Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen inzake Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstuk 36725-XII)
2025D23625 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen.
De voorzitter van de commissie,
P. de Groot
De griffier van de commissie,
Schukkink
Nr
Vraag
1.
Kunt u een totaalkostenplaatje schetsen ten aanzien van de vangrail op de N36? Kunt
u daar ingaan op de kwesties, maar niet uitsluitend hoeveel geld er ontbreekt en hoeveel
geld er nodig is?
2.
Indien u daadwerkelijk besluit andere maatregelen op de N36 toe te passen, zoals een
focusflitser of een snelheidsverlaging, betekent dit dan dat een vangrail definitief
niet meer aan de orde is of zijn dit slechts tijdelijke mitigerende maatregelen?
3.
Kunt u ten aanzien van alle potentiële maatregelen op de N36 een kostenplaatje maken
en deze in een vergelijkende tabel aan de Kamer doen toekomen?
4.
Kunt u delen wat de te verwachten kosten zijn van de twee oversteekplaatsen die u
op verzoek van provincie Overijssel aan het onderzoeken bent?
5.
Is het ook een optie om met het huidige budget te starten met het aanleggen van de
vangrail en op een later moment verder te gaan, zodra er meer middelen beschikbaar
zijn?
6.
Zijn er nog andere middelen die in potentie in te zetten zijn voor de N36 en bent
u van plan aanspraak te maken op deze gelden?
7.
Wat zijn de te verwachten gevolgen van het opheffen van het heffingsplafond op de
belasting op leidingwater (BoL) en wat houdt de versmalling van de heffingsgrondslag
precies in? Kunt u dit specificeren voor zowel de lasten aan burgers en bedrijven
als de opbrengsten en de gevolgen voor de prijs en kosten van leidingwater, waterverbruik
en defenitieverschillen van leidingwater en drinkwater?
8.
Kunt u een overzicht geven van de taakstelling in het kader van de 22 procent besparing
op apparaatskosten voor de komende vijf jaar?
9.
Wat is de realisatie van deze taakstelling voor het jaar 2024 en wat is de voortgang
voor 2025?
10.
Welk deel van die taakstelling wordt ingevuld vanuit apparaatsgelden en welk deel
vanuit andere middelen en welke zijn dat?
11.
Welke ICT-vernieuwingen zullen niet of later plaatsvinden als gevolg van de taakstelling
op apparaatskosten?
12.
Welk deel van deze taakstelling valt neer bij uitvoeringsorganisaties en wat zijn
hier de operationele gevolgen van?
13.
Welke kaders hanteert u voor het realiseren van de taakstelling op de apparaatsuitgaven?
14.
Kunt u een overzicht geven in de ontwikkeling van externe inhuur in de afgelopen vijf
jaar en de doelstelling voor de komende vijf jaar?
15.
Wat is de budgettaire ruimte op de eerste suppletoire begroting 2025 van het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat (XII)?
16.
Welke middelen zijn juridisch verplicht, welke zijn bestuurlijk gebonden, welke zijn
beleidsmatig belegd en hoeveel middelen zijn nog vrij te besteden?
17.
Kunt u voor de vrij besteedbare ruimte op de begroting aangeven binnen het artikel
waar deze gelden voor bestemd zijn?
18.
Hoeveel bedraagt naar verwachting de onderuitputting in 2025 en hoeveel bedragen naar
verwachting de kasschuiven van 2025 naar latere begrotingsjaren?
19.
Hoe groot is de financiële opgave indien besloten zou worden om de tariefstijging
voor NS te beperken tot 10 procent, met en zonder bijdrage van de NS?
20.
Kunt u aangeven of de circulaireplasticheffing uit de budgettaire bijlage van het
Hoofdlijnenakkoord nog steeds voorzien is in te gaan vanaf 2028? Indien nee, kunt
u aangeven waar de opgave om deze heffing te schrappen zal landen en hoe de budgettaire
derving van het schrappen opgevangen zal worden?
21.
Wanneer wordt duidelijk wat de precieze gevolgen zijn van het niet of slechts deels
indexeren voor de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat?
22.
Wat betekent de beperkte indexering voor reeds geplande rijksprojecten op het gebied
van infrastructuur? Ontstaat er daardoor niet ongemerkt een tekort?
23.
Hoeveel inkomensderving wordt er verwacht voor provincies en vervoerregio’s in de
komende zeven jaar door (1) de taakstelling op de brede doeluitkering (BDU), en (2)
de lagere vergoeding voor het Studenten OV-reisproduct (zoals in Kamerstuk 23 645, nr. 837)?
24.
Klopt het dat provincies en vervoerregio’s – ondanks die taakstellingen – een deel
van de Onderwegpas zelf moeten betalen? Zo ja, om welk bedrag gaat het?
25.
Wat zijn de verwachten effecten van die taakstellingen op de tarieven van het regionaal
openbaar vervoer in 2026?
26.
Wat zijn de gevolgen voor de beschikbaarheid en diensturen van het regionaal OV in
2026?
27.
Waarom is de meevaller van € 65 miljoen voor de beschikbaarheidsvergoeding regionale
OV-concessies (BVOV) niet ingezet om de eerdere bezuinigingen op het OV deels terug
te draaien?
28.
Kan zo nauwkeurig mogelijk aangegeven worden wat de gevolgen zijn van de korting op
de BDU-middelen die de regering wil inboeken vanaf 2026? Hoeveel minder krijgen de
verschillende vervoersregio’s en wat betekent dit voor de exploitatie van het OV en
voor de tarieven?
29.
Kan per provincie en vervoerregio in een schema worden gezet wat de financiële gevolgen
zijn van de lagere bijdrage voor de OV-studentenkaart?
30.
Wat is de inhoudelijke ratio achter de korting op de BDU-middelen? Op welke manier
kan het OV efficiënter worden georganiseerd?
31.
Kan worden aangegeven welke uitvragen er vanuit de coalitie zijn gedaan aan ambtelijk
IenW tijdens de onderhandelingen over de Voorjaarsnota? Indien er uitvragen geweest
zijn, kunnen de vragen en antwoorden met de Kamer worden gedeeld? Zo nee, waarom niet?
32.
Hoeveel zou het kosten om de btw op het openbaar vervoer af te schaffen?
33.
Hoeveel zou het kosten om de prijzen in het openbaar vervoer met 10 procent te verlagen?
34.
Hoeveel zou het kosten om de prijzen in het openbaar vervoer met 25 procent te verlagen?
35.
Hoeveel zou het kosten om de prijzen in het openbaar vervoer met 50 procent te verlagen?
36.
Hoeveel zou het kosten om het openbaar vervoer gratis te maken?
37.
Hoe zijn de Minister en Staatssecretaris betrokken geweest bij de totstandkoming van
de Voorjaarsnota?
38.
Wat is de stand van zaken van het Europees verbod op PFAS-uitstoot? Op welke manier
is Nederland hierbij betrokken?
39.
Kunt u een overzicht geven van alle bekende locaties waar staalslakken als bouwstoffen
zijn toegepast?
40.
Kunt u een overzicht geven van alle bekende locaties waar staalslakken worden opgeslagen?
41.
Welke maatregelen worden genomen om verder in kaart te brengen op welke locaties staalslakken
als bouwstof zijn gebruikt of worden opgeslagen?
42.
Kunt u een overzicht geven van alle gesprekken die in de laatste tien jaar zijn gevoerd
tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Tata Steel en/of een leverancier
van staalslakken? Waar gingen deze gesprekken over en wat was de uitkomst?
43.
Wat is het proces als Nederland vraagt om een bilaterale luchtvaartovereenkomsten
te herzien?
44.
Zijn alle luchtvaartovereenkomsten er primair op gericht om de gewenste mate van wederzijdse
markttoegang te verankeren of is dat een politieke keuze?
45.
Op basis waarvan worden slottoewijzingen van de luchtvaart bepaald? En kan je daar
ook milieu of sociale eisen aan stellen?
46.
Worden er brede kosten-baten-analyses gemaakt van de impact van luchtvaartverdragen?
47.
Hoeveel financiële middelen zijn er nodig om probleemweg N50 verkeersveiliger te maken?
Kan dit uitgefilterd worden naar de verschillende trajecten op de N50, waaronder het
traject Ramspolbrug – Kampen Zuid en Kampen – Kampen Zuid?
48.
Hoeveel financiële middelen zijn er nodig om probleemweg N50 toekomstbestendiger te
maken voor meer verkeer?
49.
Kunnen luchtvaartverdragen juridisch eventuele krimp van de luchtvaart ingewikkeld
maken?
50.
Welke gesprekken hebben plaatsgevonden tussen het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat met vervoersbedrijven en/of decentrale overheden over de bezuiniging op
de BDU? Wat waren de uitkomsten van deze gesprekken?
51.
Welke gesprekken hebben plaatsgevonden tussen het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat en de NS over de financiële tekorten bij het vervoersbedrijf? Wat waren
de uitkomsten hiervan?
52.
Hoeveel middelen zijn er in totaal vrijgemaakt in de Voorjaarsnota voor het bevorderen
van de digitale soevereiniteit van uw departement en de relevante zelfstandige bestuursorganen
(zbo’s) en agentschappen?
53.
Is de dekking van de Hersteloperatie Toeslagen uit de indexatie begroting 2025 eenmalig
of meerjarig?
54.
Welke (jaarlijkse) bedragen zijn gemoeid met de dekking van de Hersteloperatie Toeslagen
vanuit de indexatie begroting 2025?
55.
Wordt de dekking van het terugdraaien van onderwijsbezuinigingen (amendement-Bontenbal)
eenmalig uit de prijsbijstelling 2025 gedekt of is dit een structurele dekking voor
meerdere jaren? Zo ja, om welk bedrag gaat dit per jaar?
56.
Zijn de dekkingen voor de Hersteloperatie Toeslagen en de terugdraaiing van de onderwijsbezuinigingen
eenmalig of meerjarig?
57.
Is de dekking van de Hersteloperatie Toeslagen uit de indexatie begroting 2025 eenmalig
of meerjarig?
58.
Welke (jaarlijkse) bedragen zijn gemoeid met de dekking van de Hersteloperatie Toeslagen
vanuit de indexatie begroting 2025?
59.
Waarom worden de middelen die met een kasschuif vanuit 2025 naar latere jaren worden
geschoven niet in 2025 uitgegeven aan andere doelen?
60.
Waarop heeft de kasschuif van 2026 naar 2027 door de fasering van infrastructuur van
€ 1 miljard betrekking? Wat is de reden van deze kasschuif? Wat zijn hiervan de gevolgen?
61.
Welk bedrag resteert op de Aanvullende Post van de reservering van € 3,4 miljard voor
de Lelylijn?
62.
Wat gebeurt er met de resterende € 0,9 miljard van de € 3,4 miljard die op de Aanvullende
Post was gereserveerd voor de Lelylijn?
63.
Waarop heeft het «Anders inzetten reservering Lelylijn» in de Voorjaarsnota van –€ 513 miljoen
in de periode 2026–2030 betrekking (naast de projecten Nedersaksenlijn, Kornwerderzand,
N36 Almelo–Ommen en flessenhals Meppel)? Vervalt de reservering voor de Lelylijn op
de Aanvullende Post of betreft het een kasschuif naar latere jaren?
64.
Welke subsidies voor stimulering van wandelen en fietsen gaat u stoppen of verminderen,
gelet op het feit dat de taakstelling meerjarig onder meer is ingeboekt op subsidies
voor Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel en diverse subsidies voor stimulering van
wandelen en fietsen? Welke initiatieven om mobiliteit verder te verduurzamen gaat
u stoppen of verminderen?
65.
Hoe groot is de vertraging bij bodemsanering door de langere uitfinanciering van de
Bedrijvenregeling?
66.
Hoe groot is het risico op hogere kosten op de langere termijn als gevolg van taakstellingen
die leiden tot vertraagde realisatie van doelstellingen?
67.
Wat zijn de gevolgen van het temporiseren van de projecten voor afvalwaterzuiveringsinstallaties?
68.
Wat zijn de concrete effecten van de taakstellingen voor verduurzaming van de mobiliteit?
69.
Welke gevolgen heeft de taakstelling op het asbestbudget voor de sanering van astbestdaken?
70.
Welke circulaire economie doelen kunnen niet meer behaald worden (door de gelijkmatige
verdeling over subsidieregelingen)?
71.
Welke projecten voor bodemsanering lopen specifiek vertraging op door de bezuiniging
op artikel 13, met als gevolg dat bodems langer verontreinigd blijven?
72.
Welke gevolgen hebben de taakstellingen naar aanleiding van de 10 procent SPUK-korting
(specifieke uitkering) voor de ontsluiting en bereikbaarheid van nieuw te bouwen woningen?
73.
Kunt u bevestigen dat de bouw van 300.000 woningen dreigt vast te lopen door de bezuinigingen
op het openbaar vervoer in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Vervoerregio
Amsterdam?1 Zo nee, waarom niet?
74.
Wat betekent het niet kunnen halen van de doelen voor de circulaire economie voor
het behalen van de klimaatdoelen?
75.
Komt u met nieuwe maatregelen aangezien de doelen voor de circulaire economie niet
meer kunnen worden gehaald?
76.
Voor NS is er geen inflatiecorrectie; wat is hiervan het effect? Gaan hierdoor de
prijzen van treinkaartjes stijgen?
77.
In 2025 is € 10,0 miljoen van het verplichtingenbudget van het Klimaatfonds project
Duurzame luchtvaartbrandstoffen verschoven naar 2026, omdat het opstellen van de subsidieregeling
gecompliceerder is dan verwacht; wat was ingewikkeld?
78.
Wat zijn de effecten van het verlagen van het verplichtingenbudget van de verbetering
toegankelijkheid openbaar vervoer met € 45,8 miljoen?
79.
In hoeverre is bij de hogere realisatie van Rijkswaterstaat bij uitbesteed werk (€ 446,6 miljoen)
sprake van kostenstijgingen en in hoeverre is sprake van extra productie? Hoe hoog
is de extra productie van Rijkswaterstaat bij uitbesteed werk?
80.
Hoe verhoudt het «op stoom komen» van de productie van Rijkswaterstaat zich tot de
fasering van infrastructuur en de verschuiving van € 1 miljard van 2026 naar 2027?
Wat zijn de gevolgen van de € 1 miljard kasschuif, concreet per project? Wat betekent
dit voor de lopende en reeds geplande projecten en aanbestedingen?
X Noot
1
Het Parool, 18 februari 2025 (https://www.parool.nl/amsterdam/amsterdam-rotterdam-en-den-haag-slaan-a…)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.