelasting via de verhoging van de belastingsvermindering
bij kwetsbare huishoudens (armste decentiel)? Hoe verhoudt zich dat tot een verlaging
van de energiebelasting via een verlaging van de energiebelasting op elektriciteit?
153
Wat houdt de fiscale regeling om medewerkersparticipaties voor startups en scale-ups
te stimuleren precies in?
154
Kunt u nader toelichten op welke wijze het toeslagpartnerschap wordt vereenvoudigd?
Wat voor gevolgen heeft dit voor de koopkracht van huishoudens?
155
Wat is de precieze doorwerking van de beperking doorvoering van de tabelcorrectiefactor
op de relevante fiscale variabelen?
156
Hoe hoog zouden ze geraakte schijven en heffingskortingen zijn als de tabelcorrectiefactor
volledig zou zijn doorgevoerd, en hoe hoog zijn de nu door de beperkte doorwerking?
157
Kunt u aangeven hoeveel de mediane koopkracht in 2025 en 2026 verbetert na de maatregelen
uit de Voorjaarsnota?
158
Kunt u nader toelichten waarom de EU-afdrachten in de periode 2025–2030 stijgen? Kunt
u de desbetreffende bedragen nader uitsplitsen (graag per jaar aangeven)?
159
Kunt u een overzicht geven van de uitgaven uit de envelop groepen in de knel?
160
Kunt u aangeven hoeveel middelen er nog in de envelop groepen in de knel zitten die
nog niet juridisch of bestuurlijk zijn gereserveerd?
161
Worden er naar aanleiding van de meerjarenscenario’s van het MPP niet extra kosten
verwacht voor de Asielopvang na 2026? En waarom zijn deze kosten wel/niet meegenomen,
en zo ja, waar?
162
Kunt u een overzicht geven van de kosten die uit zijn gegeven aan huisvesting voor
asielzoekers in de afgelopen vijf jaar, waarbij uitgesplitst naar nood- en vaste opvang?
En hoeveel de gemiddelde kosten hiervoor waren per jaar?
163
Kunt u een vergelijking geven hoeveel de kosten voor opvang zouden zijn geweest in
de afgelopen vijf jaar, wanneer de Spreidingswet volledig zou zijn ingevoerd en er
sprake zou zijn van vaste opvanglocaties, waarbij de kosten van niet-gebruik ook worden
meegenomen?
164
De onderwijskansenregeling wordt uitgefaseerd. Vallen hier ook de leermiddelen als
laptops onder? Zo ja, wat is het effect op de vergoeding van deze leermiddelen bij
het wegvallen van de onderwijskansenregeling?
165
Kan ten aanzien van de «uitvoeringsinformatie VWS» worden aangegeven waar het precies
om gaat? Gaat het ook om structurele onderuitputting (graag een overzicht)?
166
Er is structurele onderuitputting wijkverpleging, kan er een totaaloverzicht (van
alle departementen) worden gegeven waar structurele onderuitputting plaats vindt?
En kan aangegeven worden wat er met de rest van de structurele onderuitputting wijkverpleging
gebeurt? Wat is de lijn als er sprake is van structurele onderuitputting?
167
Waarom is het niet gelukt om de vervanging van het abonnementstarief Wmo tijdig in
te voeren?
168
Kan ten aanzien van de «uitvoeringsinformatie SZW» uitgebreider worden aangegeven
waar het om gaat? Is er ook sprake van (structurele) onderuitputting?
169
In hoeverre voldoet de inzet van de structurele onderuitputting in de wijkverpleging
voor de alternatieve invulling voor de bij- en nascholing MSZ-personeel aan de begrotingsregels?
170
Voor welke infrastructuur is het budget van EUR 1 mrd bestemd dat in het kader van
«fasering infrastructuur» van 2026 naar 2027 wordt geschoven?
171
Kunt u de kasschuiven uit tabel 19 toelichten waar het in een jaarschijf gaat om meer
dan 100 miljoen euro per maatregel?
172
Hoe wordt de compensatie middengroepen kinderopvang ingevuld? Welke gevolgen heeft
dit voor de koopkracht van de middengroepen ten opzichte van de oorspronkelijke plannen?
173
Klopt het dat het bij de hervorming van de werkloosheidswet het alleen gaat om een
jaar uitstel van de oorspronkelijke plannen? Zo ja, wat is de reden dat het niet tijdig
is ingevoerd? Zo nee, wat nog meer?
174
Kan aangegeven worden was er precies gebeurt met de 197 miljoen euro voor OCTAS?
175
Wat is er nog beschikbaar in de envelop Groepen in de knel na het afromen?
176
Bij «overig SZW» wordt gesproken over overige intensiveringen, om welke gaat dat precies?
177
Kunt u middels een tijdlijn aangeven welke besluiten er vanaf 2023 zijn genomen wat
betreft de invoering van de nieuwe financiering kinderopvang en welke bedragen steeds
hierbij gemoeid waren/zijn?
178
Kunt u nader toelichten hoe het ingroeipad KOT eruit zal zien en op welke wijze de
middengroep zal worden gecompenseerd?
179
Hoe hoog wordt het kindgebonden voor gezinnen met twee en vier kinderen in 2026 en
hoe hoog zou dat zijn bij een gelijkblijvend afbouwpercentage (voor enkele voorbeeldinkomens)?
180
Kunt u per jaar aangeven met hoeveel de sociale huren in de afgelopen 10 jaar zijn
verhoogd?
181
Wat voor gevolgen heeft het verhogen van de huurtoeslag voor de koopkracht van huishoudens?
Kunt u dit tevens per inkomensgroep uitsplitsen en uitdrukken in absolute cijfers?
182
Welke (technische) bijstelling vindt er plaats wat het Herstel- en veerkrachtplan
betreft?
183
Ombuiging subsidietaakstelling Economische Zaken, waar komt deze terecht?
184
Waarvoor worden de middelen Justitie en Veiligheid weerbaarheid ingezet?
185
Hoe hoog zou het ODA-budget in de komende jaren geweest zijn als dit jaar niet was
besloten de koppeling te laten varen, maar de koppeling te houden zoals altijd de
gewoonte was?
186
Hoeveel bedraagt de BNI-koppeling van het ODA-budget in de afgelopen en komende jaren?
187
Kan u kwalitatief inzichtelijk maken in hoeverre de BNI-koppeling van het ODA-budget
is hersteld?
188
Hoe geld zou er, voor het sluiten van het Hoofdlijnenakkoord in de komende jaren,
per jaar uitgesplitst, naar ODA gaan, en hoeveel is dat nu als gevolg van het Hoofdlijnenakkoord,
de ontkoppeling van het BNI en deze Voorjaarsnota?
189
Waarom heeft het kabinet alsnog gekozen voor een BNI-koppeling van het ODA-budget?
190
Waarom is in de post «investeren sociale huur» de compensatie voor de huurbevriezing
incidenteel en niet structureel van aard?
191
Hoeveel procent van de als gevolg van de huurbevriezing verloren investeringscapaciteit
van woningcorporaties wordt er hersteld door de compensatie «investeren sociale huur»?
192
Kunt u de 8 miljard extra uitgaven aan BuZa en OH in de periode 2025–2030 nader uitsplitsen
(graag per onderdeel)?
193
Waarom worden woningcorporaties niet jaarlijks volledig, structureel gecompenseerd
voor de huurderving als gevolg van de huurbevriezing in 2025 en 2026?
194
Waarom wordt er in de post «investeren sociale huur» onvoldoende geld uitgetrokken
om de door de huurbevriezing uitgeholde investeringscapaciteit van woningcorporaties
volledig te repareren?
195
Kunt u uiteenzetten hoe de verwachting is opgebouwd dat het begrotingstotaal van Asiel
en Migratie gaat dalen met ongeveer 4 miljard euro in 2030 t.o.v. 2025? Op welke posten
dalen de kosten? En waarop zijn deze verwachtingen gebaseerd?
196
Waar was de LPO voor bedoeld die nu wordt ingehouden voor de «rijksbrede problematiek?"
197
Kunt u een totaaloverzicht maken van de uitgaven (begrotingssteun, militair en Oekraïne
opvang) aan Oekraïne in de periode 2020–2030 (graag per jaar uitsplitsen) zowel leningen
als giften bilateraal door Nederland verstrekt als door de Europese Unie?
198
Hoeveel scholen maken momenteel gebruik van de onderwijskansenregeling in het voortgezet
onderwijs en hoeveel leerlingen zijn hierbij betrokken?
199
Kunt u aangeven hoeveel scholen in totaal gebruik maken van de onderwijskansenregeling
en wat de consequenties zijn van het uitfaseren van de onderwijskansenregeling?
200
Wat zijn de verwachte gevolgen van het opheffen van de onderwijskansenregeling voor
scholen met een hoge achterstandsscore?
201
Wordt er voorzien in alternatieve ondersteuning voor scholen die per 2027 geen aanspraak
meer kunnen maken op de onderwijskansenregeling?
202
Hoe wordt gemonitord of het opheffen van de onderwijskansenregeling invloed heeft
op onderwijsresultaten van leerlingen met een onderwijsachterstand?
203
Welke vormen van extra bekostiging blijven bestaan voor scholen met veel leerlingen
met een risico op onderwijsachterstanden?
204
Wat is de reden volgens de Minister achter de toezegging om de militaire steun te
continueren met 3,1 miljard euro terwijl er reeds circa 10 miljard euro beschikbaar
is gesteld aan militaire steun sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne?
205
In welke mate heeft de Minister zicht op de effectiviteit van deze extra militaire
steun aan een duurzame vrede tussen Oekraïne en Rusland?
206
Hoe verhoudt de extra militaire uitgaven aan Oekraïne zich tot bezuinigingen op sociale
voorzieningen zoals de WW en de kinderopvang volgens de Minister?
207
In hoeverre is het volgens de Minister wenselijk om een wapenwedloop aan te gaan met
Rusland door extra te investeren in defensie, terwijl het huidige defensiebudget van
de NAVO ongeveer 3 keer hoger ligt dan die van Rusland?
208
Waarom wordt de vereenvoudiging toeslagpartnerschap niet gedekt via de envelop groepen
in de knel, die voor dit soort zaken toch bedoeld was?
209
Wat zijn de gevolgen per maand voor de energierekening voor huishoudens als gevolg
van de verlagen van de energiebelasting?
210
Wat is de reden voor de tijdelijke verlaging van de energiebelasting, in plaats van
een structurele verlaging?
211
Kan de Minister toelichten waarom de uitgaven van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
aan de NAVO-top zijn verdubbeld ten opzichte van de raming in de voorjaarsnota van
afgelopen jaar, en mogelijk zullen toenemen? Betreft de mogelijke stijging in kosten
ook de extra inzet van politie en veiligheidsdiensten?
212
Hoe wordt volgens de Minister geborgd dat de inzet van politie en veiligheidsdiensten
tijdens de NAVO-top niet ten koste gaat van de handhaving?
213
Hoe zien de inkomstenkaders voor de inkomstenbelasting eruit na beperkte toepassing
van de tabelcorrectiefactor in punt 2 & 6?
214
Zijn gemeenten nu voldoende gefinancierd om de Woontopafspraken uit december 2024
te kunnen waarmaken?
215
Kunt u uiteenzetten hoe men tot een belastingvermindering van 529,10 komt? En is dit
per gezin?
216
Kan aangegeven worden wat de impact is voor de volkshuisvesting van de dekking van
de maatregelen ter dekking van de tegenbewijsregeling?
217
Op welk prijspeil zijn de besparingen van € 68 miljoen voor verkorten trajectduur
jeugdhulp en € 260 miljoen voor invoeren een eigen bijdrage jeugdhulp van tabel 11
punt 6 op bladzijde 33 in 2028 ingeboekt op het gemeentefonds?
218
Wordt het bedrag van € 507 miljoen voor het indexeren opbrengst hervormingsagenda
jeugd van tabel 11 punt 6 op bladzijde 33 ook met de nieuwe berekeningsmethode voor
taakwijzigingen geïndexeerd via de accrestranches uit voorgaande jaren? En zo ja,
hoe hoog is dit bedrag van deze indexering in totaal?
219
Is bij de indexering van de ombuigingen van de hervormingsagenda met € 507 miljoen
in 2028 er ook rekening mee gehouden dat slechts de helft hiervoor wordt meegenomen,
daar gemeenten de andere helft al zelf moeten opvangen met ombuigingen, doordat de
helft van het risico van de kostenstijging bij hen is neergelegd en ze daar al buiten
de hervormingsagenda om ombuigingen voor moeten realiseren?
220
Hoe luidt de onderliggende berekening van het bedrag van tabel 11 punt 6 op bladzijde
33 van € 507 miljoen voor het indexeren opbrengst hervormingsagenda jeugd?
221
Worden de bedragen van de ombuigingen uit de hervormingsagenda jeugd van € 1.017 miljoen
die in tabel 11 op bladzijde 33 in 2028 volledig zijn ingeboekt, met de nieuwe berekeningswijze
taakwijzigingen ook onderwater via de accrestranches van de voorgaande jaren geïndexeerd?
222
Is/wordt het reeds ingeboekte bedrag aan ombuigingen van de hervormingsagenda jeugdhulp
in 2025 met de nieuwe berekeningswijze van taakwijzigingen onderwater via het accres
geïndexeerd? En zo ja, hoeveel bedraagt het totaalbedrag aan negatief accres van deze
indexatie in 2028?
223
Hoe ziet de oploop van de ombuigingen uit de hervormingsagenda jeugd er in 2026 en
2027 uit met de correctie van tabel 11 punt 3 «Groeipad maatregelen Hervormingsagenda
jeugd» op bladzijde 33? En wordt deze oploop met de nieuwe berekeningswijze van taakwijzigingen
ook via het accres geïndexeerd?
224
Heeft er bij het nieuwe groeipad van de hervormingsagenda jeugd een verrekening plaatsgevonden
met de € 108 miljoen aan gemist accres (negatieve indexatie) die is achtergebleven
bij het terugdraaien van de extra korting jeugd van € 511 miljoen met de Miljoenennota
2025?
225
Heeft er bij de berekening van het bedrag van € 507 miljoen voor het indexeren opbrengst
hervormingsagenda jeugd van tabel 11 punt 6 op bladzijde 33 een verrekening plaatsgevonden
met de indexatie van de ingeboekte bedragen voor de ombuigingen uit de hervormingsagenda
via het accres?
226
Hoe is het bedrag van € 400 miljoen «Demping terugval gemeentefonds 2026» van punt
1 van tabel 11 op bladzijde 33 bepaald?
227
Klopt het dat de structurele financiële positie van gemeenten vanaf 2028 per saldo
niet is verbeterd, maar ongeveer hetzelfde is gebleven (tabel p. 33)?
228
Hoe verhouden reeks 9 en 17 en 18 zich met elkaar?
229
Kunt u Tabel 12 Inkomstenkader, inclusief de structurele doorwerking en inclusief
de toelichting, actualiseren en daarin ook de besluitvorming uit de brief Pakket voor
Groene Groei voor zover die gevolgen heeft voor de inkomstenkant verwerken?
230
Wat is de stand van het EMU-saldo voor de periode 2025 tot en met 2030 na verwerking
van de besluitvorming uit de brief Pakket voor Groene Groei?
231
Wat is de reden dat het inkomstenkader niet jaar-op-jaar sluit, en hoe verhoudt dat
zich tot de begrotingsregels?
232
Waarom is de arbeidsongeschiktheidspremie structureel met € 225 miljoen per jaar verhoogd?
233
Heeft het kabinet andere dekkingsmaatregelen voor de tijdelijke verlaging van de energiebelasting
overwogen dan de structurele verhoging van de arbeidsongeschiktheidspremie?
234
Met hoeveel procentpunt wordt de arbeidsongeschiktheidspremie in totaal met deze Voorjaarsnota
structureel verhoogd? Hoeveel levert dat jaarlijks op?
235
Hoe groot is de resterende stelpost fiscale regelingen en constructies voor de jaren
2026 en verder?
236
Tot welke ramingsbijstelling heeft de certificatie van de Wet tegenbewijsregeling
box 3 voor de verschillende betrokken jaren geleid?
237
Op welke wijze wordt de resterende stelpost fiscale regelingen en constructies voor
2026 ingevuld?
238
Kunt u aangeven wat de consequenties zijn van het niet halen van de taakstelling stelpost
fiscale regelingen en constructies voor de jaren 2026, 2027 en 2028?
239
Waarom is de arbeidsongeschiktheidspremie structureel met € 225 miljoen per jaar verhoogd?
240
Welk effect heeft de huurbevriezing in 2025 en 2026, in verband met de huurderving
en de verminderde investeringscapaciteit bij woningcorporaties, op de meerjarenraming
voor de vennootschapsbelasting en de btw?
241
Op welke parameters heeft de tabelcorrectiefactor invloed? Welke parameters stijgen
minder hard door de tabelcorrectiefactor minder toe te passen?
242
Kunt u nader toelichten wat het effect van de gestegen huizenprijzen in 2024 op die
ramingsbijstelling is geweest?
243
Waarom is er met de beperkte toepassing van de tabelcorrectiefactor gekozen voor een
(gedeeltelijke) structurele dekking van de stelpost fiscale regelingen en constructies?
244
Waarom wordt de Aof-premie door middel van reeks 17 en 18 budgetneutraal aangepast?
Is dit in lijn met de wens van de Kamer rondom het Belastingplan in 2022?
245
In 2025 bedragen de ontvangsten naar verwachting 428,7 miljard euro, de raming voor
2030 is 534,9 miljard euro, waardoor wordt dit verschil veroorzaakt? En wat betekent
dit voor de uitgaven dan wel de hoogte van de belastingtarieven?
246
Wat is de omvang van de per saldo meevaller binnen de Zvw-uitgaven?
247
Hoe verhoudt de compenserende lastenverzwaring in 2026 zich tot de begrotingsregel
van het kabinet dat een per saldo meevaller in de Zvw-uitgaven na saldering kan worden
ingezet voor een lastenverlichting?
248
Is de per saldo meevaller binnen de Zvw-uitgaven gebruikt om tegenvallers elders in
de zorg en op de VWS-begroting te dekken, en zo ja welke?
249
Is de per saldo meevaller binnen de Zvw-uitgaven ook gebruikt om andere tegenvallers,
buiten de zorg en de VWS-begroting te dekken?
250
Hoe verhoudt de compenserende lastenverzwaring in 2026 zich tot de begrotingsregel
van het kabinet dat een per saldo meevaller in de Zvw-uitgaven na saldering kan worden
ingezet voor een lastenverlichting?
251
Waarom is, zoals ook blijkt uit de verticale toelichting, de actualisatie van de GGZ-uitgaven
nu pas voor 2027 en verder verwerkt in de begroting?
252
Hoe verhoudt de inschatting van het CPB dat er sprake is van een «overschrijding van
het inkomstenkader voor het zorgdeel van cumulatief € 2,0 miljard over de kabinetsperiode»
zich tot de verwerking van het zorgdeel in de Voorjaarsnota (Tabel 12)?
253
Kan een uitsplitsing gegeven worden van de accijnzen in figuur 7?
254
Het kabinet neemt de aanbevelingen van de expertgroep realistisch ramen over, wat
gaat er concreet gebeuren, welke stappen gaan er concreet gezet worden en wanneer?
255
In de Voorjaarsnota is vermeld dat er vanaf 2029 een belasting op e-sigaretten (vapes)
wordt ingevoerd, wat 75 miljoen per jaar zal opleveren. Kan worden toegelicht welke
berekening hiervoor gebruikt is? Welke verdeelsleutel voor e-vloeistof (hoeveel eurocent
per ml e-vloeistof) wordt er gehanteerd?
256
Zijn de verwachte opbrengsten van de belasting op e-sigaretten (vapes) vanaf 2029
inclusief verhaalde misgelopen belasting op illegale e-sigaretten? Wordt de misgelopen
belasting op illegale e-sigaretten verhaald op de handelaren?
257
In de toelichting bij 4.1 punt 16 wordt aangegeven dat de vormgeving en uitvoerbaarheid
van de belasting op e-sigaretten (vapes) op dit moment wordt onderzocht. Wanneer wordt
dit onderzoek afgerond en worden de conclusies verwacht?
258
Hebben de inzichten en adviezen van de Expertgroep realistisch ramen al vrucht afgeworpen
en effect gehad op de inkomstenraming in de Voorjaarsnota? Zo ja, op welke wijze?
259
Waarom is er bij de Voorjaarsnota niets gedaan met de meevaller van 21 miljard euro
in 2024 en van 8 miljard euro in 2025?
260
Waarom leiden, cf. Tabel 14, beleidswijzigingen tot een daling van de inkomsten in
2028?
261
Waar is de extra verwachte onderuitputting en de hogere in=uittaakstelling van 4,1 miljard
euro per jaar precies op gebaseerd?
262
Kunt u Tabel 14 actualiseren en daarin ook de «Klimaatfondsbesluitvorming» voor zover
die gevolgen heeft voor de inkomstenkant verwerken?
263
Hoe ontwikkelen de beleidsmatige lasten in de Voorjaarsnota zich in vergelijking tot
het bij Miljoenennota gepresenteerde beeld, en welk deel daarvan is het effect van
het kabinetsbeleid?
264
Hoe ontwikkelen de beleidsmatige lasten zich als ook de klimaatbesluitvorming wordt
meegenomen, en welk deel daarvan is het effect van het kabinetsbeleid?
265
Kunt u al aangeven hoe de beleidsmatige lasten zijn verdeeld tussen de categorieën
inkomen/arbeid, vermogen/winst, klimaat/milieu en overig? Zo nee, wanneer wel?
266
Waarom is de raming van uiteindelijk oninbare schuld ongewijzigd ten opzichte van
de Voorjaarsnota 2024, terwijl de oninbare schuld (licht) is toegenomen?
267
Waarom is de groei van de netto primaire uitgaven nu hoger dan de groei van 25,9%
waar in het budgettair-structureel plan nog vanuit werd gegaan?
268
Welke gevolgen heeft de ten opzichte van het budgettair-structureel plan toegenomen
groei van de netto-primaire uitgaven voor de beheersing van de overheidsuitgaven en
voor de volgens de afdeling van de Raad van State benodigde publieke investeringsimpuls?
269
Waarom bevat deze Voorjaarsnota niet net als vorig jaar een analyse van de verschillen
tussen de saldoraming van Financiën en het CPB?
270
Kunt u alsnog een toelichting geven op de verschillen tussen de saldoraming van Financiën
en het CPB?
271
Wat verklaart de verschillen in de meerjarenraming van de kosten voor de opvang van
asielzoekers van Financiën en het CPB?
272
Bij de koppen «intensiveringen» en «overige ombuigingen» staat exact dezelfde tekst,
kan hier nadere uitleg over worden gegeven?
273
Wat is de reden dat het kabinet in 2025 veel minder budget via kasschuiven doorschuift
dan in 2026?
274
In hoeverre is er met kasschuiven op gestuurd om in 2026 op een EMU-saldo van 3,0%
te komen? Hoe verhoudt zich dat tot realistisch ramen?
275
Kunt u van alle kasschuiven inzichtelijk maken in hoeverre de begrotingsregel is gevolgd
dat «de som van de totale schuif uitkomt op nul» en eventuele afwijkingen op deze
regel toelichten?
276
Wat is de reden dat de begrotingsregel dat «budgetten die worden geschoven dienen
te worden ingepast onder het uitgavenkader» niet is gevolgd in deze Voorjaarsnota?
277
Definieert het kabinet het doorschuiven van budget tot voorbij de meerjarenperiode
als een kasschuif of als een ombuiging? Kunt u dat toelichten?
278
Is ook actief gezocht naar opties voor kasschuiven naar voren, waarmee toekomstige
budgetten al eerder deze kabinetsperiode uitgegeven kunnen worden? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, welke waren dat en waarom zijn ze niet toegepast?
279
Waarom is besloten om de totale bestedingsruimte onder het uitgavenkader in deze kabinetsperiode
(2025 t/m 2028) via kasschuiven met per saldo € 4,7 miljard te verlagen ten opzichte
van het in de Startnota afgesproken uitgavenniveau?
280
Waarop is de exacte hoogte van de uiteenlopende bedragen gebaseerd die zijn ingeboekt
voor aanvullende onderuitputting in de jaren 2025 tot en met 2028? Kunt u van deze
bedragen en de verschillen een inhoudelijke onderbouwing geven?
281
Kunt u uiteen zetten waarom u op pagina 55 van de Voorjaarsnota schrijft dat het inboeken
van aanvullende onderuitputting niet de voorkeur heeft? Waarom is het in de Voorjaarsnota
dan op grote schaal en voor vier verschillende begrotingsjaren toegepast?
282
Kunt u per ministerie aangeven welke kasschuiven in 2025 zijn toegepast, op welke
begrotingsartikelen en met welke bedragen? Wat zijn de implicaties hiervan voor de
beleidsuitvoering in 2025?
283
Waarom acht u het «beter om onderuitputting met concrete maatregelen in de begroting
te zetten»? Is dat ook gebeurd in de Voorjaarsnota? Zo ja, voor welke budgetten? Zo
nee, waarom niet?
284
Hoe groot acht u het risico dat kasschuiven naar achteren, die in 2005 en 2026 per
saldo resulteren in het verlagen van de uitgaven met ruim € 9 miljard, de kans op
aanvullende onderuitputting ook verkleinen?
285
Kunnen de tegenvallers bij de contributiestijgingen toegelicht worden? Zijn het endogene
ontwikkelingen? Zijn het beleidsbeslissingen?
286
Waarom is in deze Voorjaarsnota gekozen voor het inboeken van aanvullende onderuitputting
en in het verleden voor taakstellende onderuitputting? Ziet u daar verschil in?
287
Er is een kasschuif HVP van 1,4 miljard euro, omdat de verwachting is dat Nederland
dat geld pas in 2026 ontvangt, waarop is dat gebaseerd?
288
Kunt u de Kamer het ambtelijk rapport met beleidsopties voor negatief beoordeelde
fiscale regelingen tijdig voor het debat over de Voorjaarsnota doen toekomen?
289
Wat is het beleid ten aanzien van wisselkoersverschillen (onder andere op dollarbetalingen)?
290
Waaraan worden de verdragsmiddelen Suriname besteed? Waar wordt in 2025 al het geld
aan besteed, want er vindt ook een kasschuif van 2026 en 2027 naar 2025 plaats?
291
Om wat voor meevallers gaat het bij de structurele ramingsbijstelling van circa 48 miljoen
euro ter dekking van de begrotingsproblematiek?
292
Op meerder plekken in de Voorjaarsnota wordt het eigen vermogen van instanties (o.a. DJI
en Justis, maar ook NVWA (pagina 141) afgeroomd, kan een totaaloverzicht van alle
reserves en eigen vermogen van instanties, agentschappen en ZBO’s worden gegeven?
In hoeverre zijn al deze reserves en eigen vermogen nodig?
293
Waarom wordt er door u en de fractievoorzitters van de coalitiepartijen besloten waar
de extra middelen als gevolg van de koppeling van het totale ODA budget aan het Bruto
Nationaal Inkomen aan worden besteed?
294
Waarom wordt er gekozen voor een post IDA dat wel onder ODA budget valt maar op de
begroting van het Ministerie van Financiën staat? Waarom wordt de Minister van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp bij deze keuze niet betrokken?
295
Hoe wordt invulling gegeven aan het amendement dat voorziet in extra plekken in licht
beveiligde inrichtingen, en in welke regio’s worden deze gerealiseerd?
296
Wat is het doel van het extra beschikbare budget voor politie en veiligheidsketen,
en hoe wordt dit vertaald naar zichtbare verbeteringen in de wijk?
297
De prijsbijstelling tranche 2025 wordt overgemaakt naar de Staten-Generaal, is dit
de volledige 100%? Zo ja, waarom is dit anders dan bij vele andere begrotingen waar
maar 50% van de prijsbijstelling beschikbaar wordt gesteld? Kan er een totaaloverzicht
van de loon- prijsbijstelling worden gegeven, waar die 50% is en waar 100% en wat
de reden van het verschil is?
298
Wat wordt bedoeld met de begrotingskoersproblematiek en de aanpassing in relatie tot
de kabinetten van de gouverneurs van Sint-Maarten en Aruba?
299
Hoe verantwoordt u de verhouding tussen de miljardensteun aan Oekraïne en de zeer
beperkte steun aan burgers in Palestina die lijden onder de genocide uitgevoerd door
Israël?
300
Waarom wordt er gekozen voor een structurele bezuiniging op de UNWRA die essentieel
is voor het bieden van hulp aan Palestijnse vluchtelingen?
301
In hoeverre is er bij het budget «school en omgeving» sprake van een structurele onderuitputting
(nu is een meevaller van 53,9 miljoen)?
302
Waarom zitten er in de VJN intensiveringen zoals de «basisvaardigheden mbo» en «niet
afschaffen OV-vergoeding buitenland studerenden»? Waarom wordt dit niet in de reguliere
begroting van 2026 verwerkt? Wat was het exacte advies van de landsadvocaat? Welke
communicatie heeft hierover eerder met de Kamer plaatsgevonden?
303
Welke concrete uitgaven vallen onder de intensiveringen op het terrein van cultuur
en wetenschap, die vanaf 2025 oplopen tot € 916 miljoen in 2030, en hoe worden deze
middelen verdeeld over de verschillende beleidsterreinen binnen cultuur en wetenschap?
304
Welk deel van de intensiveringen op cultuur zoals opgenomen in de Voorjaarsnota is
bestemd voor nieuwe of onafhankelijke culturele initiatieven? En op welke wijze wordt
geborgd dat de middelen niet onevenredig terechtkomen bij reeds gevestigde instellingen?
305
Kunt u aangeven op welke wijze de aanpak van stagediscriminatie verschilt tussen hogescholen
en universiteiten?
306
Hoe gaat de uitvoering van het stagediscriminatiemanifest en de daaraan gekoppelde
werkgroep geëvalueerd worden?
307
Wat zijn de vervolgstappen omtrent de aanpak van stagediscriminatie na afloop van
de stagediscriminatiewerkgroep in 2026?
308
Vindt u het belangrijk dat de aanpak van stagediscriminatie geborgd blijft bij universiteiten
en hogescholen en dat hier middelen voor beschikbaar moeten blijven zijn?
309
Ziet de Minister de aanpak van stagediscriminatie door onderwijsinstellingen als een
onderdeel van de zorgplicht voor sociale veiligheid?
310
Hoe wordt ervoor gezorgd dat de korting van € 50 miljoen op de NPO niet ten koste
gaat van de beschikbaarheid van informatie en cultuur voor brede lagen van de bevolking?
311
Waarom is er besloten om alleen het volume-effect van de koppeling van het totale
ODA budget aan het Bruto Nationaal Inkomen (330 miljoen euro) volledig te gebruiken
voor het ODA budget? Waarom wordt er in de suppletoire begroting van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp gecommuniceerd over een bedrag van 768 miljoen euro wat
ook het prijseffect meeneemt?
312
Kan in een overzicht worden aangegeven hoeveel het totale ODA budget zou stijgen in
de jaren 2026 t/m 2030 wanneer volledig zou worden gekoppeld aan 0,7% en Bruto Nationaal
Inkomen? Hoeveel zou het totale ODA budget stijgen wanneer zou worden gekoppeld aan
0,44%? Kan dit worden aangevuld in de tabel zoals op pagina 110 van de beslisnota?
313
Waarom wordt er gekozen voor een nieuwe systematiek van koppelen wat het ODA budget
alleen maar minder transparant maakt?
314
Waarom is er besloten om alleen het volume-effect van de koppeling van het totale
ODA budget aan het Bruto Nationaal Inkomen (330 miljoen euro) volledig te gebruiken
voor het ODA budget? Waarom wordt er in de suppletoire begroting van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp gecommuniceerd over een bedrag van 768 miljoen euro wat
ook het prijseffect meeneemt?
315
Kan een volledig overzicht gegeven worden van de voorstellen voor koopkracht maatregelen
in Caribisch Nederland (zowel bij SZW als eventueel bij andere ministeries, als algemeen),
waar het gaat om energie, drinkwater, internet, etc.? Hoe was in 2023 en 2024 de ondersteuning
op deze terreinen (hoeveel en voor welke onderwerpen)?
316
Wat betekenen de voorgestelde maatregelen voor de koopkracht op de BES-eilanden, graag
uitgesplitst voor verschillende groepen?
317
Worden de middelen van de Aanvullende Post voor de ontsluiting van nieuwe woningen
uit het Hoofdlijnenakkoord (EUR 2,5 miljard) nu overgeheveld naar de IenW-begroting
of naar de begroting van het Mobiliteitsfonds?
318
Waarom komt van de aan de begroting van het Mobiliteitsfonds toegevoegde WoMo II middelen
(de EUR 2,5 mrd hoofdlijnenakkoordmiddelen voor de ontsluiting van nieuwe woningen)
na toepassing van de kasschuif WoMo II middelen slechts EUR 275 mln in de huidige
kabinetsperiode (2025–2028) tot besteding?
319
Waarom is er bij de aanpassing van de brede weersvoorziening niet meer rekening gehouden
met de Europese voorwaarden, waardoor er nu 12 miljoen moet worden bijgeplust?
320
Welke concrete plannen zijn er om nieuwe woningbouwlocaties sneller te ontsluiten,
en hoe wordt daarbij gestuurd op realistische uitvoerbaarheid?
321
Welke stappen worden er ondernomen om de bereikbaarheid van Groningen Airport Eelde
te verbeteren, en wat is de beoogde impact hiervan op de regionale economie?
322
Welke maatregelen neemt het kabinet om het aantal onveilige spoorwegovergangen, zoals
op het traject Harderwijk-Amersfoort, te verminderen, en welke locaties worden prioritair
aangepakt?
323
In januari 2024 is toegezegd dat in Q1 van 2025 een regeling voor de stimulering van
de biologisch markt zou worden opengesteld, wat is daar de stand van zaken van en
wanneer kan de Kamer publicatie van deze regeling verwachten?
324
Wat zijn de gevolgen van de verhoging van het minimumjeugdloon? Hoe worden de ondernemers
daarvoor gecompenseerd? Welke gevolgen heeft dit voor prijzen in bijvoorbeeld de supermarkten?
En welke lessen bij de verhoging van het minimumloon in Nederland en op Caribisch
Nederland zijn meegenomen en meegewogen bij dit voorstel Welke gevolgen heeft dit
voor het aanbod van banen die vooral door jongeren worden ingevuld?
325
Wat wordt precies gedaan met de 4 miljoen euro die het kabinet vrijmaakt voor mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt op Bonaire, Sint Eustatius en Saba? Wat zijn de
meetbare doelen die daarmee bereikt moeten worden?
326
Hoeveel geld is er gereserveerd voor de verschillende sporen van de nieuwe wet participatiewet
in balans?
327
Aan welke specifieke beleidsopties uit OCTAS wordt invulling gegeven met het gereserveerde
geld?
328
Hoeveel middelen zijn er nodig om respectievelijk stelsel 1, 2 of 3 van OCTAS uit
te voeren?
329
Wat is het snelste moment dat de afschaffing loonwaardemeting voor beschut werk gerealiseerd
kan worden, los van andere prioriteiten?
330
Wat is de reden om alleen bij beschut werk de loonwaardemeting af te schaffen en niet
de loonwaardemeting af te schaffen voor andere groepen
331
Hoe groot is de groep mensen die geraakt zal worden door de maatregel om de WW van
24 naar 18 maanden te verkorten?
332
Hoe verhoudt de maatregel om de WW van 24 naar 18 maanden te verkorten zich tot het
doel van deze Minister en dit kabinet om de bestaanszekerheid van mensen te verbeteren?
333
Deelt u de opvatting van de FNV dat voornamelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt,
zoals gedeeltelijk arbeidsongeschikten en ouderen, getroffen zullen worden door deze
maatregel?
334
Hoe rechtvaardigt het kabinet dat mensen die langdurig werkloos zijn en een koopwoning
hebben met een overwaarde van circa € 64.000, geen recht meer hebben op een bijstandsuitkering,
terwijl het in de praktijk voor veel 55-plussers en mensen met een beperking onmogelijk
is hun woning te verkopen of een nieuwe hypotheek af te sluiten, zoals blijkt uit
de analyse van CNV?
335
Het kabinet heeft kenbaar gemaakt dat het aan de slag zal gaan met het uitwerken van
«extra maatregelen» om mensen die geen baan hebben «beter te begeleiden naar nieuw
werk» naar aanleiding van deze ingrijpende bezuiniging op de WW. Welke maatregelen
zal het kabinet nemen om dit te realiseren?
336
Hoe wordt rekening gehouden met de koopkrachtontwikkeling bij de vervanging van het
abonnementstarief Wmo met name van de middengroepen?
337
Wat wordt precies bedoeld met prijscompensatie zorguitgaven BES-eilanden? Wat is het
beleid c.q. wat zijn de afspraken?
338
Hoe kan het met een jaar uitstellen van het trancheren van het eigen risico zorgen
voor een besparingsverlies?
339
Hoe wordt de pakketmaatregel geneesmiddelen ingevuld?
340
Wat is het doel van het RSV-immunisatieprogramma, welke groepen komen in aanmerking,
en hoe wordt de effectiviteit van het programma gemonitord?
341
Op welke wijze zorgt het kabinet ervoor dat zorgaanbieders ook medisch noodzakelijke
zorg kunnen blijven verlenen aan onverzekerbare vreemdelingen?
342
Wat betekent het uitstel van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage
in de Wmo voor cliënten en voor gemeenten?
343
Waarom wordt de intensivering huurregister nu via de Voorjaarsnota geregeld en niet
zoals gebruikelijk in de Miljoenennota?
344
Is het kabinet voornemens de eigen bijdrage voor GVS geneesmiddelen opnieuw te maximeren
in 2026 en wanneer komt daar meer helderheid over?
345
Kan het kabinet nader toelichten welke zelfzorggeneesmiddelen daarbij beoogd worden?
Wanneer en met welke partijen wordt de aanpassing van de aanspraak verder uitgewerkt?
Worden, met het oog op mogelijke gevolgen voor mensen met een chronische aandoening,
ook patiëntenorganisaties betrokken bij de uitwerking?
346
Welke huurprijsgrenzen wil het kabinet hanteren voor huurwoningen die onder de Wet
betaalbare huur vallen? En hoeveel huurwoningen vallen dan straks onder de regeling
t.o.v. huidige situatie?
347
Hoe wil het kabinet invulling geven aan het meer gewicht geven van de WOZ-waarde in
de huurprijs? En in welke mate wordt er minder rendement behaald op woningen (in verschillende
prijscategoriën) in grote steden t.o.v. Nederland?
348
Op basis van hoeveel individuele gevallen waarbij de wettelijke beslistermijn is overschreden,
is de raming van € 20 miljoen in 2025 en € 50 miljoen in 2026 aan dwangsommen opgebouwd,
en wat is het gemiddelde bedrag per geval waarop deze inschatting is gebaseerd?
349
Kunt u toelichten waar de geraamde € 115 miljoen aan budgettaire consequenties als
gevolg van het tweestatusstelsel en andere asielwetgeving concreet naartoe gaan, uitgesplitst
naar de betrokken uitvoeringsorganisaties zoals de IND en de rechtspraak, en welke
activiteiten of capaciteitsuitbreidingen hiermee precies worden bekostigd?
350
Kunt u toelichten waar de aanvullende 2,5 miljoen euro aan middelen voor de oprichting
van het Ministerie van Asiel en Migratie concreet aan wordt besteed?
351
Hoe wordt de reservering van € 374 miljoen aan structureel budget voor de IND (MPP)
besteed, en welk aandeel hiervan is bedoeld voor het behoud dan wel uitbreiding van
personele capaciteit voor het afhandelen van asielaanvragen?
352
Welk deel van het extra budget voor crisisnoodopvang dat beschikbaar is gesteld aan
het COA in 2025 en 2026 betreft huisvestingskosten, en welk deel betreft overige voorzieningen
zoals medische zorg en begeleiding?
353
Welke uitvoeringsorganisaties ontvangen middelen vanuit de € 115 miljoen aan budgettaire
consequenties van het tweestatusstelsel, en hoe wordt onderling afgestemd om overlapping
of dubbele inzet te voorkomen?
354
Is in de verdeling van de € 65 miljoen aan aanvullende uitvoeringsmiddelen rekening
gehouden met specifieke voorzieningen voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen,
zoals genoemd bij de Stichting NIDOS?
355
Op welke wijze wordt gemonitord of de invoering van het tweestatusstelsel leidt tot
een toename van beroep- en bezwaarprocedures, en zijn hiervoor al middelen gereserveerd
voor rechtsbijstand of de rechtspraak?
356
In hoeverre is in de Voorjaarsnota rekening gehouden met de uitspraak van het Europees
Hof van Justitie van 8 mei 2025 over de onrechtmatige verlenging van de beslistermijn
voor asielaanvragen, en met de daaruit voortvloeiende risico’s op extra dwangsommen
tot € 100 per persoon per dag in ruim 35.000 zaken?
357
Als het kabinet het wenselijk vindt om de koopkracht te verbeteren door middel van
verhoging van de huurtoeslag, waarom wordt de meevaller van ca. 0,3 miljard euro in
de huurtoeslag dan niet benut voor een beleidsmatige verhoging van de huurtoeslag?
358
Hoeveel mensen staan er op de wachtlijst voor een sociale huurwoning?
359
Welke taken krijgt het nieuwe Huurregister en hoe gaat dit bijdragen aan transparantie
op de huurmarkt?
360
Wat zijn de doelstellingen van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie, en
hoe wordt samenwerking met gemeenten hierin vormgegeven?
361
Wat is de exacte berekening van de bezuiniging op de huurtoeslag als gevolg van de
huurbevriezing? Welke cijfermatige aannames, berekeningen en formules liggen hieraan
ten grondslag?
362
Hoe is de meevaller in de huurtoeslagontvangsten te verklaren?
363
Waaraan wordt de ombuiging van 150 miljoen euro incidenteel uit hoofde van «Dekking
bestendiging VRO» precies besteed en in welk jaar?
364
Uit welke «overige middelen» uit «diverse reeksen» komt de niet toegelichte 35 miljoen
euro van de in totaal 150 miljoen euro van de «Dekking bestendiging VRO»?
365
Hoeveel woningen kunnen er minder worden gerealiseerd als gevolg van de kortingen
op o.a. de realisatiestimulans, grootschalige woningbouw en de Woningbouwimpuls in
kader van de ombuiging «dekking bestendiging VRO» van in totaal 150 miljoen euro?
366
voor welke sociale huurwoningen, van welke verhuurders, geldt de huurbevriezing in
2025 en 2026?
367
Heeft de coalitie tijdens de onderhandelingen over de huurbevriezing advies ingewonnen
bij 1) de Minister van VRO, 2) ambtenaren van het Ministerie van VRO 3) ambtenaren
van het Ministerie van Financiën 4) de Dienst Toeslagen en 5) de Autoriteit woningcorporaties?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is er met dit advies gedaan?
368
Heeft u tijdens de onderhandelingen over de huurbevriezing advies ingewonnen bij 1) de
Minister van VRO, 2) ambtenaren van het Ministerie van VRO 3) ambtenaren van het Ministerie
van Financiën 4) de Dienst Toeslagen en 5) de Autoriteit woningcorporaties? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, wat is er met dit advies gedaan?
369
Hoe verhouden de huurbevriezing en de daardoor veroorzaakte uitholling van de investeringscapaciteit
van woningcorporaties zich tot de conclusie van de Commissie Sociaal Minimum (2023)
dat «[b]ij sociale huurwoningen [...] het probleem met name in de beschikbaarheid
[zit]. Huishoudens met een inkomen op het sociaal minimum in een sociale huurwoning
hebben doorgaans een betaalbare woning. Huishoudens zonder sociale huurwoning moeten
– noodgedwongen – uitwijken naar een duurdere woning, waardoor de kosten snel kunnen
oplopen. Als er meer sociale huurwoningen beschikbaar komen voor huishoudens met een
laag inkomen, maakt dat huishoudens minder kwetsbaar voor hoge uitgaven aan wonen.»?
370
Wat is het effect van de huurbevriezing op de wachtlijsten voor sociale huurwoningen?
Hoe pakt dat uit per woondealregio? Zijn er verschillen tussen doelgroepen (uitgesplitst
naar contractvorm, verhuurder en huurtoeslagontvangers en niet-ontvangers; tot 120%
sociaal minimum, tot inkomensgrens passend toewijzen, tot doelgroepengrens sociale
huurwoning, middeninkomens, hogere inkomens)?
371
Hoeveel statushouders wachten op een sociale huurwoning? Wat is de impact op de wachttijd
voor deze groep als gevolg van de huurbevriezing? Wat zijn de kosten van elke dag
dat een statushouder moet verblijven in een reguliere- of noodopvang?
372
Hoe verandert de betaalbaarheid voor starters op de huurmarkt als gevolg van de huurbevriezing?
Hoe pakt dat uit per woondealregio?
373
Wat zijn de gevolgen van de huurbevriezing voor jongeren die uit huis willen gaan?
Hoe pakt dat uit per woondealregio?
374
Hoe beïnvloedt de huurbevriezing het prijsniveau in de vrije huursector? Hoe pakt
dat uit per woondealregio?
375
Hoe verandert als gevolg van de huurbevriezing de investeringsbereidheid in de vrijesectorwoningmarkt?
Hoe pakt dat uit per woondealregio?
376
Wat zijn de effecten van de huurbevriezing op nieuwbouwplannen die bestaan uit sociale
huurwoningen en andere typen woningen. Welk deel van de projecten bevat gemengde plannen?
Hoe pakt dat uit per woondealregio?
377
Hoe beïnvloedt de huurbevriezing de doorstroming in de sociale huursector? Hoe pakt
dat uit per woondealregio?
378
Welke voorbeelden van een huurbevriezing zijn er bekend in het verleden of in andere
landen? Wat zijn de effecten van deze huurbevriezing geweest in brede zin op de volkshuisvesting?
Welke lessen zijn uit deze evaluaties getrokken bij het besluit tot huurbevriezing?
379
Wat is het doel van de huurbevriezing? Welke feiten en cijfers liggen ten grondslag
aan de besluitvorming? Welke alternatieven zijn overwogen alvorens tot een huurbevriezing
is over gegaan? Hoe zijn deze alternatieven tegen elkaar af gewogen?
380
Deelt het kabinet de zorgen van de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw over
de impact van de voorgenomen huurbevriezing?
381
Onderschrijft het kabinet de impactanalyse van de stichting Waarborgfonds Sociale
Woningbouw (WSW) waarin wordt geconcludeerd dat ongeveer 140 van de 262 actieve deelnemers
in de komende vijf jaar niet meer kunnen voldoen aan de financiële normen die WSW
hanteert voor het verstrekken van borging op leningen, en waarin WSW verwacht dat
de corporaties hun investeringen al in de jaren 2027–2029 en mogelijk ook daarna fors
neerwaarts moeten gaan bijstellen?
382
Kunt u de Kamer via de beantwoording van deze feitelijke vragen of anderszins voor
de behandeling van de Voorjaarsnota en de suppletoire begrotingen, informeren over
de uitkomst van de vraag van de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) aan
ca. 140 woningcorporaties om op korte termijn informatie aan te leveren over de impact
van de huurbevriezing en de bijsturingsmaatregelen die zij verwachten te treffen?
383
Deelt u de conclusie van de Autoriteit woningcorporaties dat de ambities uit de Nationale
prestatieafspraken 2025–2035 en andere volkshuisvestelijke opgaven in het gedrang
komen door de huurbevriezing?
384
Kan uit de voorgenomen huurbevriezing worden afgeleid dat het kabinet het recente
signaal van de Autoriteit woningcorporaties verwerpt dat moet worden gelet op de samenhang
tussen huurbeleid, huurtoeslagbeleid én woonlasten, omdat de verhouding tussen de
huurprijs en de (energetische) kwaliteit van sociale huurwoningen is verstoord door
het nationaal gevoerde huurbeleid, dat dit ten koste gaat van investeringen in kwaliteit
door corporaties, en dat dit ook een risico is voor de doorstroming en het rechtvaardigheidsgevoel
bij huurders en woningzoekenden?
385
Kunt u een overzicht maken van de huurverhogingen voor zittende huurders uitgesplitst
naar contractvorm en verhuurder sinds 2020? Kunt u dit afzetten tegen de inflatie
en cao-loonontwikkeling in diezelfde periode?
386
Kunt u inzicht geven in ontwikkeling van de prijs-kwaliteit verhouding tussen 2015
en nu van huurwoningen van 1) corporaties, 2) particuliere sociale verhuurders, 3) overige
particuliere verhuurders en 4) institutionele verhuurders?
387
Kunt u het voordeel voor huurders van een huurbevriezing vergelijken met het voordeel
voor huurders van wie de woning geïsoleerd wordt?
388
Kunt u op basis van de doorrekeningen van Ortec Finance over de huurbevriezing een
overzicht geven van het verlies aan investeringscapaciteit bij woningcorporaties per
woondealregio?
389
In het hoofdlijnenakkoord van deze coalitie werd een huurverhoging van 6,1% geacht
betaalbaar te zijn. Sinds de ondertekening zijn de lonen harder gestegen dan voorzien.
Wat is exact de argumentatie en cijfermatige onderbouwing dat een huurbevriezing noodzakelijk
is?
390
Wat is de stand van zaken voor wat betreft het IBO Huur? Wanneer gaat dit rapport
naar de Kamer? Welke opties worden hierin besproken?
391
Wat zijn de gevolgen van de huurbevriezing voor de kredietwaardigheid van WSW en woningcorporaties?
Is bij het berekenen van het effect van de huurbevriezing rekening gehouden met een
mogelijk lagere kredietwaardigheid van WSW geborgde financiering? Hoe groot is het
verlies aan investeringscapaciteit als de rating daadwerkelijk zou dalen?
392
Voor welke sociale huurwoningen, van welke verhuurders, geldt de huurbevriezing in
2025 en 2026?
393
Welk effect zal de maatregel om de sociale huur te bevriezen hebben op de bouw van
betaalbare woningen volgens de Minister?
394
Deelt de Minister de opvatting van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw dat door het
doorzetten van het plan om de huren van sociale woningen te bevriezen ruim de helft
van de Nederlandse woningbouwcorporaties snel in de financiële problemen komt, waardoor
investeren in nieuwbouw en verduurzaming moeilijker zal worden?
395
Wat is het doel van de huurbevriezing tussen 2025 en 2027, en hoe wordt voorkomen
dat dit leidt tot vertraging in nieuwbouw van sociale huurwoningen?
396
Welke beleidsmaatregelen worden voorbereid in het kader van de Wet Regie op de Volkshuisvesting,
ondanks uitstel van de behandeling in de Kamer?
397
Waarom moet de envelop ouderenzorg in 2026 ingaan? En wat betekent dat voor 2027 t/m
2029 nu er middelen naar voren worden geschoven?
398
Is bij het Gemeentefonds de grondslag voor de berekening van een accrestranche voor
het lopende jaar (dit jaar dus 2025) met de voorjaarsnota inclusief of exclusief de
nieuwe mutaties in dat jaar als gevolg van taakwijzigingen?
399
Loopt het bedrag (mutaties van de uitgaven gemeentefonds ten opzichte van de Miljoenennota
2025 zijn in het jaar 2025 de «Extra middelen gemeenten en jeugd» van € 414 miljoen
ingeboekt op prijspeil 2024) mee in de grondslag voor de berekening van de accrestranche
2025, zodat dit bedrag in 2025 conform het advies-Van Ark wordt geïndexeerd naar prijspeil
2025?
400
Kunt u een overzicht geven van de bedragen waarmee het groeipad van de ombuigingen
van de hervormingsagenda jeugdhulp op het gemeentefonds via de nieuwe berekeningswijze
van taakwijzigingen onderwater via het accres tot nu toe voor het verschijnen van
de Voorjaarsnota 2025 zijn geïndexeerd?
401
Kunt een overzicht geven waarin per ministerie duidelijk wordt welk aandeel zij hebben
– zowel in euro’s als in procenten – in de rijksbrede ombuigingen op de prijsbijstelling,
loonbijstelling externe inhuur en incidentele loonontwikkeling?
402
Wat zijn de beleidsmatige consequenties van deze drie maatregelen?
403
Wordt ook gemonitord hoe ministeries deze kortingen opvangen en invullen in hun begroting?
404
Kunt u toelichten wat het inhouden van de kabinetsbijdrage voor incidentele loonontwikkeling
betekent? Wie treft deze maatregel en welke gevolgen kan dat hebben?
405
Welke sectoren ervaren de gevolgen van de bezuiniging op de incidentele loonontwikkeling
(ILO)?
406
Wordt de volledige incidentele loonontwikkeling (ILO) geschrapt of een deel?
407
Wat is het effect van de bezuiniging op de incidentele loonontwikkeling (ILO) op de
lonen van agenten, leraren en militairen? Graag in procenten als in euro’s.
408
Is de bezuiniging op incidentele loonontwikkeling (ILO) structureel of alleen voor
de jaren 2029 en 2030 ingeboekt?
409
Betekent deze bezuiniging ook een structurele aanpassing van het referentiemodel?
410
Hoe verhoudt deze bezuiniging zich tot de afspraken met werkgeversorganisaties dat
zij in staat worden gesteld om de salarisontwikkelingen in de markt te volgen?
411
Heeft de bezuiniging op de ILO ook effect op de Overheidsbijdrage aan de arbeidsvoorwaarden
(OVA) voor de zorg?
412
Wordt voor het jaar 2025 de ILO uitbetaald?
413
Is er over deze aanpassing van de kabinetsbijdrage voor de arbeidsvoorwaarden overleg
geweest met werkgeversorganisaties en/of vakbonden?
414
Deelt u de door het vorige kabinet uitgesproken verwachting in de Voorjaarsnota 2024
dat «het invaren van de defensiepensioenen in 2026 een voorbeeld is van een eenmalige
uitgave waarvoor het (landspecifieke maximale) uitgavenpad wordt geschoond»? Zo ja,
om welke reden is deze kanttekening niet gemaakt bij de Voorjaarsnota 2025?
415
Betekent de BBP-systematiek ook dat gemeenten en provincies op een vast percentage
van het BBP kunnen rekenen? Zo nee, waarom niet?
416
Waarom moeten gemeenten en provincies met een rijksbrede systematiek meelopen voor
de indexering? Is dat ergens wettelijk vastgelegd?
417
Wat moeten gemeenten doen als de inflatie hoger is dan de raming in het voorjaar van
het lopende jaar? In dat geval hebben gemeenten toch minder geld voor dezelfde hoeveelheid
taken?
418
Is er nu volledige overeenstemming met de medeoverheden over de normeringssystematiek?
419
Is de exacte werking en toepassing van de normeringssystematiek ergens vastgelegd?
Zo nee, waarom niet?
420
Wie is verantwoordelijk voor de berekening van het accres? Welke checks en balances
zijn er in dit proces ingebouwd en welke rol hebben de medeoverheden daarbij?
421
Voorheen vond er bestuurlijke weging plaats van de uitkomsten van de accresberekening
in het Bestuurlijk Overleg financiële verhoudingen. Is dat nog steeds het geval? Zo
nee, waarom niet? Wanneer is dit voor het laatst gebeurd?
422
Waarom staat «op niveau» op p. 251 tussen aanhalingstekens? Blijven gemeente- en provinciefonds
wel of niet reëel op niveau?
423
Kunt u van tabel 31 op bladzijde 252 een uitsplitsing geven van de onderliggende posten
die tezamen het bedrag van € 718 miljoen vormen van de mutaties in de grondslag VJN
2025 in prijspeil 2025 in het jaar 2025?
424
Waarom is de raming van de opbrengsten van kansspelbelasting naar beneden bijgesteld?
425
Wordt de tijdelijke verlaging van de accijnzen op brandstoffen per 1 januari 2026
voortgezet, of vervalt deze maatregel op die datum?
426
Het kabinet zegt toe te onderzoeken hoe de zuiveluitzondering uit de verbruiksbelasting
kan worden gehaald. Hoe verhoudt dit onderzoek zich tot het voornemen om tot een gedifferentieerde
verbruiksbelasting te komen, waarin ook onderscheid kan worden gemaakt tussen bijvoorbeeld
zuivel- en vruchtendranken? Wordt dit onderzoek tegelijk met de kabinetsbrief over
de gedifferentieerde verbruiksbelasting naar de Kamer gestuurd en zo ja, wanneer zal
dit zijn?
427
Waarom is er besloten om alleen het volume-effect van de koppeling van het totale
ODA budget aan het Bruto Nationaal Inkomen (330 miljoen euro) volledig te gebruiken
voor het ODA budget? Waarom wordt er in de suppletoire begroting van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp gecommuniceerd over een bedrag van 768 miljoen euro wat
ook het prijseffect meeneemt?
428
Kan in een overzicht worden aangegeven hoeveel het totale ODA budget zou stijgen in
de jaren 2026 t/m 2030 wanneer volledig zou worden gekoppeld aan 0,7% en Bruto Nationaal
Inkomen? Hoeveel zou het totale ODA budget stijgen wanneer zou worden gekoppeld aan
0,44%? Kan dit worden aangevuld in de tabel zoals op pagina 110 van de beslisnota?
429
Wanneer, door wie, en waarom is het besluit genomen om een nieuwe systematiek van
koppelen te creëren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
R.A. van der Steur, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.