Voorstel van wet (initiatiefvoorstel) : Voorstel van wet
36 698 Voorstel van wet van het lid De Hoop tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet in verband met de bevriezing van de huren in 2025
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
ARTIKEL V
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet te wijzigen met
het oog op het bevriezen van de huren van woonruimte in 2025;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Aan artikel 252 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Een voorstel tot wijziging van de huurprijs als bedoeld in het eerste lid kan in
2025 niet leiden tot een huurprijs hoger dan de geldende huurprijs.
ARTIKEL II
Artikel 252, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek vervalt.
ARTIKEL III
Aan artikel 10 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt een lid toegevoegd,
luidende:
5. In afwijking van het tweede, derde en vierde lid is het maximale huurverhogingspercentage
voor huurovereenkomsten als bedoeld in die leden in 2025 gelijk aan nul procent en
het maximale bedrag gelijk aan nul euro.
ARTIKEL IV
Artikel 10, vijfde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte vervalt.
ARTIKEL V
Aan artikel 54 van de Woningwet wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Voor het jaar 2025 bedraagt het op grond van het eerste lid bij ministeriƫle regeling
te bepalen percentage nul procent.
ARTIKEL VI
Artikel 54, vierde lid, van de Woningwet vervalt.
ARTIKEL V
1. De artikelen I, III en V treden in werking op 1 juli 2025. Indien het Staatsblad
waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 juli 2025,
treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad
en werkt zij terug tot en met 1 juli 2025.
2. De artikelen II, IV en VI treden in werking een jaar na het tijdstip bedoeld in het
eerste lid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
PVV | 37 | Tegen | |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor | |
VVD | 24 | Tegen | |
NSC | 20 | Tegen | |
D66 | 9 | Tegen | |
BBB | 7 | Tegen | |
CDA | 5 | Tegen | |
SP | 5 | Voor | |
ChristenUnie | 3 | Tegen | |
DENK | 3 | Voor | |
FVD | 3 | Tegen | |
PvdD | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Tegen | |
Volt | 2 | Tegen | |
JA21 | 1 | Niet deelgenomen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.